jpekker

De stad als een levend beest

SG_HWVDS_Eflyer

Op het postertje voor Maurice Bogaert’s expositie Het wezen van de stad staat een plastic zakje. Hoewel het witte geval hengels heeft en het tegen een rood-bakstenen muur zweeft, doet het onmiskenbaar denken aan American Beauty (1999), Sam Mendes’ portret van een depressieve huisvader in suburbia.

Daar gaat Het wezen van de stad niet over, en toch is het beeld goed gekozen door Michiel Schuurman, de ontwerper van al het artwork van deSERVICEGARAGE. Vanwege de filmische associatie en vanwege de verwijzing naar de stad. En vooral omdat het, net als Het wezen van de stad, de fantasie in werking zet.

Maurice Bogaert (Heerlen 1975) – hij studeerde aan de Academie Beeldende Kunsten in Maastricht en het Piet Zwart Instituut in Rotterdam – bevraagt de relatie tussen film en architectuur. Zo maakte hij het bekroonde The Apartment, een installatie annex reconstructie van het appartement in Roman Polanski’s psycho-drama Repulsion (1965). Voor ieder shot bouwde Bogaert een nieuwe ruimte, precies zoals de camera in de film laat zien. Het publiek kon door de opeenvolgende ruimtes lopen, en zo de rol van de camera overnemen. Vervolgens bouwde hij drie scènes na uit Stanley Kubricks horrorfilm The Shining.

Het wezen van de stad is een logisch vervolg; opnieuw toont Bogaert hoe camerabewegingen en montage de ervaring van de kijker beïnvloeden, in dit geval van een stad. Een stad als protagonist. Een stad als alle andere. Maar vooral: een stad als Amsterdam, waar Bogaert sinds 2003 woont en hij sinds 2006 kunstgeschiedenis doceert aan de Theaterschool.

In de ene zaal van deSERVICEGARAGE plaatste Bogaert vijf archiefkasten, met daarin allerhande zelf gebouwde, bewegende maquettes. Op een grote draaiende schijf zijn piepschuimen blokjes in allerlei formaten bevestigd, die huizen, fabrieken, blokken en flats voorstellen. Er zijn rudimentaire interieurs, fly-overs, er ligt een metrospoor, er is een stuk stoep, een snelweg en een wolkenlucht. En overal hangen piepkleine camera’s, een stuk of twintig in totaal.

maurice_bogaert_HetWezenvandeStad_SG001

De beelden worden geprojecteerd op een muur, drie naast elkaar, min of meer random: close-ups afgewisseld met wijde shots, van binnen naar buiten en van boven naar beneden, allemaal in contrastrijk zwart-wit.

Bij de drie grotestads-perspectieven klinkt een voice-over; een tekst van Simone Hogendijk, monotoon, bijna bezwerend gesproken door acteur Klaas Postmus, over de stad als organisme; “de stad als een beest, met de gebouwen als haar organen en de mensen de luizen in de pels, de piskijkers die het wezen proberen te doorgronden”.

In een tweede ruimte staat een aantal enorme (huizen)blokken. Ze staan schots en scheef, er zijn geen ramen of deuren. Als je er omheen loopt, zie je de steunbalken en de zandzakken: het is slechts een decor. Ernaast liggen hand-outs met de tekst van een tekst van Hogendijk, in lijn vormgegeven, zonder begin en zonder eind.

De tekst gaat maar door, net als de beeldenstroom in de belendende ruimte, net als de stad zelf. Dát toont Het wezen van de stad: de constant ademende en veranderende stad, in een eeuwig durende transitie, gevangen in een zich eeuwig herhalende (film)sequentie van slopen, bouwen, afbreken en weer opbouwen.

Het wezen van de stad van Maurice Bogaert. T/m 9/2 in deSERVICEGARAGE, Cruquiusweg 79.