jpekker

Het Nieuwe Instituut toont gedroomde binnen-werelden; tussen architectuur, design en kunst

_MG_6185

“In Amsterdam komt iedereen al massaal ruiken als je een scheet laat naast het Rijksmuseum. In Rotterdam ligt dat ingewikkelder”, aldus directeur Guus Beumer van Het Nieuwe Instituut. “Wij hebben ook geen Nachtwacht, ons onderwerp is innovatie. De opdracht die wij hebben meegekregen is om zichtbaar te maken hoe de samenleving eruit gaat zien. We moeten maar zien hoe dat het beste gaat.”

Het afgelopen weekeinde zette Het Nieuwe Instituut zijn deuren wijd open om zijn eerste proeve te laten zien aan het publiek. Het instituut bestaat sinds 1 januari, na een door het ministerie van OCW opgelegde, door bezuinigingen ingegeven fusie van het Nederlandse Architectuurinstituut (NAi), Premsela, Nederlands Instituut voor Design en Mode en het Virtueel Platform. Nu was het tijd om bezoekers – gratis – te laten kennismaken met de activiteiten en verbindende programma’s op het gebied van architectuur, design en e-cultuur.

Erwin Olaf_Grief_Grace_2007

Grief_Grace EMPTY SET_2007

Het meest in het oog springende onderdeel van de meerjarige programmering in het enorme complex in het Rotterdamse Museumkwartier, waar vroeger het Nederlandse Architectuurinstituut was gehuisvest, is de tentoonstelling 1:1 Sets for Erwin Olaf. Daarvoor heeft Olafs vaste decorontwerper Floris Vos zes sets gereconstrueerd die eerder zijn gebruikt voor karakteristieke foto’s als Grace (2007) en The Mother (2009).

Op Grace is een prachtige jongedame te zien die zo lijkt weggelopen uit Mad Men, met de handen voor haar gezicht in haar perfect gestileerde, uit duizendeen zandkleuren samengestelde designwoning. IJburg, denk je direct. Het blijkt een illusie.

De sets van Vos, die ook meewerkte aan talloze films, waaronder Martin Koolhovens Oorlogswinter, scheppen een wereld die slechts bestaat ten behoeve van de foto; zij zijn uitsluitend gemaakt om een personage tot leven te roepen, karakter te geven. Door ze opnieuw te laten verrijzen in Het Nieuwe Instituut stelt Beumer de vraag of deze 1:1-modellen tot de wereld van architectuur of design behoren. Of behoren deze projecties van een gedroomde binnenwereld toch tot het domein van de kunst?

_MG_6196

De meeste bezoekers kan het weinig schelen. Die nestelen zich op het zwarte kruis dat het standpunt markeert waar Olaf zijn meesterwerk maakte en proberen met hun mobieltje een exacte kopie te maken. Met het bruin-lederen bankstel, afkomstig uit Vos’ eigen woning. Met een pakje Lucky Strike op het salontafeltje en een glaasje cognac in de vensterbank. Maar met slechts één bolvormig vaasje voor het raam, de ander is gesneuveld. En zonder Olafs treurende model.

Andere bezoekers lopen om de bordkartonnen constructie en bestuderen de lampen die achter de vitrages voor een zacht strijklichtje zorgen. Iets verderop mogen ze ook ín het decor: in Olafs work in progress Waiting kunnen ze aan een restauranttafeltje plaatsnemen en kunnen vrienden of vriendinnen ‘een echte Olaf’ van en met hen maken.

_MG_6280

De sets van Olaf en Vos worden gecombineerd met een tweede tentoonstelling die de grenzen tussen meerdere disciplines exploreert: Bekleidung. In de negentiende eeuw verwees dit begrip naar de afbakening van ruimte als het primaire doel van de architectuur, Het Nieuwe Instituut laat nu zien wat bekleding betekent als wereldvermaarde kunstenaars, onder wie Damien Hirst en Andy Warholl, een wand opvatten als plaats voor verbeelding. Bezoekers kunnen ook hun eigen behangontwerpje maken, dat ter plekke in de computer wordt geladen en in een hoek van het museum op een wand wordt geprojecteerd.

Zo geeft Het Nieuwe Instituut invulling aan zijn opdracht innovatief te zijn op het gebied van architectuur, design en e-cultuur. Het is de bedoeling dat het daarmee 350.000 bezoekers per jaar trekt. “Maar het gaat er natuurlijk niet alleen om hoe lang de rij vóór het museum is”, aldus directeur Beumer. “Het is ook belangrijk wat er binnen te zien is.”

1:1 Sets for Erwin Olaf. T/m 30/4/2014 in Het Nieuwe Instituut in Rotterdam. Op 24/11 verzorgt de Amerikaanse schrijver Matthew Stadler in de Portugese Synagoge in Amsterdam de jaarlijkse Benno Premsela Lezing, onder de noemer What is the interior?