jpekker

Dag 5: zondag 21 mei

ostlund2

Vrijdagnacht, vrijwel direct na de persvoorstelling, schreef ik dat ik een tikje teleurgesteld was in The square. Inmiddels ben ik alweer veel milder gestemd. De vierde van de Zweedse regisseur Ruben Östlund is zeker niet zijn beste (ik zeg er maar direct bij dat ik dat vorig jaar ook schreef over I, Daniel Blake van Ken Loach en die won vervolgens de Gouden Palm); de film is te lang en niet zo strak en gefocust als Involuntary, Play en Turist. Maar er zitten geweldige scènes en ideeën in. Heel veel geweldige scènes en ideeën. Als ik ‘m over twee maanden in de reguliere bioscoop zou zien, zou ik dolenthousiast zijn, maar de lat ligt nu eenmaal hoog in Cannes. Heel erg hoog. Als het gordijn opengaat en de festivaltrailer voorbij rolt (er staan deze editie namen van de winnaars uit de 70-jarige geschiedenis op de rode loper-treden in de trailer) met de betoverende muziek van Saint-Saëns, dan hoop je, nee, dan verwacht je dat er een meesterwerk gaat beginnen. Maar hoeveel meesterwerken worden er nu helemaal gemaakt, zelfs in een goed filmjaar?

Ik probeer het gemopper dan ook tot een minimum te beperken; ik bijt direct na een vertoning liever eerst maar even op mijn tong. Maar soms valt een film ook na twee dagen niet mee. Ik vind Sea sorrow nog steeds een draak. En ik vraag me ook nog steeds af wat de gevangenis-boks-drugsfilm A prayer before dawn in Cannes te zoeken heeft. Napalm vind ik nog steeds te onsamenhangend en Claude Lanzmann te zelfgenoegzaam.

Met Happy end, de nieuwste film van Michael Haneke, ben ik voorzichtiger. Ja, ik was na afloop een tikje teleurgesteld; ik weet zeker dat het niet zijn beste film is. Maar ik denk ook te weten dat morgenochtend de positieve punten zullen overheersen van dit fragmentarische drama over weer zo’n verschrikkelijke bourgeois Europese familie. Zoals het geweldige spel van Jean-Louis Trintignant als de oude pater familias – een geheide kanshebber voor de prijs voor de beste acteur.