jpekker

Galerie – Beeldende kunst in Amsterdam

Hour House. T/m 29 januari in De Service Garage, Cruquiusweg 79.

Een half ingestort kaartenhuis – een metafoor voor de (kunst)wereld? – herbergt schilderijen, tekeningen, sculpturen en videoproducties, gemaakt door zeven kunstenaars die in de periode 2001-2004 studeerden aan het wereldvermaarde, maar bedreigde kunstenaarsinstituut De Ateliers.

Waar je ook rondloopt, overal zijn de glijdende, soms licht vervormde arrangementen hoorbaar van het Amerikaans pianoduo Ferrante & Teicher. Ze zijn afkomstig uit Keren Cytters bitterzoete Hollywood-pastiche Four Seasons, die in een van de kaartenkamertjes wordt geprojecteerd. In het prikkelende melodrama zijn belangrijke rollen weggelegd voor een badende man, een klagende buurvrouw, een brandende platenspeler en liters nepbloed, dat mooi kleurt bij het rood van de metersgrote speelkaarten.

Frank Koolen en Sjoerd Tim tekenden voor het fraaie staketsel, waarin ook de opgeruimde schilderijen van Morgan Betz in het oog springen. Het passende decor van het gesamtkunstwerk is De Service Garage, een enorme, kale loods aan de rafelranden van Oost.

Jan Pieter Ekker

Pierre Bismuth, An ocean of lemonade. Or the trouble with living in times of fulfilled utopias. T/m 5/2 in Smart Project Space, Arie Biemondstraat 105-113,

De Franse utopist Charles Fourier (1772-1837) droomde van een ideale wereld, waarop het klimaat op de Noordpool milder zou zijn dan aan de Middellandse Zee, iedere vrouw vier geliefden of echtgenoten tegelijk zou hebben, en de zeeën niet langer zout zijn, maar in enorme plassen, destijds zeer kostbare limonade zijn veranderd.

An ocean of lemonade is ook de naam van een overweldigende expositie van de Franse kunstenaar Pierre Bismuth, buiten kunstkringen waarschijnlijk het bekendst vanwege zijn basisidee voor Michel Gondry’s krankjoreme Eternal sunshine of the spotless mind.

Bismuth vraagt zich af welke beloftes zijn ingelost en wat er vandaag de dag nog te wensen valt. Voor kunstenaars en gewone mensen. Zo heeft hij onder meer honderdeen gebruiksartikelen uitgestald die je leven kunnen veranderen of zouden hebben veranderd als je maar had gekocht – van een zonnebank tot een glimmende basgitaar. Ook vraagt hij het publiek alvast op zoek te gaan naar de opvolgers van kunstenaars als Damien Hirst en Bruce Nauman.

Tala Madani, The Jinn. T/m 5/2 in SMBA, Rozenstraat 59.

Een kriebelig mannetje met een sikje, een roze trui en blote voeten komt het beeld in wandelen, draait zich naar de toeschouwer en begint te dansen. Als een balletdanser fladdert hij door het zwartblauwe kader, dan weer beweegt hij als Michael Jackson of maakt hij ‘moves like Jagger’. Tot slot van zijn overrompelende performance verdwijnt hij rechtstandig onder uit het beeld. Zijn handen als laatst; het lijkt alsof hij nog even zwaait.

Het sprankelende animatiefilmpje is gemaakt door Tala Madani, een jonge Iraanse kunstenares die in 2007 artist in residence was bij de Rijksakademie en nu woont en werkt in Amsterdam en New York. Het mannetje is een djinn. Of een mens die is bezeten door een djinn.

Volgens de Arabische folklore zijn djinns schepselen uit het rookloze vuur van Allah; mythologische wezens met magische krachten, die een andere wereld bewonen dan wij, maar zich vrijelijk mengen in de onze. Meestentijds blijven djinns onzichtbaar voor mensen; slechte djinns kwellen mensen.

In een prikkelend essay dat bij Madani’s expositie in Stedelijk Museum Bureau Amsterdam verschijnt, brengt curator Kerstin Winking haar fascinatie voor jinns en irrationaliteit in verband met de hitserie Breaking Bad én de machtsstrijd tussen de Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad en grootayatollah Ali Khamenei. Ook stelt hij dat Madani zelf werkte als een demon, ‘in de letterlijke betekenis van het woord’.

Hoe het ook zij; haar bezetenheid is vertaald in drie fraaie animatiefilmpjes en talrijke, al evenzo fantasierijke tekeningen en schilderijen, allemaal gemaakt in dezelfde stijl, die meandert tussen de heldere lijn van de striptekening en expressionistisch schilderkunst.

Op een prachtig doek zit een dik mannetje in een comfortabele stoel, slechts gekleed in een zwart broekje. Zijn blik is gekweld; het zal het gapende, zwarte gat in zijn enorme buik zijn. Een gat dat wellicht is veroorzaakt door het zwarte wezentje dat hij in zijn rechter knuist geklemd houdt. Of heeft hij het eigenhandig uit zijn buik verwijderd?

Waar mens begint en djinn eindigt valt maar moeilijk te zeggen.