jpekker

Het Van Gogh Museum vernieuwt 6: directeur Axel Rüger over de vernieuwing.

Rüger03

Axel Rüger staat voor het enorme raam van de directiekamer op de derde verdieping van het Van Gogh Museum. Er is geen betere plek om de voortgang te overzien van de bouwwerkzaamheden voor het nieuwe entreegebouw aan het Museumplein – naar een ontwerp van het Japanse architectenbureau Kisho Kurokawa & Associates. Rüger maakt een paar foto’s met zijn telefoon. “Er zijn altijd dingetjes…”, mompelt hij.
De Duitse Rüger (Dortmund 1968) volgde begin 2006 de Brit John Leighton op als directeur van het Van Gogh. Vanaf gisteren presenteert zijn Van Gogh Museum de vaste collectie in een compleet nieuwe opstelling, waarin de ontwikkeling van Van Gogh als kunstenaar centraal staat.

De prachtige collectie wordt radicaal anders ontsloten, er wordt gewerkt aan een nieuwe entree. Komt uw ideale museum in beeld?
“Jazeker, stap voor stap vallen alle puzzelstukjes op hun plek. Onze nieuwe website is klaar, we hebben een nieuwe multimediatour en nu dus een nieuwe inrichting van de vaste collectie. Die moet, pak ‘m beet, een jaar of tien meegaan – zo’n majeure ingreep doe je natuurlijk niet om de haverklap. Maar klaar zijn we natuurlijk nooit; we zijn altijd bezig met nieuwe tentoonstellingsprojecten, er lopen onderzoeksprojecten…”

Wat is de rol van de directeur bij de nieuwe presentatie?
“De nieuwe opstelling was niet alleen mijn wens; het werd veel breder in de organisatie gevoeld dat we iets moesten met onze vaste collectie. De belangrijkste reden was dat er in de oude opstelling op de begane grond geen werk van Van Gogh was te zien, maar van zijn voorgangers en inspiratiebronnen. Dat had een zekere logica, maar als je helemaal uit Rio de Janeiro naar het Van Gogh Museum komt, verwacht je als je binnenloopt meteen Van Gogh te zien. Dat maken we nu ruimschoots waar: je staat nu direct oog in oog met de kunstenaar.”

Rüger02

Bemoeit u zich daar rechtstreeks mee?
“Veel is gedelegeerd aan allerlei vakmensen; er werken hier een kleine 300 mensen, met zeer uiteenlopende bekwaamheden. Maar uiteindelijk ben ik verantwoordelijk voor alles wat hier gebeurt. Dus ik bemoei me tegen alles aan, tot onze reclame-uitingen op de radio aan toe.”

Hebt u de afgelopen jaren weleens jaloers naar het Rijksmuseum gekeken?
“Niet echt. Het is een heel ander soort museum, met een heel anders aangelegde collectie. Wij hebben een zeer specifieke focus, we zijn daarmee uniek in de wereld, want er is maar één Van Gogh Museum. Daar zijn ook bepaalde uitdagingen aan verbonden… Bij het Rijks ligt dat anders. Ik ben heel blij dat ze er weer zijn en dat ze zo’n fantastische campagne hebben gevoerd rond de heropening, want daar profiteert iedereen in de buurt van mee. Wij ook.”

En financieel? De armslag van het Rijks lijkt soms oneindig, het Van Gogh moest voor de financiering van het nieuwe entreegebouw een beroep doen op particuliere investeerders.
“De overheidsbijdrage aan het Van Gogh is inderdaad heel bescheiden. Begrijp me niet verkeerd: wij zijn dankbaar voor de bijdrage, maar die is verhoudingsgewijs niet zo groot. En onze ambities wel. Dus moeten wij inkomsten zien te genereren onder fondsen, particulieren en bedrijven in binnen- en buitenland. We hebben daarbij overigens niet alleen van het Rijks last, als je dat zo mag zeggen; in Nederland vissen alle grote culturele instellingen zo’n beetje in dezelfde vijver. Maar door onze unieke propositie hebben wij een hele mooie samenwerking met AkzoNobel – die zitten in de verf, dus dat ligt voor de hand. Ook werken we al jaren samen met Shell, dat niet alleen financiële steun geeft maar ook onderzoekscapaciteit beschikbaar stelt.”

Rüger01

En hoe is uw relatie met de Gemeente?
“Het stadsdeel heeft de laatste jaren behoorlijk geïnvesteerd aan onze kant van het plein, bijvoorbeeld in de bestrating. Maar een grote renovatie van het straatmeubilair en de verlichting zou wenselijk zijn, en hoewel een aantal grote evenementen elders gaat plaatsvinden blijft de programmering van het plein ook een bron van zorg. Een levendig, toegankelijk plein dat niet direct verdrinkt als het een beetje regent, dat is wat wij willen. Dat is een issue, ja. Ik ben niet bang dat de stand onder het afval verdwijnt, maar als het toerisme blijft groeien, en daar ziet het naar uit, dan moet Amsterdam zich daar wel toe verhouden.”

Kunt u een beetje uit de voeten met de Nederlandse mentaliteit?
“Een Britse collega waarschuwde me toen ik hier begon: de Nederlanders zijn verfrissend direct. Dat klopt. Duitsers zijn veel formeler. Duitsers doen er veel langer over voordat ze een besluit nemen, die wegen van tevoren veel uitvoeriger alle risico’s af. Maar als ze dan een besluit nemen, stáát dat ook. In Nederland – daar zijn we heel trots op – worden besluiten vaak heel snel genomen. Maar dan begint het meestal pas. Ik heb daar geen problemen mee. In tegendeel, ik woon nu 22 jaar in het buitenland en die cultuurverschillen ervaar ik juist als inspirerend.”

Rüger04

Is uw beeld van Van Gogh veranderd sinds uw indiensttreding?
“Ik ben me meer gewaar geworden van zijn enorme uitstraling en van de emotionele dimensie die aan Van Gogh kleeft. Vanwege mijn functie ben ik veel op reis en iedereen slaat direct aan als je over Van Gogh begint. Hij is a global celebrity; waar je ter wereld ook komt, iedereen kent Van Gogh.”

85 procent van uw bezoekers komt uit het buitenland, kennen Amsterdammers en Nederlanders Van Gogh eigenlijk wel?
“Omdat Van Gogh zo beroemd is, denken veel mensen denken het allemaal wel gezien te hebben. Dat is de keerzijde. Dus moeten we nog beter ons best doen om te laten zien dat hier ook nieuwe dingen gebeuren. Met grote exposities, zoals Munch : Van Gogh, vanaf september 2015 in de Kurokawavleugel. En ook de nieuwe inrichting van de collectie is natuurlijk een prima aanleiding om opnieuw kennis te maken met Van Gogh. Om nieuwe dingen over hem te leren, de werken opnieuw te ontdekken. Het zou mooi zijn als we dat over het voetlicht krijgen bij de Nederlandse Van Gogh-liefhebbers.”