jpekker

‘Er wordt vaak te vaag over gedaan’

Anneke Blok op de opening van de fotoexpositie van Jaap Vrenegoor in Galerie 10. Foto Lucia Guglielmetti

Lang leve het wereldwijde web! ik vond een interview dat ik in februari 1997 (!) voor de Filmkrant heb gemaakt met Anneke Blok, de Gast van het Jaar van het Nederlands Film Festival. Het ging over acteren; Blok speelde nog bij De Trust. ‘Acteren is gewoon een ambacht; er wordt vaak vaag over gedaan, terwijl het eigenlijk heel concreet is.’

Anneke Blok volgde de Academie voor Expressie in Kampen en de Toneelschool in Arnhem. Na de Toneelschool werkte ze een jaar freelance, daarna speelde Blok in een opnieuw geënsceneerde versie haar eindexamenproject van de Toneelschool: ‘De Möwe’ van Tjechow. Die voorstelling werd het begin van De Trust, het gezelschap waar Blok tot op de dag van vandaag aan verbonden is.

Hoewel er niet veel tijd voor film- of televisierollen was, speelde Anneke Blok in het ontstaansjaar van De Trust in twee korte films: Wij houden zo van Julio (Ramon Gieling, 1989) en Uw mening graag (Heddy Honigmann, 1989). Voor die laatste film ontving ze een Gouden Kalf, omdat de jury zeer aangenaam verrast was door de jonge actrice: ‘Zij maakt van haar optreden iets zo bijzonders dat men haar niet licht vergeet. Dit gevoegd bij een opmerkelijk komisch talent doet de jury uitzien naar de toekomstige ontwikkeling van Anneke Blok als (film)actrice.’

Die haakjes om film stonden er niet voor niks. Bloks belangrijkste podium bleef het toneel. Ze was elk jaar in minstens één stuk van De Trust te zien, en met succes: voor ‘Friedrichswald’ en ‘OVERGEWICHT, Onbelangrijk: VORMELOOS’, beide in de regie van Theu Boermans, won ze de Colombina voor beste vrouwelijke bijrol; in 1994 won ze de Theo d’Or voor beste vrouwelijke hoofdrol voor haar optreden als Marietje in ‘Presidentes’, eveneens in de regie van Boermans. Daarnaast was ze nog in drie films te zien – Kracht (Frouke Fokkema, 1990), en Het verlorene zal ik zoeken (1993) en De nieuwe moeder (1995) van Paula van der Oest – en in een bescheiden aantal televisieprodukties, waaronder ‘Bij nader inzien’ (Frans Weisz, 1990) en ‘Tijd van leven’ (André van Duren, 1996).

‘Het is lastig om toneel met film te combineren’, vindt Anneke Blok. ‘Ook nu weer ben ik overdag aan het repeteren. Als je dan wat doet, moet het wel iets zijn dat het waard is. Toen de jongens bezig waren met ‘De partizanen’ kwam André van Duren met de scripts van ‘Tijd van leven’. Er was ons, de vrouwen van De Trust, veel aan gelegen om daar in terecht te komen. Als de jongens ‘De partizanen’ niet hadden gedaan, had dat nog ingewikkeld kunnen worden; dan hadden ze gezegd ‘Dat kan toch niet, we kunnen toch niet een half jaar zonder al die vrouwen!’.’

Ongegeneerd
‘Van meet af aan wilde De Trust geen gezelschap worden zoals er al zovele waren: met een paar steracteurs waar een aantal acteurs omheen wordt gedrapeerd. Waar de zakelijk leider blijft zitten en de samenstelling van de groep telkens wijzigt, waar het ‘Ieder voor zich en God voor ons allen’ is. Wij wilden dat iedereen zijn verantwoordelijkheden had, waardoor van het kantoor, tot de acteurs en de techniek de betrokkenheid bij het werk groot is. In het jaar dat ik freelance werkte, kwam het voor dat op de eerste repetitiedag het decor al klaar was. Bij De Trust kun je als acteur meebeslissen over het repertoire en de rolverdeling. Het decor wordt gelijktijdig met het repetitieproces ontwikkeld. Dat zijn belangrijke dingen, het betekent namelijk dat je heel anders aan een stuk begint en dat zie je uiteindelijk in de voorstelling terug.’

‘Bij ‘Tijd van leven’ ging het op een gegeven moment een beetje op het werk van De Trust lijken. We konden meepraten over de rol, de kostuums, en op het moment dat we gingen draaien was André de baas. Tijdens de opnames die acht maanden duurden, hebben we geen rushes gezien. André vond het niet nodig; hij was de enige die de grote lijn in de gaten hield, hij wist waar het uiteindelijk naartoe moest. Bij toneel is het hetzelfde: uiteindelijk maakt Theu de keuzes.’

‘Een goede regisseur is van levensbelang. Ik moet ongegeneerd kunnen zijn, een grote vrijheid om mezelf heen creëren, want dan kom ik tot het beste resultaat. Dat is bij film ingewikkelder dan bij toneel, omdat ik me teveel laat beperken door de restricties van de techniek, de tijdsdruk of het geld, allemaal oneigenlijke dingen. Bij een vast gezelschap als De Trust kun je je na jarenlang samenwerken alles permitteren; bij film moet ik me dat gevoel weer helemaal opnieuw verwerven. Bij toneel kan ik voorstellingen voor mijn gevoel ontzettend verknallen. Maar de volgende dag ben ik dat vergeten, want dat kun je je alweer revancheren: je speelt één goede voorstelling en je bent het kwijt. Bij film kan ik er zo lang last van houden als een scène niet goed loopt. Vaak wordt het in de montagekamer wel beter gemaakt doordat er muziek onder wordt gezet, of omdat dat stukje er net niet in zit, maar het werkt wel door op je gemoed.’

