jpekker

De werkelijkheid verzin je niet / 8

Joris Ivens ontvangt het Gouden Kalf uit handen van minister Brinkman, in 1985 op het Institut Néerlandais in Parijs

Joris Ivens ontvangt het Gouden Kalf uit handen van minister Brinkman, in 1985 op het Institut Néerlandais in Parijs

Daags voor de opening van IDFA werd bekend welke vijftien documentaires nog in de race zijn voor de Academy Award for Best Documentary Feature. De Nederlandse inzending Bloody Mondays & Strawberry Pies van Coco Schrijber, vorig jaar op het Nederlands Film Festival bekroond als beste documentaire, zit daar niet bij. Capitalism: A Love Story van Michael Moore, die met Bowling for Columbine in 2003 de Oscar al eens won (en de IDFA Audience Award, de Prix Spécial du 55ième Anniversaire op het festival van Cannes en een sloot andere prijzen), maakt ook geen kans meer.

Maar acht andere lange documentaires die op deze editie van IDFA draaien, staan wél op de Oscar-shortlist: The Cove, Food, Inc., Garbage Dreams, The Most Dangerous Man in America, Mugabe & the White African, Sergio, Soundtrack for a Revolution en Burma VJ, die vorig jaar op IDFA werd bekroond met de hoofdprijs, de Joris Ivens Award en deze editie opnieuw te zien is omdat regisseur Anders Østergaard in de ‘Feature-Length Documentary’-jury zit.

Worden de films beter van de nominaties en prijzen? Nee, natuurlijk. Maar de prijzen doen de films wel goed. Bekroonde films worden uitgenodigd voor andere festivals, en de prijzen maken nieuwsgierig. Prijzen helpen films en makers vooruit. Daarom worden er ook zoveel prijzen uitgereikt.

Op de allereerste editie van IDFA, in 1988, waren er slechts drie prijzen te verdelen: de Joris Ivens Award, de Juryprijs en de Publieksprijs. De jury onder leiding van Frederik Wiseman (deze editie geëerd met een Living Legend Award) verdeelde de hoofdprijs daarom maar over twee films.

Vanmiddag wordt een karrenvracht prijzen uitgereikt, waaronder voor het eerst ook een prijs voor de beste Nederlandse documentaire. Voor de goede orde: nog geen twee maanden geleden won Rotvos van Jan Musch en Tijs Tinbergen op het Nederlands Film Festival het Gouden Kalf, zeg maar de prijs voor de beste Nederlandse documentaire van het jaar.

Ook nieuw is dat de hoofdprijs niet meer naar de naam van Joris Ivens draagt. Er worden alleen nog IDFA Awards vergeven – prijzen zijn namelijk óók belangrijk voor festivals en festivals willen daarom graag dat iedereen weet waar de prijs vandaan komt.

En toch is het jammer, dit staaltje branding. Sterker: zou het niet veel mooier zijn om de hoofdprijs volgend jaar weer gewoon naar Joris Ivens te vernoemen, de prijs voor de beste middellange documentaire naar pak ‘m beet Johan van der Keuken of Bert Haanstra, die voor beste korte documentaire naar Herman van der Horst, en de beste studentenfilm naar Louis van Gasteren? Eventueel plakken ze er nog ‘IDFA’s’ voor en een sponsornaam. Zo incorporeert het festival de rijke Nederlandse documentairegeschiedenis. Dát is pas branding.