jpekker

Galerie – Beeldende kunst in Amsterdam

Thom Puckey, Michael Kirkham en Johan Tahon: Love and Cruelty. T/m 10/12 in Galerie Gerhard Hofland, Bilderdijkstraat 165C.

In de hoek van een grauw kantoor zit een jonge vrouw op de grond. Wijdbeens, met gesloten ogen en onbloot bovenlijf. Haar beide handen heeft ze in haar kruis. Onder het bureau naast haar zit een man op handen en knieën, ertegenaan leunt een tweede man. Zijn overhemd is half uit, het zweet parelt op zijn voorhoofd. Op het bureau staat een man. Alleen zijn onderlijf is zichtbaar: zijn broek is afgezakt; zijn lid staat stijf vooruit. Naast hem zit een vrouw op haar hurken, met haar rug naar ons toe. De computer is een stukje opzij geschoven.

Het confronterende tafereel, van de hand van de Engelse schilder Michael Kirkham (hij studeerde aan De Ateliers in Amsterdam voordat hij zich in Berlijn verstigde), zou ontsproten kunnen zijn aan de fantasie van de Franse bête noire Michel Houellebecq. Het is pornografisch en compromisloos, licht choquerend ook wel, maar niet bijster opwindend.

Dat komt mede door de treffende details: de verlepte kamerplant, het tapijt met koffievlekken, de gele post-it op de afscheiding tussen de werkplekken. De zes (rechts op het schilderij is nog een vrouwenbeen zichtbaar) hebben geen contact met elkaar; ze zijn in zichzelf gekeerd of staren in de ruimte. Ze hebben rauwe seks, maar het heeft er alle schijn van dat ze veel liever liefde zouden ontvangen. Ze zijn zacht, lieflijk en vol mededogen geschilderd.

Onder de noemer ‘Love and Cruelty’ zijn zeven fraaie olieverfschilderijen en een serie zwart-wit tekeningen (een erotisch verhaal met de veelzeggende titel La femme de cuisine fatale) van Kirkham nu in galerie Gerhard Hofland gecombineerd met een aantal beelden van Johan Tahon en Thom Puckey. Het is een gelukkige combinatie: ook de uit wit marmer opgetrokken, schietgrage meisjes van Puckey zijn steenhard en zijdezacht tegelijk.

Probables, Robin Rhode. T/m 19/11 bij Galerie Fons Welters, Bloemstraat 149.

Een donkere man draagt een lichtgrijs pak. In zijn rechterhand houdt hij een attachékoffertje. Met zijn linkerhand lijkt hij een rode en een groene dobbelstenen te werpen tegen de donkergrijze muur achter hem. Op 36 haarscherpe foto’s – evenveel als het aantal mogelijke worpen – maakt de man een gracieuze dans. De dobbelstenen komen telkens anders neer en laten een net iets ander, sierlijk patroon achter, dat telkens weer perfect in balans met het koffertje en de slagschaduw. 36 Ways a dice can roll: dromen worden werkelijkheid in (bijna) tastbare objecten.

In zijn soloexpositie Probables in Galerie Fons Welters is de Zuid-Afrikaanse multimedia-kunstenaar Robin Rhode (1976) zelf ook te zien in een fraai stop motion-filmpje: met in zijn ene hand een fles Johnny Walker en in zijn andere een glas met ijsklontjes, een achtje (het oneindigheidsteken) draaiend op schaatsen. Ook de uit krijt geperste fiets die tegen een schoolbordzwarte wand staat opgesteld, is een bezoek waard: zo breekbaar zie je het zelden.

Dah osla Dothem, Derk Thijs en Chris Brans. T/m 6/11 bij P/////AKT platform for contemporary art, Zeeburgerpad 53.

Je ziet geen hand voor ogen als je binnenkomt; de tentoonstellingsruimte van P/////AKT is getransformeerd tot een primitieve pre-christelijke tempel met een verlaagd plafond, gestut op zestig boomstammen, en wel zeer schaarse lichtpuntjes.

Als je ogen eenmaal aan de omstandigheden zijn gewend, ontdek je in alle hoeken en gaten altaartjes met urnen en enorme eieren en muurschilderingen van dinosauriërs en andere beesten, in een stijl waarin met wat goede wil wel iets van Paul Klee is te herkennen.

Wat die objecten, tekeningen en schilderingen precies te betekenen hebben, valt moeilijk te zeggen, ook de raadselachtige naam Dah osla Dothem biedt geen uitkomst. Een bijzondere ervaring is het wel; de interactie tussen Derk Thijs en Chris Brans heeft geresulteerd in een sprookjeswoud waar je zo lang kunt rond dwalen als je zelf wilt en je steeds weer nieuwe, wonderbaarlijke dingen ontdekt.

De rubriek Galerie verschijnt iedere vrijdag in Het Parool.