jpekker

De Amerikaanse nachtmerrie

Begin 1978 verscheen in het Amerikaanse showbizzblad Variety een grote advertentie waarin Martin Scorsese, regisseur van Mean Streets (1973), Taxi Driver (1976) en New York, New York (1977), bekendmaakte dat hij Gangs of New York ging verfilmen, Herbert Asbury’s boek over de bendeoorlogen in het negentiende-eeuwse Lower Manhattan.

Het liep anders. Na de enorme budget-overschrijdingen van Apocalypse Now (Francis Ford Coppoloa, 1979) en het debacle van Heaven’s Gate (Michael Cimino, 1980) durfde geen enkele studio het aan geld neer te leggen voor een peperdure historische film. Scorsese’s droomproject belandde in een la. Pas nadat Harvey Weinstein’s studio Miramax en ster Leonardo DiCaprio eind jaren negentig interesse tonen, krijgt Scorsese de kans Gangs of New York alsnog te realiseren.

Scorsese’s troetelkind is geen film om op slag verliefd op te worden, daarvoor is hij te misantropisch en te sinister. Het is wel een film die, ondanks enkele gebreken, onder je huid kruipt – om je niet meer los te laten.

Gangs of New York is een mannenfilm; een film door mannen, over mannen, en misschien ook wel voor mannen. De enige vrouw die meer dan drie zinnen zegt, is de bevallige zakkenroller Jenny Everdeane (Cameron Diaz).

In de wijk Five Points (bijnaam: de poort van de hel) in Lower Manhattan wordt zij door vele mannen begeerd. Door de wrede despoot William ‘Bill the Butcher’ Cutting, die zich ooit als een vader over haar ontfermde. Door de jonge wees Amsterdam Vallon, die razendsnel carrière maakt onder de hoede van Cutting – in afwachting van het juiste moment om zijn vader te wreken, die zestien jaar eerder in een bloederige veldslag door Cutting is vermoord. En door Amsterdams vriend Johnny, die steeds jaloerser wordt als blijkt dat Jenny niets van hem moet hebben.

Een complexe (surrogaat)vader-zoonrelatie, liefde, jaloezie, eer, armoede en verraad; het zijn klassieke uitgangspunten. Maar de uitwerking door een keur aan gereputeerde scenarioschrijvers is schematisch, voorspelbaar en – in bepaalde opzichten – bloedeloos.

Diaz weet zich geen raad met haar rol, die tijdens de opnamen wel groter werd, maar aan de oppervlakte blijft; DiCaprio lijkt niet voldoende inhoud te hebben voor het complexe personage dat Amsterdam Vallon moet zijn. De enige hoofdrolspeler die fier overeind blijft, is Daniel Day-Lewis als Amsterdams erfvijand annex surrogaatvader.

Zijn patriottistische speeches, de manier waarop hij met de punt van zijn slagersmes tegen zijn glazen oog tikt (Cutting stak zijn oog uit omdat hij Vallons vader niet kon aankijken toen die op het punt stond hem de genadestoot toe te brengen), en de vanzelfsprekendheid waarmee hij met de Amerikaanse vlag om zijn schouders zijn tegenstanders aan mootjes hakt, zijn even indringend als huiveringwekkend. Het is een briljante, intense rol vol woede, haat en angst, vergelijkbaar met die van Robert De Niro in Taxi Driver. Ondanks de beperkingen van het scenario.

Veel interessanter is het verhaal áchter de gedoemde ménage à trois: Scorsese’s tekening van een weggemoffelde, maar bepalende episode in de geschiedenis van New York, halverwege de negentiende eeuw toen honderdduizenden straatarme Ierse immigranten de stad en het land van de onbegrensde mogelijkheden overspoelden, en de Engelsen, Nederlanders en Duitsers hun posities in gevaar zagen komen.

Het is de tijd dat tientallen bendes (waaronder de zelfbenoemde ‘Autochtonen’ en de rooms-katholieke ‘Dead Rabbits’) én corrupte politie- en brandweerkorpsen elkaar op leven en dood bevechten. De tijd dat de burgeroorlog woedde, en vele Ieren voor ze een voet op de kade konden zetten al werden geronseld als kanonnenvoer. De tijd van de ‘Civil War Draft Riots’, de opstand tegen Lincolns wet waarmee de dienstplicht werd ingevoerd – waar de rijken voor driehonderd dollar onderuit konden komen.

Zo bezien past Gangs of New York naadloos in het oeuvre van Scorsese, de chroniqueur van New York. In Bringing Out the Dead belichtte hij de vroege jaren negentig, Goodfellas omspande de periode vanaf de jaren zestig tot negentig, After Hours de jaren tachtig, Taxi Driver en Mean Streets de jaren zeventig, New York, New York en Raging Bull de jaren veertig en vijftig, en het einde van de negentiende eeuw kwam al eens vanuit een totaal ander perspectief aan bod in The Age of Innocence.

In de Cinecittà Studio’s in Rome – waar eerder de sets stonden van klassiekers als 8 1/2, Ben-Hur en La dolce vita – liet Scorsese art-director Dante Ferretti het negentiende-eeuwse New York reconstrueren. En hoe. ‘Dat kan tegenwoordig allemaal toch met de computer’, verzuchtte Star Wars-regisseur George Lucas toen hij over de kilometersgrote set werd rondgeleid.

Ferretti’s adembenemende werk, het prachtige bruingekleurde camerawerk van Michael Ballhaus, de dito kostuums en make-up maken van Gangs of New York een overdonderende ervaring.

Scorsese’s perfectionisme (de aftiteling vermeldt tevens een ‘Chinese opera coördinator’, een ‘butchering adviser’ en experts op het gebied van handgeschilderde borden en oude vechtstijlen) zorgde, als vanzelfsprekend, voor budgetoverschrijdingen en vertraging. De opnamen eindigden op 30 maart 2001, acht weken later dan gepland. Weinstein sommeerde Scorsese, die zelf even te zien is als vader van een rijk gezin, haast te maken met de montage. Gangs of New York zou met kerst moeten uitkomen. De aanslagen van 11 september gooiden roet in het eten: het uiterst zwarte en gewelddadige portret van New York liep opnieuw vertraging op. Eind 2002 ging de film alsnog in Amerika in première, na een zeer gemengde ontvangst door de Amerikaanse pers.

Het portret van de hel eindigt met beelden van New York, die razendsnel veranderen in de moderne, overbekende skyline waarin de Twin Towers nog fier overeind staan. ‘These are the hands that built America’, zingt Bono van de Ierse band U2 (afgelopen maandag onderscheiden met een Golden Globe; Scorsese werd bekroond als beste regisseur. In maart ontvangt hij tevens de Lifetime Achievement Award van het Amerikaanse regisseursgilde). Gangs of New York is géén film over de krachten die New York probeerden af te breken, wil Scorsese maar zeggen, maar een film over de handen die de stad bouwden. Ook aan die handen kleeft veel bloed.

(Dit stuk verscheen eerder in de Volkskrant)

Gangs of New York van Martin Scorsese. RTL5, zaterdag 29 januari, 22:00 uur.