jpekker

De Nederlandse film brak het afgelopen jaar records…

De Nederlandse film brak het afgelopen jaar records. De best bezochte Nederlandse film, Gooische vrouwen van Will Koopman, trok meer dan 1,5 miljoen bezoekers en leverde een recette op van bijna 11,5 miljoen euro. Het eerste kwartaal van 2011 zorgde de Nederlandse film voor een marktaandeel van meer dan 30 procent in de bioscooprecette. Het marktaandeel van de Nederlandse film lag vorig jaar rond de 16 procent.

Dat was mede de verdienste van New Kids Turbo van Steffen Haars en Flip van der Kuil, die ook in recordtijd één miljoen bezoekers trok en bovendien met succes in de Duitse bioscopen werd uitgebracht. Ook films als Sonny Boy en Loft scoorden goed.

Het aandeel van de artistieke film en de documentaire stak daar traditioneel schraal bij af; ook films als R U There van David Verbeek, gesitueerd in de hippe wereld van professionele gamers, en het eigenzinnige relatiedrama Brownian Movement van Nanouk Leopold moesten het doen met bescheiden bezoekersaantallen.

Terwijl Leopold en Verbeek inmiddels toch graag geziene gasten zijn in het internationale festivalcircuit. Verbeeks R U There was vorig jaar te zien in de sectie Un certain regard, een prestigieus onderdeel van het hoofdprogramma van het festival van Cannes; dit jaar keerde hij er terug om op uitnodiging van het Cinéfondation Atelier aan zijn nieuwste project Full Contact te werken. Leopolds Brownian Movement werd geselecteerd voor het festival van Toronto en het Forum van de Berlinale.

Voor dezelfde selectie was ook De Engel van Doel geselecteerd, de eerste lange documentaire van Tom Fassaert, die een speciale vermelding ontving van de oecumenische jury. Ook de korte animatiefilm Get Real! van Evert de Beijer, te zien op het kinderfilmfestival van Berlijn, kreeg een eervolle vermelding. De Duits-Nederlandse, grotendeels Frans gesproken coproductie Schlafkrankheit (IDTV Film), waarin de hoofdrol wordt gespeeld door Pierre Bokma, werd in Berlijn onderscheiden met de Zilveren Beer voor beste regie.

Code Blue van de Poolse Nederlandse Urszula Antoniak was opgenomen in de respectabele parallelsectie Quinzaine des Réalisateurs van het festival van Cannes – waar werd gehoopt op plek in de hoofdcompetitie. Ook The Other Side of Sleep van de Ierse Rebecca Daly, gecoproduceerd door de Amsterdamse productiemaatschappij Rinkel Film, haalde de Quinzaine.

Het festival van Venetië – het derde grote festival – opende met de documentaire Vivan las antipodas!, gecoproduceerd door Leontine Petit, Joost de Vries en Marleen Slot, en selecteerde tevens de Engels-Nederlandse (Submarine) coproductie Shock Head Soul met onder anderen Hugo Koolschijn, Annik Pfeifer, Jochum ten Haaf en Thom Hoffman voor het onderdeel Orizzonti. De coproductie Habibi van de Amerikaanse filmmaakster Susan Youssef was opgenomen in de parallelsectie Giornata degli autori.

Onder ons, het speelfilmdebuut van Marco van Geffen, werd uitverkoren voor de hoofdcompetitie van het festival van Locarno. En de documentaire Stand van de sterren van Leonard Retel Helmrich, eerder al de de grote winnaar van het IDFA, werd bekroond op het Sundance festival en het Zagrebdox Filmfestival.

Op het festival van Tribeca werd Carice van Houten uitgeroepen tot beste actrice voor haar vertolking van de Zuid-Afrikaanse schrijfster Ingrid Jonker in Paula van der Oests Black Butterflies. Dat Van Houten een fenomeen is binnen de Nederlandse filmwereld wordt onderschreven door haar rijk geïllustreerde biografie, waarin filmjournalist Ab Zagt onder anderen Paul Verhoeven, Halina Reijn en Martin Koolhoven de loftrompet op de actrice laat steken.

Koolhovens Oorlogswinter werd met redelijk succes uitgebracht in de Amerikaanse bioscopen. De film was aangekocht door de Amerikaanse distributeur Sony Pictures nadat hij in 2009 op de shortlist van de Oscarnominaties voor beste niet-Engelstalige productie was beland.

Het Nederlands Fonds voor de Film ging in de zomer van 2011 verder als Nederlands Filmfonds. De nieuwe naam en een eenduidig zwart-wit logo dienen de herkenbaarheid in binnen-, en buitenland te verbeteren. Het fonds introduceerde een nieuwe website en geactualiseerde, in aantal sterk teruggebrachte reglementen. Ook werd het mogelijk om digitaal aan te vragen.

De subsidie voor het succesvolle Rotterdam Media Fonds, dat de mediabedrijvigheid in de regio Rotterdam stimuleert, werd in 2011 gehalveerd; in 2012 krijgt het fonds helemaal geen geld meer van de stad Rotterdam.

Een aantal Nederlandse filmmakers en ondernemers lanceerde Cinecrowd, een online platform om fictiefilms en documentaires te financieren. Afhankelijk van de donatie krijgt de filmliefhebber een beloning – van een dvd van de film en toegangskaartjes tot een credit of een bezoek aan de set. De eerste lichting Cinecrowd-films gaat op het filmfestival in première.

