jpekker

De pijn zelf voelen, de pis zelf ruiken

Het totale gebrek aan perspectief voor de gevangenen in de Noord-Ierse Maze-gevangenis wordt in het begin van Hunger klip en klaar door een voice-over van premier Margaret Thatcher. ‘Er bestaat niet zoiets als politieke moord, een politieke bomaanslag of politiek geweld’, buldert ze met haar IJzeren stem, terwijl de camera langzaam door de kale gangen van de gevangenis beweegt. ‘Er is alleen criminele moord, een criminele bomaanslag en crimineel geweld. Daar zullen we niet aan tornen. Er zal geen politieke status zijn.’

Het is 1981. De Britse regering heeft alle paramilitaire gevangenen hun politieke status ontnomen. Als protest weigeren de IRA-leden in de beruchte H-blokken een gevangenisuniform te dragen en slaan ze alleen nog een deken om zich heen.

Het dekenprotest gaat over in het dirty protest: de gevangenen weigeren zich te wassen en smeren hun uitwerpselen tegen de muur. Als dat ook niets uithaalt, zoekt een aantal van hen het in nog radicalere actie: een estafettehongerstaking. Bobby Sands is een van de hongerstakers. Hij sterft na 66 dagen, pas 27 jaar oud.

In zijn speelfilmdebuut Hunger laat beeldend kunstenaar Steve McQueen – hij was twaalf toen Sands overleed – zien en horen hoe het geweest moet zijn in de Maze-gevangenis. En zelfs meer dan dat: de bioscoopganger voelt de pijn als Sands’ doorligwonden worden ingesmeerd; hij ruikt de penetrante pislucht in de cellenblokken en  de dampende maaltijden die naast het bed van de wegkwijnende hongerstaker worden gezet.

In de eerste helft van zijn film toont McQueen de dagelijks routine in de cellenblokken, vooral vanuit het perspectief van de gevangenisbewakers. Hij doet dat met een feilloos oog voor gruwelijke, dan weer oogverblindende details.

De tergende tweede helft focust op de hongerstaking van Sands, een weergaloze rol van Michael Fassbender, die aan het einde van de film nog slechts vel over been is. De perspectiefwisseling wordt gemarkeerd door een ruim 15 minuten durende dialoog tussen Sands en een priester, waarin talrijke morele dilemma’s de revue passeren. De scène bestaat uit slechts één shot, opgenomen met een vaste camera; het moet een enorme krachttoer zijn geweest voor beide acteurs. Tot slot trekt McQueen nogmaals alle registers open, op weer een andere manier: als Sands zijn laatste adem uitblaast, tuimelen flashbacks en vervormde, wazige beelden prachtig over elkaar heen.

Het werkt wonderwel. Omdat de vorm, hoe dominant ook, altijd dienstbaar is aan het effect dat McQueen ermee beoogt. Hunger is een uiterst zintuiglijke film, die politiek persoonlijk maakt en het persoonlijke universeel. Geen dorre geschiedenisles, maar juist zo actueel als maar kan; de onmiskenbare parallellen met Abu Ghraib en Guantánamo Bay maken McQueens meermaals bekroonde debuut tot een onontkoombare kijkervaring.

Hunger van Steve McQueen, zondag 4 december, 21.45 uur, Canvas.