jpekker

Galerie – Beeldende kunst in Amsterdam

Paul Nassenstein, Devil’s new wardrobe en Charles Vreuls, Zwischen den Linien steht das Gesetz. T/m 16/2 in Galerie Metis-nl, Lijnbaansgracht 316.

‘Band with peeping girl’ heet het minuscule, schitterende schilderijtje. Erop is, zoals de titel al aangeeft een popbandje te zien: drie gitaristen en een drummer. Op een brede steiger doen ze, op enorme afstand van elkaar, emotieloos hun ding. Op de voorgrond kringelt een plukje onkruid omhoog. Waar het precies vandaan komt, is niet duidelijk, maar het zorgt voor een vreemd perspectief: de mannetjes zijn niet alleen piepklein geschilderd; ze zijn ‘écht’ heel klein. Dat vreemde bolletje haar op de achtergrond moet dan wel het meisje zijn, dat probeert naar binnen te gluren in het kijkdoos-theatertje.

De priegelige, nauwgezette werken van Paul Nassenstein (Amsterdam 1966), winnaar van de Koninklijke Prijs voor de Schilderkunst (in 1995 en 1997) en de Prix de Rome – tekenen (in 1998), worden bevolkt door piepkleine figuurtjes, gepositioneerd in allerhande vreemde situaties. Optochten nergens naar toe, langs grote, grauwe niets-gebouwen; banken en stoelen, keurig geordend op kleur of vorm; enorme theaters met schots en scheve podia waarop zich onwerkelijke taferelen afspelen.

Hoe langer je kijkt, hoe meer je ziet in de doekjes, die dan weer ironisch en cynisch zijn, dan weer poëtisch, speels en cartoonesk. En soms alles tegelijk.

Nassensteins intrigerende zoekplaatjes worden in Metis-nl gecombineerd met een expositie van Charles Vreuls (Schaesberg 1953). Om niet alleen afhankelijk te zijn van subsidie nam Vreuls jaren geleden al een bijbaantje als beveiligingsbeambte. Achter de balie van een enorm kantoorpand gaf hij zichzelf eerst de opdracht de wereldliteratuur te lezen, vervolgens ging hij aan het werk.

Het zou een gouache van Nassenstein kunnen zijn: van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat maakte Vreuls, verscholen achter de balie van de kantoorkolos, merendeels abstracte, kleine tekeningen, waarop hij de woorden uit Hölderlins lyrische vers Mnemosyne in steeds andere vormen giet. Letterlijk: de kriebelige teksten, die lang niet altijd leesbaar zijn, wordt vorm. Pas als je er, zoals Nassensteins glurende meisje, met je neus bovenop gaat staan, beginnen bepaalde woorden zich aan je op te dringen, waardoor ze nieuwe, verrassende betekenissen krijgen.

Anuschka Blommers en Niels Schumm, Delusions. T/m 3/3 in The Ravestijn Gallery, Westerdoksdijk 603-A.

Het lijken foto’s van borsten, billen, het bikinibroekje van een liggende vrouw en het naakte onderlichaam van een vrouw. Maar ze heten respectievelijk Blad, Boek, Lamp en Hal. En als je maar hard genoeg je best doet, zie je daadwerkelijk een stuk papier, een opengeslagen boek, een Ikea-lamp en een halletje (met een peertje aan het plafond). Maar net zo snel verdwijnen ze weer uit beeld en dringen de borsten, billen en schaamstreken zich weer aan je op.

Delusions heet de tentoonstelling in The Ravestijn Gallery treffend. De voorwerpen worden immers anders beleefd, je wordt op een gewiekste manier gemanipuleerd, waardoor je ze voor iets anders aanziet. De gelikte, maar razendknappe delusies zijn gemaakt door Anuschka Blommers (1969) en Niels Schumm (1969), die in 1996 afstudeerden aan de Gerrit Rietveld Academie en vervolgens samen naam maakten als mode- en portretfotografen.

Portretten hangen er ook. Op zijn kop. Op het eerste gezicht lijkt er niets mee mis, maar als je je hoofd omdraait, zie je dat de monden en ogen van de meisjes ondersteboven zitten. De ogenschijnlijk normale, weliswaar ondersteboven hangende vrouwenportretten zijn bij nadere beschouwing doodeng. Zinsbegoocheling in optima forma.

Yael Davids, Obliterating an Image. T/m 9/3 in Galerie Stigter van Doesburg, Elandsstraat 90.

Aan het plafond van Galerie Stigter van Doesburg (de nieuwe naam van Galerie Diana Stigter) hangen vijf enorme glazen platen en twee even grote zwart-lemen borden. De transparante, breekbare, maar massieve platen vormen een soort gangenstelsel, waardoor de bezoeker als vanzelf langs dertien aan de muren geprikte A4-tjes wordt geleid.

Het is de vertaling van een performance, die de in Israël geboren, aan de Rietveld opgeleide beeldend kunstenaar annex danser Yael Davids in de galerie heeft uitgevoerd. De korte, ontroerende anekdotes, de uitgeprinte stills uit een kunstfilmpje van Andy Warhol en de gebutste objecten, waaronder een gelijmd aardewerken kommetje op een plankje; alles draait om identiteit en breekbaarheid/kwetsbaarheid. Maar wegdromen bij het ongrijpbare, poëtische werk is gevaarlijk, voordat je het weet stoot je je neus tegen de enorme zwevende platen.

NB: AVRO’s Kunstuur besteedt zaterdag 23/2 aandacht aan Yael Davids’ performance.