jpekker

‘Ik wil dat de bezoeker zo min mogelijk weet van hun achtergrond, dat zou heel veel moois wegnemen’

Ze zijn nauwelijks van elkaar te onderscheiden, de Vlaamse tweelingzusjes Kimberly en Gwendolyn. Ook niet voor fotografe An-Sofie Kesteleyn, die de beeldschone meisjes – rode haren, dromerige, groene ogen – voor het eerst fotografeerde in het eerste jaar van haar opleiding aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (KASK) te Gent. De twee, tien jaar destijds, zaten op de stoep voor hun huis in een sociale woonwijk in Antwerpen met duiven en katten te spelen, verkleed, in hun eigen, speciale wereldje. ‘Het beeld sprak me direct enorm aan,’ aldus An-Sofie Kesteleyn. ‘Ze zijn een beetje zot, maar wel op een leuke manier.’

Kesteleyn (Oudenaarde 1988) behaalde in 2011 haar master fotografie, daarna kon ze aan de slag bij de Volkskrant en verhuisde ze naar Amsterdam. Maar ze is de meisjes altijd blijven fotograferen; als ze haar ouders bezoekt, gaat ze ook altijd even langs bij Kimberly en Gwendolyn. Haar portrettenserie, die begin dit jaar werd bekroond door de Zilveren Camera-jury in de categorie Portretten Serie, is nu te zien in Vlaams Cultuurhuis De Brakke Grond.

Te zien is hoe Kimberly en Gwendolyn van prille tieners veranderen in pubers. ‘Vroeger trokken ze zich nauwelijks iets van mij aan; ze waren eigenlijk altijd aan het spelen. Nu gebeurt er veel minder. Ze hangen op de bank. Of Kimberly, die wat rebelser is dan Gwendolyn, gaat buiten een sigaretje roken. Ze zijn zich er ook veel meer van bewust; ze kijken in de spiegel en willen meekijken in het schermpje van mijn fototoestel om te zien hoe ze erop staan. Ze willen misschien wel model worden.’

Kesteleyn werkt in de documentairetraditie, maar het is niet haar primaire doel de realiteit bloot te leggen. Ze focust op de meisjes; op hun wereld. Af en toe is een vriendinnetje zichtbaar op Kesteleyns foto’s, maar hun moeder, met wie Kimberly en Gwendolyn inmiddels in de wijk Klokkenveld wonen, is zo goed als afwezig. ‘Dat is een bewuste keuze. Het lijkt ook wel alsof ze bijna alleen wonen; ze zijn elkaars steun en toeverlaat en mogen alles. Dát wil ik laten zien, het is geen sociaal-bewogen portret van twee meisjes in een achterstandsbuurt, of zoiets. Ik wil het liefst dat de bezoeker zo min mogelijk weet van hun achtergrond, dat zou heel veel moois wegnemen.’

In De Brakke Grond zijn foto’s te zien van Kimberly en Gwendolyn met duiven, konijnen, honden en katten. ‘Ze hebben ook vissen, schildpadden en wandelende takken. Op een dag namen ze een lammetje mee naar huis, ze zeiden dat het los liep. Ze noemden haar Beauty en behandelden haar als een baby’tje. Ze gaven het beestje zelfs de fles, heel schattig. Toen kwam de politie aan de deur, en werd het lam meegenomen. Het kwam uit het weiland achter hun huis.’

De expositie A lamb named beauty markeert geen einde, aldus Kesteleyn; ze is van plan de meisjes nog jaren te blijven volgen. ‘Tot aan hun dood, wat mij betreft. Dat zal waarschijnlijk niet gaan, want ze zijn jonger dan ik, maar voorlopig wil ik ze zeker blijven opzoeken. Omdat ze zo fotogeniek zijn, natuurlijk, maar ook omdat ik benieuwd ben hoe het verder met ze zal gaan.’

An-Sofie Kesteleyn, A Lamb Named Beauty. T/m 3/3 in De Brakke Grond, Nes 45.