Ook Claustrofobia, het speelfilmdebuut van Bobby Boermans, werd op een bijzondere manier gefinancierd en gedistribueerd: de thriller over orgaanroof is mede mogelijk gemaakt door de Maag Lever Darm Stichting en werd niet uitgebracht in de bioscoop, maar was gratis te zien op computer, iPad, of smartphone. Voor wie zich registeerde bij de Maag Lever Darm Stichting tenminste, anders kostte het 3,99 euro om de film te zien.

In 2011 werd ook de website ximon.nl gelanceerd, een initiatief van de Nederlandse Vereniging van Speelfilmproducenten, het EYE Film Instituut Nederland en het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, waarop alle Nederlandse films waarvan nog een print bestaat tegen betaling beschikbaar worden.

De Stichting Digitalisering Nederlandse Cinema, opgericht door de Nederlandse Vereniging van Bioscoopexploitanten NVB, de Nederlandse Vereniging van Filmdistributeurs NVF en het EYE Filminstituut, is eind 2010 begonnen met de digitalisering van alle Nederlandse bioscopen en filmtheaters. Alles alles volgens plan verloopt krijgt de digitalisering de komende anderhalf jaar zijn beslag.

Acteur Antonie Kamerling maakte begin oktober 2010 een einde aan zijn leven. Hij was 44 jaar en liet een vrouw (actrice Isa Hoes) en twee kinderen na. Na zijn dood was Kamerling nog te zien in de serie Levenslied als depressieve muzikant en, kortstondig naast vriend en producent Reinout Oerlemans, in New Kids Turbo.

Ook Eddy van der Ende, cameraman voor filmmakers als Bert Haanstra (Glas, Fanfare), Fons Rademakers (Het mes, Mira), Jacques Tati (Traffic) en Adriaan Ditvoorst (Flanagan) overleed, net als Frans Afman. Afman was jarenlang hoofd van de entertainmentdivisie van de Credit Lyonnais Bank Nederland en speelde een belangrijke rol in de financiering van films als A Room with a View, Dances with Wolves, The Name of the Rose, Platoon, Terminator en Total Recall. Tussen 1996 en 2007 was Afman bestuursvoorzitter van het Nederlands Film Festival. Bij zijn vertrek als voorzitter werd hij geridderd in de orde van Oranje Nassau vanwege zijn grote verdiensten voor de Nederlandse filmwereld. Rozemyn Afman werkt aan een documentaire over haar flamboyante vader, en er is tevens een biografie in de maak.

Het was op politiek terrein dat het afgelopen jaar waarschijnlijk de allerbelangrijkste ontwikkelingen plaatsvonden. Een afwijkend advies van de Raad voor Cultuur, een landelijke protestmanifestatie (‘Schreeuw om Cultuur’), een protestmars van Rotterdam naar Den Haag (‘Mars der Beschaving’), een open brandbrief van de filmmakers Paul Verhoeven, Jean van de Velde, Urszula Antoniak, Alex van Warmerdam en Martin Koolhoven, én een enorme lobby konden niet voorkomen dat half juni 2011 de aangekondigde kortingen op cultuur door staatsecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Halbe Zijlstra in vrijwel onveranderde vorm werden doorgevoerd.

Het betekent dat er vanaf 2013 200 miljoen euro minder beschikbaar is voor kunst, op een subsidiebedrag van nu nog 490 miljoen. De culturele wereld en de media spraken van een ‘kaalslag’. Zijlstra, uit naam van de coalitiepartners VVD en CDA en gedoogpartner PVV, hield het erop dat zijn maatregelen de sector op eigen benen leren staan en dus vooruit helpen.

Hoe precies, dat is niet helemaal duidelijk. Zo zegt de staatsecretaris het marktaandeel van de Nederlandse film (zestien procent) te willen behouden, maar verlaagt hij tegelijkertijd het budget voor film van 35 naar 28 miljoen euro. De structurele subsidie aan het film- en mediafestival voor de jeugd Cinekid en het Holland Animation Film Festival HAFF worden stopgezet. Vanaf 2013 moeten beide instellingen, die opereren op nichemarkten waarmee Nederland zich internationaal onderscheidt, aankloppen bij het Filmfonds, net als het Nederlands Instituut voor de Animatiefilm NIAF. De postacademische instellingen vallen in het nieuwe kunstenplan niet meer onder de basisinfrastructuur, wat betekent dat ook het Binger Filmlab op eigen benen verder moet.

Het sectorinstituut EYE, dat eind 2011 zijn deuren opent in een futuristisch pand in Amsterdam Noord, krijgt weliswaar minder geld dan waarop was gehoopt en moet zijn distributie-activiteiten beëindigen, maar behoudt zijn structurele subsidie van 6,5 miljoen euro. Het International Film Festival Rotterdam IFFR, het International Documentary Film Festival Amsterdam IDFA en – na een geslaagde lobby – het Nederlands Film Festval blijven ook in de zogenaamde basisinfrastructuur.

Het Nederlands Fonds voor de Film moet inleveren; het budget gaat terug van 35,5 naar 26,9 miljoen euro. Het filmfonds becijferde dat door de bezuinigingen het aantal Nederlandse speelfilms de komende jaren met de helft zal teruglopen, en pleit voor aanvullende maatregelen om filminvesteringen te faciliteren. Daarmee zouden de ambities van de staatssecretaris waargemaakt kunnen worden, het productievolume worden verstevigd, de internationale positie versterkt en het marktaandeel van de Nederlandse film kunnen worden behouden. Wordt ongetwijfeld vervolgd…