jpekker

Genadeloze afrekening met het tijdperk van de vrijheid, blijheid

Stockholm, halverwege de jaren zeventig. Terwijl politici praten over de verdere liberalisering van de wetgeving met betrekking tot incest, pedofilie en verkrachting (‘verkrachting is alleen nog maar strafbaar als de dader meedogenloos was’) belandt de 14-jarige Iris in een opvangtehuis. Daar ontmoet het tikje onhandelbare, met weinig gevoel van eigenwaarde behepte meisje de even mooie, even jonge Sonja, die haar in contact brengt met Dagmar Glans, een hoerenmadam met klanten in de hoogste kringen.

Glans (een sterke rol van Pernilla August) paait Iris met mooie praatjes en luxe, leert haar hoe je een champagneglas vasthoudt en oesters eet, alsmede de belangrijkste regel van haar nieuwe job: geen vragen, alleen glimlachen. Voor ze er erg in heeft is het meisje met de mooie, blonde pijpenkrullen een zeer gewilde callgirl. En dan is er geen weg terug.

Hoewel ‘mama’ Glans naar eigen zeggen alleen maar nette klanten heeft, krijgt Iris het zwaar te verduren. Ministers, rechters, hoge ambtenaren en andere machthebbers blijken stuk voor stuk gewetenloze grijs- en geilaards die zich onaantastbaar wanen. Niet alleen de (socialistische) Zweedse politici, overigens; de Poolse ambassade betrekt óók meisjes bij Dagmar Glans.

Call Girl, het even sfeerrijke als onderkoelde speelfilmdebuut van de Zweedse regisseur Mikael Marcimain, die enkele afleveringen van de hooggewaardeerde misdaadserie Wallander regisseerde en regieassistent was bij Tomas Alfredson’s Tinker Tailor Soldier Spy. Call Girl heeft de vorm van een paranoia-thriller: iedereen kijkt voortdurend over zijn schouder; in Stockholm lijkt het altijd middernacht én altijd te regenen. In de kern maakte Marcimain echter een politieke moraliteit; in 2 uur en 18 minuten wordt genadeloos afgerekend met de hypocrisie van het tijdperk van de vrijheid, blijheid.

Eén man gaat de strijd aan met het establishment en bijt zich vast in de zaak, hoewel zijn leven wordt bedreigd en er ook achter de schermen van alles wordt gedaan om de zaak in de doofpot te laten verdwijnen. Als Glans desalniettemin in staat van beschuldiging is gesteld, reageert zij ontzet. “Word ik aangeklaagd, verdedigd en veroordeeld door mijn eigen klanten?!”

De formidabele Nederlandse cameraman Hoyte van Hoytema schoot de film in de bruin-, geel- en oranjetinten die het tijdperk aankleven. Ook de art-direction (spijkerbroeken met soulpijpen, plateauzolen, posters van Donny Osmond aan de muur; uitpuilende asbakken; de mannen hebben snorren, de vrouwen bossen okselhaar en schaamhaar) en de soundtrack overtuigen: dreigende beats worden afgewisseld door techno en popmuziek van onder meer George McCrae, Bee Gees en – natuurlijk – Abba.

Aan het begin van Call Girl wordt gemeld dat de film is ‘gebaseerd op ware gebeurtenissen die zijn aangepast voor de film’. Desalniettemin wonden met name de nabestaanden van de in 1986 vermoorde premier Olof Palme zich op over de film. Met enkele aanpassingen werd een rechtszaak voorkomen; het tumult was er in Zweden niet minder om.

Call Girl van Mikael Marcimain draait nu in de bioscopen. Deze recensie is geschreven voor Cinema.nl.