Ambacht
‘In de inleiding van deze serie staat dat acteren een mysterie is. Dat vind ik dus niet, daar ben ik het helemaal niet mee eens. De uitwerking die het heeft op het publiek, dat zou je raadselachtig kunnen noemen, dat gaat zo zijn eigen weg. Maar het vak op zichzelf, het acteren, dat is gewoon een ambacht zoals elk ambacht. Ik vind dat daar vaak veel te vaag over wordt gedaan, terwijl het eigenlijk heel concreet is. Binnenkort spelen we ‘Drie zusters’, de voorstelling van vorig seizoen, opnieuw. In het derde bedrijf zit een heel dramatische scène. Die gaat ver, maar dat moet ik wel zestig keer doen. Je kunt het je dus niet permitteren om jezelf iedere avond helemaal binnenstebuiten te keren. Je moet de emotie uit de tekst halen, de tekst werkt dan als muziek. Het appelleert direct aan een gevoel en dan komen de tranen vanzelf.’

‘Bij film is dat weer anders; een dramatische scène voor film hoef je maar één keer te doen, daarna speel je het nooit meer. Je kan dan twee dingen doen. Je kunt een uur van te voren in een huilkramp achter het decor gaan zitten. Het gevaar daarvan is dat de regisseur misschien denkt ‘Hier kan ik niet aankomen, dit is echt, dat moesten we maar zo houden’. Je kunt ook dampo onder je ogen smeren en je emotie naar believen doceren. In Uw mening graag moest ik, terwijl ik een sigaretje rookte, een tekstje zeggen in de camera waarbij de tranen in mij ogen opwelden. Zelf rook ik niet, dus als je die rook vlak voordat je gaat praten in je ogen laat komen, heb je vanzelf die opwellende tranen. Dan hoef je jezelf niet zo te forceren. Dat is vaak lelijk. Het maakt niet uit hoe je het doet, als het gevoel dat je wilt overbrengen maar aankomt bij het publiek. Je kunt een hoop suggereren in film, maar je moet wel weten wát. Het voorwerk is belangrijk. Alles binnenstebuiten keren, eindeloos praten en grenzen aftasten om erachter te komen hoe een rol het best gespeeld kan worden.’

Acteerprestatie
Omdat het de bedoeling is dat De Trust zich in de toekomst naast toneel meer en meer met film en televisie gaat bezighouden is in 1995 Trust Media opgericht. Blok: ‘Als je het binnenhuis haalt, kun je het tenminste nog een beetje plannen. Wanneer je de produktie in eigen hand houdt, blijft er bovendien geld over om in de film te stoppen in plaats van dat het naar een producent verdwijnt. Bij ‘De partizanen’ waren er duidelijke artistieke meningsverschillen over een aantal dingen die Theu nodig had voor zijn film. Als een producent dan zegt dat er geen geld voor is, houdt het op. Dat is de belangrijkste reden dat we het in eigen hand hebben willen nemen, we hebben hier toch al een produktiekern.’

Sindsdien ontpopte Boermans zich als film- en televisieregisseur en verlegden ook de andere leden van de groep, inclusief technici en de vormgever, hun werkterrein. Dat leverde de nodige reacties op in de Nederlandse filmwereld. Zoveel geld hebben de verschillende fondsen niet te verdelen, en een gesubsidieerd toneelgezelschap dat zich op filmproduktie stort, betekent oneerlijke concurrentie voor filmproducenten, die weliswaar vooral met overheidsgelden werken, maar niet een structureel gesubsidieerd apparaat achter zich hebben. Blok kent de bezwaren: ‘Trust Media raakte tussen wal en schip toen het door het Nederlands Fonds voor de Film niet geaccepteerd werd als producent omdat De Trust zou participeren met toneelgeld. Dit wordt door De Trust bestreden omdat er met gescheiden rekeningen wordt gewerkt. In de nieuwe Cultuurnota is er geen beletsel meer, als er tenminste maar met gescheiden jaarrekeningen gewerkt wordt. Het is nu de bedoeling dat Trust Media de produktionele voorwaarden gaat scheppen, waarin de inhoud optimaal tot zijn recht komt. En de plannen? Dit jaar komt er een aantal filmregisseurs – Erik van Zuylen is net begonnen – toneelstukken regisseren. Te zijner tijd zou daar weer een film- of televisiebewerking van gemaakt kunnen worden. Dat gebeurde eerder met 1000 rosen, de eerste échte Trust-film, die gebaseerd is op het gelijknamige toneelstuk van de Oostenrijker Gustav Ernst.’ Blok weet nog niet waar ze in terecht zal komen. ‘Het is de bedoeling dat er een soort roulatiesysteem komt, maar dat is bij film toch moeilijker dan bij theater. In een film kan ik geen jong meisje meer spelen, maar met een beetje moeite lukt het nog wel om een eenentwintigjarige Irina in ‘Drie zusters’ op toneel neer te zetten. Geloofwaardigheid maakt het onderscheid tussen goed en slecht. Als ik naar mezelf kijk moet het wel van heel erg goede huize komen, wil het door de beugel kunnen; ik zie al mijn onhebbelijkheden. Met een film waar veel andere mensen in zitten en ikzelf niet zo’n groot aandeel in heb, heb ik minder moeite. ‘Bij nader inzien’ vind ik prachtig, er is zoveel te zien en ik ben zo weinig aanwezig. Volgens mij had ik zes draaidagen, waarvan ik er vier alleen maar bij de open haard stond of ‘Dag’ moest zeggen. Maar om dat nu een acteerprestatie te noemen… Het is adequaat. De tekst komt er goed uit.’