jpekker

Dag 10, vrijdag 26 mei

safdies

Mijn laatste dag van wat achteraf, denk ik, een redelijk festival zal blijken te zijn. Vooraf had ik de indruk dat het een fantastisch programma was, inclusief de Quinzaine en de Semaine. Aanvankelijk waren de reacties ook (behoorlijk tot zeer) positief, maar na een paar dagen begon iedereen alweer te schrijven dat het wat tegenviel. En toch zegt dat weinig, omdat je vermoeid raakt en omdat je vaak eerst de zwaktes ziet en de kwaliteit van een film vaak pas later binnenkomt. Die dingen houden met elkaar verband; het blijft – ook na al die jaren Cannes – moeilijk om persoonlijke en andere omstandigheden (subjectief) te negeren bij het inschatten van de film zelf (objectief).

Hoe dan ook, ik heb me nog prima vermaakt bij L’amant double, waarin de Franse regisseur François Ozon zijn lusten botviert op het Doppelgängermotiv. Ik heb me een uur en drie kwartier zitten verbijten bij Aus dem Nichts, Fatih Akins schematische, van begin tot het einde voorspelbare pamflet over goede Turken en foute neonazi’s. En ik heb toch wel met stijgende verbazing zitten kijken naar Lynne Ramsay’s You were never really here – wat is er in de regisseur van het prachtige, sfeerrijke Morvern callar gevaren?! (Hoofdrolspeler Joaquin Phoenix vind ik overigens wel goed, en de soundtrack ook).

Tussen de bedrijven door ook nog vier interviews gedaan, met de charmante Iers-Zambiaanse Rungani Nyoni (I am not a witch) en de Argentijnse duo-regisseurs Cecilia Atan en Valeria Pivato (La novia del desierto). Met de boze, uitgesproken Sergei Loznitsa (A gentle creature; zijn vrouw Maria Choustova-Baker, die als tolk optrad terwijl Loznitsa zelf ook prima Engels spreekt, wilde dat ik hem naar de Nederlandse creatieve inbreng zou vragen, maar dat doe ik later nog wel eens. Nu ging het over MH17, Rusland en de rest van de wereld) en met de broertjes Josh en Bob Safdie.

Hun beste verhalen gingen over Robert Patinson. Die lijdt volgens Josh aan een post traumatisch stress syndroom sinds hij de hoofdrol vertolkte in Twilight, en daarom was hij zo geschikt voor Good times, die hem op het lijf is geschreven. Omdat de film is geselecteerd voor Cannes kocht Patinson hetzelfde toilet als hij zelf heeft voor Josh Safdie. Het is een soort robot, vertelde Josh. En hij gaat hem niet gebruiken; het peperdure ding komt als een soort trofee bij hem thuis te staan. Hebben ze in ieder geval een trofee. Zondag gaat het om het eggie, dan worden de Gouden Palm en een karrelading andere prijzen uitgereikt. Er valt weer geen zinnig woord over te zeggen…

– beste film: Loveless (maar niet Zvyangintsevs beste).
– ook heel goed: Closeness van Kantemir Balagov, Jeannette van Bruno Dumont, The Florida Project van Sean Baker en A Gentle Creature van Sergei Loznitsa.
– veel beter dan-ie in eerste instantie leek: Happy end van Michael Haneke.
– film die ik echt nog een keer moet zien om te weten wat ik ervan vind: The Square van Ruben Ostlund.
– beste openingsscène: L’amant double van François Ozon (zelf maar even gaan kijken).
– voor het 18e jaar op rij gemist: de Provençaalse lunch, ons aangeboden door de Burgemeester van Cannes.
– grootste gemis: Nederlandse producties (niets ten nadele van Lejla van Stijn Bouma, een mooi, sfeerrijk studentenfilmpje), spraakmakende regisseurs als Lars von Trier en Michael Moore, en iets dat de moeite waard is uit Hollywood (Dunkirk!).
– grootste tegenvaller: Ajax. De jongens waren een maatje te klein voor de mannen, Bosz moest zijn meerdere erkennen in Mourinho. Nu maar hopen dat dit ontzettend leuke elftal een beetje intact blijft.