jpekker

“Ik had modellen nodig”

“De expositie in het Amsterdam Museum was eigenlijk bedoeld als einde. Maar dat kan niet meer. Noblesse oblige. Ik heb er nog veel te veel lol in en het is maar een kleine moeite. Eén schilderijtje per dag… En als-ie niet wordt geraden, blijft-ie gewoon nog een dag staan. Dat valt toch best mee? Ik hou ’m er nog even in.”

Sophie Walraven (Hilversum, 1975) portretteert dagelijks één van haar Twitter-volgers op basis van de profielfoto. Op papier, op A5-formaat. Het resultaat fotografeert ze, en zet ze ook weer op Twitter. Vervolgens mag iedereen raden wie het is; degene die het als eerste goed heeft krijgt een punt.

#Wienzebek heet het spelletje. In algemeen beschaafd Nederlands: wiens hoofd is dit? “Daar heb ik wel even over nagedacht, over die naam. Ik had eerst #Wiezijnbek en #wiensbek, maar dat was het niet. #Wienzebek klinkt veel beter. Ik gebruik graag dat soort taal. Mijn vader vindt het helemaal niks. Hij vroeg of ik het niet in #Wienzehoofd wilde veranderen.” Ze buldert van het lachen. “Nee dus!”

5 December 2011 begon Walraven ermee. Ze had destijds een stuk of vierhonderd volgers, inmiddels is het aantal opgelopen tot boven de 1200. “Daar was het me helemaal niet om te doen; het ging me niet om populair worden. Sterker: ik dacht dat ik op mijn sodemieter zou krijgen, omdat ik ongevraagd andermans foto gebruik om een portret te maken en dat portret vervolgens ook nog eens op het wereldwijde web plaats. Dat bleek niet het geval: van de tweehonderd volgers die ik heb geschilderd, zijn er twee die lauw hebben gereageerd. De rest is enthousiast.”

Het doel was, en is, om alles wat ze ziet weer te geven in haar eigen handschrift, dat wil zeggen: met een bepaalde snelheid, vrijheid en een spontane lijn, vertelt Walraven in haar atelier in Noord. “Ik focus op de kern en verwijder alle opschmuck. Dat kon ik behoorlijk goed met een koe of een paard of een mok, maar gezichten vond ik moeilijk. Die skill had ik niet. Ik kon wel gezichten uit mijn hoofd schilderen, dan werden het een beetje karikaturale, stripachtige hoofden. Ik kan ook heel goed mijn eigen hoofd schilderen; dat heb ik honderdduizend keer gedaan. Maar andere mensen… daar moest ik op oefenen. En daar had ik modellen voor nodig.”

Walraven, in 1998 afgestudeerd aan de ArtEZ hogeschool voor de kunsten in Arnhem, mocht in RTL’s Koffietijd over haar project komen vertellen (“Ik dacht: stel dat Matthijs van Nieuwkerk straks belt, dan kan ik toch ook geen nee zeggen”), half juni staat een grote ‘Wienzebexpositie’ gepland in de Kromhouthallen, en zondag 13 mei zijn haar Twitter-portretten te zien tijdens een evenement in het Amsterdam Museum.

“Iedereen kan nog foto opsturen. Voor 75 euro schilder ik dan een portret. Dat is toch anders dan bij #Wienzebek. Ik voel me minder vrij, misschien omdat deze mensen er van tevoren voor betalen. Ik ervaar opeens druk. Maar het moet wel een spontaan, los portret worden, waarin de kern van de zaak naar boven komt. Pffff.”

Het is handel geworden, zegt Walraven verbaasd. “Dat had ik van tevoren niet bedacht. Ik ben pas over de prijs gaan nadenken toen de eerste twitterde dat hij zijn portret wilde hebben. Eerst kostten ze 20 euro, nu 30 euro. En 60 euro als je andermans portret wilt kopen. De prijs moet laag zijn, vind ik. Ik doe het nog steeds om te leren. Gelukkig kan ik het best snel.”

Sophie Walraven schildert en exposeert zondag 13 mei in Museumcafé Mokum in het Amsterdam Museum. Kalverstraat 92. Meer informatie op www.amsterdammuseum.nl en www.sophiewalraven.nl.