jpekker

Film van de Week: The Player

De vader van John Appel voor een van de vele Mercedessen die hij versleet.

Zo goed als de Joris Ivens Award-winnaar André Hazes – Zij gelooft in mij is hij niet, net niet, maar met The Player, een liefdevolle ode aan zijn gokverslaafde vader, toont John Appel zich andermaal een van Nederlands beste documentairemakers.

‘Misschien is niets geheel waar’, citeert Appel Multatuli aan het begin van de film. ‘En zelfs dàt niet.’ Het citaat slaat op de verhalen van de drie gokverslaafde mannen die Appel opvoert, maar óók op de verhalen die Appel junior zelf opdist over zijn vader. Het zijn zíjn (subjectieve) herinneringen, wil hij maar zeggen.

The Player – op het afgelopen IDFA bekroond als beste Nederlandse documentaire en genomineerd voor de Joris Ivens Award die niet meer zo heet – eindigt met een anekdote: John zit naast zijn vader in de Mercedes, hij was 9 of 10 jaar oud. Hij moet heel goed op de weg letten, zegt zijn vader, die tien seconden met zijn ogen dicht wil proberen te rijden – dat durft niemand! ‘Hij deed zijn ogen dicht en begon te tellen: een-en-twintig, twee-en-twintig-drie-en-twintig…’

Appel illustreert het verhaal met vale beelden, geschoten door de voorruit van een zachtgroene Mercedes, alsof de kleine John die dag een videocameraatje bij zich had. Dat was natuurlijk niet het geval; de beelden zijn speciaal voor de film opgenomen en oud gemaakt. Met het zelfgemaakte ‘archiefmateriaal’ wil Appel het gevoel van toen oproepen, en hij slaagt daar glansrijk in – mede door de nuancering aan het begin van zijn film.

The Player van John Appel draait vanaf 7 januari in de filmtheaters.