jpekker

Galerie – Beeldende kunst in Amsterdam

Anne Geene, Paul den Hollander en Katrien Franken, Still – Love – Nature. T/m 31/8 in Kahmann Gallery, Lindengracht 35.

Kahmann Gallery verwierf zijn (internationale) reputatie vooral met gestileerde zwart-wit portretfotografie, naakten en vintage werk van fameuze fotografen als Eva Besnyö en Ed van der Elsken. De zomerexpo aan de Lindengracht is echter gewijd aan de natuur. De natuur met een twist.

Bij de foto’s Paul den Hollander (1950) heb je geen idee waarnaar je precies kijkt. Navraag leert dat het intrigerende, lichtgevend-paarse fallusfiguurtje een inktzwam is. Het merkwaardige, bijna magische licht bestaat uit energiebanen, geregistreerd met behulp van geaarde elektromagnetische velden en een lange sluitertijd.

Katrien Franken (1971) maakt uiterst esthetische ‘portretten’ van planten en plantjes. Hoe precies is ook niet helemaal duidelijk, maar het lijkt alsof ze een geribbelde glasplaat voor haar lens heeft gezet; het effect is in ieder geval schilderachtig.

En Anne Geene (1983) bracht in twee jaar tijd haar hele Rotterdamse volkstuintje van 245 m2 in kaart, op een uitputtende, quasiwetenschappelijke manier. Van de wortels tot de regendruppels en van de bacteriën tot de overvliegende vogels; werkelijk alles kwam terecht in alom bejubelde fotoboek Perceel nr. 235, Encyclopedie van een volkstuin, 2009 – 2010. Kahmann pikte de hoogtepunten eruit, waaronder een aantal bijzondere zoutprints.

Nota bene: 29 augustus geeft Roy Kahmann in de galerie een lezing naar aanleiding van Still – Love – Nature. Aanmelden via info@kahmanngallery.com.

Arnout Killian, CUBICLES. T/m 31/8 in Van Zijll Langhout Exposities, Brouwersgracht 161.

Het is bepaald geen grote expositie in Van Zijll Langhout Exposities, een bescheiden ‘space for artists’ op de hoek van de Brouwersgracht en de Palmstraat. Er hangen slechts drie schilderijen, om precies te zien. Maar die mogen er wezen. Arnout Killian (1969), ex-Rietveld en ex-Rijksakademie, schilderde zogeheten cubicles: kleine, gedeeltelijk afgescheiden ruimtes in een groot kantoor, in de meeste gevallen bedoeld voor slechts één werknemer.

De heldere, geometrische composities, die aanschurken tegen de abstracte kunst, vormen een fraai contrast met de warme, sfeerrijke, overbevolkte stillevens waarvoor Killian zich enkele jaren geleden liet inspireren door het Vondelpark. Werknemers zijn hier namelijk ver te zoeken; de cubicles zijn helemaal leeg. Er staan ook geen computers of prullenbakken. Er is geen stopcontact of uitgedroogde kamerplant te ontdekken. De vervreemdende sfeer wordt nog verder versterkt door de krappe uitsneden en de kunstmatige belichting, waarmee een soort van filmische spanning wordt opgeroepen.

Vion Pan, Family & Friends. T/m 31/8 in Marian Cramer Projects, Chopinstraat 31.

De Chinese fotografe Vion Pan (Pansiyue) is bezig een verblijfsvergunning te bemachtigen zodat ze samen met haar Amerikaanse man, kunstenaar David Lindberg, in Nederland kan blijven wonen. Tot die tijd fladdert ze van Amsterdam naar China naar de Verenigde Staten en weer terug. En probeert ze Nederlandse woordjes te leren met behulp van een internetcursus, zo is te zien in Family & Friends, haar tweede expositie in de ‘home gallery’ van Marian Cramer Projects in Oud-Zuid.

Het belangrijkste onderwerp van Pans foto’s zijn evenwel haar ouders. Haar 60-jarige moeder heeft kanker, haar 68-jarige vader heeft allerlei vage klachten. Vion Pan heeft hen beiden in huis genomen, zodat ze voor hen kan zorgen. Als ze er tenminste is.

De zorgtaak combineert ze met fotografie. Als een vlieg op de muur heeft ze het leven van haar ouders in en rond haar huis in Liuzhou City in het zuiden van China

vastgelegd. In het ziekenhuis waar ze onderzoeken moeten ondergaan. Tijdens wandelingen en andere uitstapjes in de buurt. En thuis, waar ze koken, eten en spelletjes spelen op haar oude computer.

Een stuk of dertig van Pans alledaagse zwart-witfoto’s zijn zo aan de muur bevestigd dat ze samen twee ogen vormen. In de pupil van het linkeroog brandt een oranjerood vlammetje – de vlam onder een wok. De pupil van het rechteroog wordt gevormd door een iPad, waarop een kleurenfilmpje speelt, waarin alle alledaagse taferelen nogmaals voorbij komen. “Ik zie er lelijk uit op de foto”, zegt haar vader als hij Vion bezig ziet met haar camera.

De ogen zijn gericht op twee bewerkte foto’s op de muur ertegenover. De linker – een oude zwart-witfoto van een boom waarop ze met sprankelende kleuren de herinneringen aan haar jeugd heeft aangebracht – illustreert het gemis dat Pan voelt. De rechter – een gefotoshopt strandtafereel waarin een oude versie Pan waakt over een slapende Pan – focust op haar onzekere toekomst.

In de hal hangt verder een sprookjesachtige foto van het vuurwerk tijdens het Chinese nieuwjaar in Liuzhou City. In de voorkamer is een tweede video te zien, waarin luchtopnamen van kronkelende terrassen worden doorsneden met beelden van een kwast die met Oost-Indische inkt al even zwierige vormen op rijstpapier zet. Dat is geen antropologie maar poëzie.