jpekker

De cri de coeur van Cyrus Frisch

Georgine Verbaan in oogverblindend

Georgine Verbaan in Oogverblindend

Een film van Cyrus Frisch is nooit af. De regisseur blijft maar doorpriegelen; hij schuift met scènes en verandert de muziek. Toen Oogverblindend begin dit jaar in première ging op het Rotterdamse filmfestival zat er opeens een scène in die opviel door de stemmige muziek van Tindersticks. Die zat er nog niet in toen de film aan de pers werd vertoond, en nu de film in de reguliere bioscoop wordt uitgebracht, zit de scène er nog wel in maar is de muziek weer vervangen door een chanson.

Dat heeft natuurlijk te maken met rechten en geld, Frisch maakt zijn experimentele films voor een appel en een ei, maar het tekent ook zijn bijkans maniakale zucht naar perfectie. Frisch wil gehoord én begrepen worden. Daarom heeft hij ook een boekje gemaakt met de originele, door hem zelf geschreven tekst; Frisch vindt zijn film niet-ondertiteld intenser, maar wil niet wil dat de kijker ook maar iets zal missen.

De tekst, een dialoog door de telefoon die de film lang duurt, dat is waar het om draait in Oogverblindend, dat ook als toneelstuk werd opgevoerd. In haar Amsterdamse pandje wordt een jonge vrouw, in wie na enige tijd Georgina Verbaan is te herkennen, gebeld door een Engelssprekende man met de ongenaakbare stem van Rutger Hauer. ‘Hallo, wie is dit?’, vraagt zij. ‘Hello, who is this?’, antwoordt hij.

Langzaam ontspint zich een gesprek. De man is dokter, vertelt hij. Dat komt goed uit, want zij voelt zich niet goed; als ze uit het raam kijkt, ziet ze geen mensen maar vreemde creaturen. Terwijl zij vertelt dat ze een muisje heeft gered dat bijna verdronk in haar koffiekopje, maar wegkijkt bij het leed dat zich pal voor haar voordeur afspeelt, toont Frisch uit het raam geschoten, grofkorrelige en onscherpe beelden van kabbelend water en van daklozen, verslaafden en prostituees. Als de man vertelt dat hij in Buenos Aires woont, zijn er beelden te zien van het huwelijk van Willem-Alexander en Máxima.

Vervolgens verandert Oogverblindend langzaam maar zeker in een aanklacht tegen Máxima’s vader Jorge Zorreguieta, minister van Landbouw onder het bewind van generaal Videla. Tangomuziek en een enigszins gekunstelde monoloog waarin de arts vertelt over zijn betrokkenheid bij de verdwijning van politieke gevangen zetten de verhalen over zelfmedelijden, eenzaamheid en het recht om ondanks alles van het leven te mogen genieten dan op scherp, in een moedige, geëngageerde maar wat al te intellectualistische cri de coeur.