jpekker

Galerie – Beeldende kunst in Amsterdam: Slavernijverleden in de kunst

Maandag 1 juli was het precies 150 jaar geleden dat Nederland de slavernij in Suriname en de Nederlandse Antillen officieel afschafte. Het Centrum Beeldende Kunst Zuidoost staat hierbij stil met twee evenementen: een kunstopdracht in samenwerking met het Amsterdam Museum en de tentoonstelling Gedeelde Erfenis: Slavernijverleden in de kunst.

Dat juist het CBK ZO beide evenementen initieert is geen toeval. Het centrum wil een platform zijn waarop door middel van beeldende kunst de discussie over maatschappelijke ontwikkelingen wordt gevoerd. Eerder organiseerde het CBK ZO – gelegen aan een druk stadsplein dat is vernoemd naar de Surinaamse verzetsstrijder Anton de Kom, auteur van Wij slaven van Suriname – al de meerjarige kunstmanifestatie De kleine geschiedenis van de slavernij – Sporen in Amsterdam.

Op Gedeelde Erfenis: Slavernijverleden in de kunst is werk te zien van twintig kunstenaars die reflecteren op de zwarte bladzijde van de Gouden Eeuw: meer dan twee eeuwen lang werden onder de Nederlandse vlag honderdduizenden Afrikanen verscheept naar Suriname en de Antillen en als slaaf verkocht en uitgebuit. Er zijn installaties, foto’s en video’s te zien; wandkleden, zeefdrukken, tekeningen, en schilderijen, met letterlijke verbeeldingen van historische gebeurtenissen en meer abstracte visualisaties, gemaakt door zwarte én witte kunstenaars.

In de fraaie installatie Reproduction of a Family part 2 – een vitrine met porseleinen borden en schalen waarop ze haar eigen familiefoto’s afdrukte – bekritiseert Sara Blokland de manier waarop mensen en spulletjes uit andere culturen aan het westerse publiek werden getoond in etnologische en antropologische musea. Van Patricia Kaersenhout is een wandkleed te zien, waarmee ze de inwisselbaarheid van daders en slachtoffers illustreert. Charl Landvreugd toont zijn indringende video-installatie Atlantic Transformerz, een ode aan de zwarte diversiteit in de moderne westerse wereld – en de Bijlmer in het bijzonder.

Iris Kensmil maakte met inkt en houtskool twee prachtige, expressieve tekeningen van Kapitani, zoals de dorpshoofden van ontsnapte, de ondoordringbare bossen van Suriname in gevluchte slaven werden genoemd. In opdracht van CBK ZO en het Amsterdam Museum schilderde Kensmil tevens het drieluik Out of History, dat nu in de Schuttersgalerij van het Amsterdam Museum wordt tentoongesteld. Het is een bijzonder eerbetoon aan drie 18de-eeuwse zwarten die zich niet neerlegden bij de koloniale onderdrukking.

Ken Dorson maakte een aangrijpend schilderij van de Surinaamse opstandeling/guerrillaleider Boni. Het verzet was overigens niet alleen een mannenzaak; vrouwen kozen echter vaak strategieën die niet direct opvielen als verzetsdaden, zo toont Renée Koldewijns installatie Talking Hats. Die bestaat uit tientallen beeldjes van vrouwen met kleurrijke hoofddoeken, zogenaamde angisa’s, die op zo’n manier om het hoofd werden geknoopt en gevouwen dat ze boodschappen herbergden die de slaven wel maar planters niet konden begrijpen. ‘Wacht op mij op de hoek’ en ‘Laat ze maar praten’ zijn klassieke bindwijzen. Ze worden nog steeds gebruikt, schrijft onderzoeker Aspha Bijnaar in Meer dan vijftig tinten zwart, een prikkelend essay waarin de boeiende geschiedenis achter de meeste kunstwerken uit de doeken wordt gedaan.

Gedeelde Erfenis: Slavernijverleden in de kunst. T/m 31/8 in CBK Zuidoost, Gabriel Anton de Komplein 120.