jpekker

Catherine Deneuve over La tête haute: “Ik wil niet doen wat ik al kan en wat ik al weet”

deneuve

“Het is een beroep waar de meeste mensen geen goed beeld van hebben. Bijna niemand weet wat er gebeurt achter de deuren van hoorzittingen van jonge delinquenten. Ik moet bekennen dat ik zelf ook niet had verwacht dat de rechters zo’n engelengeduld zouden hebben en zoveel tijd zouden nemen om naar de jongeren te luisteren.”

In La tête haute van Emmanuelle Bercot, de openingsfilm van het afgelopen filmfestival van Cannes, speelt Catherine Deneuve (Parijs, 1943) een kinderrechter die probeert om een getroebleerde tiener op het rechte pad te houden. Ter voorbereiding liep ze een paar weken mee met een jeugdrechter, vertelt ze een klein groepje journalisten van over de hele wereld op het terras op de bovenste verdieping van het Majestic Hotel. Onderwijl steekt de Franse diva – prachtig gekapt, rode nagels, modieuze zonnebril, zwarte shawl en verder ook zeer smaakvol gekleed – de ene na de andere Philip Morris-sigaret op. Ze inhaleert niet, zegt ze. “Dat is een groot verschil. Maar als ik zou kunnen stoppen zonder te lijden zou ik het direct doen.”

Als Deneuve de klanken hoort van Saint Saëns’ Le carnaval des animaux, de openingstune bij iedere première in Cannes, verschijnt er een lachje op haar gezicht. “De film gaat beginnen”, zegt ze. Om vervolgens direct de draad van het gesprek weer op te pakken. “Het is een beroep waarin je maar weinig waardering krijgt. Het moet echt een roeping zijn, anders houd je het niet vol.”

a-FESTIVAL-DE-CANNES-640x468

Een gebrek aan waardering is iets waar ze zelf geen last van heeft. In tegendeel. Op haar dertiende speelde Deneuve al haar eerste rolletje speelde in Les Collégiennes, een paar jaar later brak ze door met Jacques Demy’s Les parapluies de Cherbourg (1964) en sindsdien speelde ze in meer dan honderd films, werkte ze samen met de grootste regisseurs en groeide ze uit tot een fenomeen. In 1985 stond zij model voor Marianne, het nationale symbool van Frankrijk.

La tête haute is na Elle s’en va (2013) de tweede samenwerking met Bercot. “Emmanuelle hoefde me niet te overtuigen. Ik las het script en zei ja. Omdat we al eerder prettig hebben samengewerkt en omdat ik van haar films houd. De regisseur geeft meestal de doorslag bij mijn keuzes, ik weet niet precies waarom. Natuurlijk moeten het verhaal en het personage betekenis voor me hebben. Ik zoek niet naar iets specifieks, maar er moet iets inzitten waar ik mijn tanden in kan zetten. Maar het gaat niet alleen om mijn personage, dus kom je al snel uit bij de regisseur, en de betekenis die hij of zij in het geheel wil leggen.”

Haar manier van voorbereiden is niet veel anders dan een jaar of veertig jaar geleden, meent Deneuve. “Het hangt van de rol af. Andere rollen schud ik zo uit mijn mouw; van een bepaald soort vrouw weet ik precies hoe ze denkt en hoe ze in een bepaalde situatie reageert. Maar een kinderrechter spelen, dat doe ik niet zo maar. Ik moet weten hoe het is en wat er gebeurt in de rechtbank. Dat vergt onderzoek, hoewel er ook al heel veel in het script stond waar ik gebruik van kon maken. Het script was echt goed geschreven.”

a-CATHERINE-DENEUVE-640x468

En veel scrips zijn niet goed, vindt Deneuve. “Er wordt te weinig tijd voor genomen, omdat er onvoldoende geld voor is. Maar er zijn natuurlijk wel goede scenarioschrijvers, zoals Emmanuelle. Zij zorgt er ook voor dat ze de tijd krijgt die ze nodig denkt te hebben, daar begint het mee. Ik kan het weten want ik lees veel scripts. En ik sla veel scrips af.”

Of ze wordt geregisseerd door een man of een vrouw maakt haar niet uit. “Natuurlijk zijn er verschillen tussen mannen en vrouwen, gelukkig maar. Maar bij Emmanuelle heb ik weinig verschil ervaren; zij staat haar mannetje, in het dagelijks leven én op de set. Dat ze zelf ook acteert, maakt voor mij ook niet zoveel uit. Ze speelt wel eens iets voor, maar niet veel meer dan regisseurs die zelf niet acteren.”

Op de vraag of ze na al die jaren nog een regisseur nodig heeft, volgt een quasi-verontwaardigde frons. “Natuurlijk! Ik wil niet doen wat ik al kan en wat ik al weet, ik wil nieuwe wegen inslaan, uitgedaagd worden. Natuurlijk zou ik mezelf kunnen regisseren, maar dat is niet interessant. Dan loop je het risico dat je ongemerkt voor de makkelijkste weg kiest, omdat het eerder ook succesvol was.”

1933533372_B975515348Z.1_20150511164259_000_GE24FV14S.1-0

Ze kan zich geen leven zonder acteren voorstellen. “Daarvoor is het te laat. Veel te laat. Ik kan nu toch niet meer van professie veranderen? Nee, ik ga nog wel even door. En dan ga ik met pensioen, ik ga nu niet meer iets anders doen. Ik ben geen schrijver, scripts schrijven wil ik ook niet, absoluut niet zelfs, en regie-ambities heb ik evenmin. Ik acteer nog bijna iedere dag en daar voel ik me goed bij. Nee, het houdt me niet jong. Het zorgt er wel voor dat ik in vorm blijf,” zegt ze, terwijl ze nog een sigaret opsteekt.

Er zijn nog voldoende rollen die een uitdaging voor haar zijn, denkt Deneuve. “Naarmate ik ouder word, kan ik andere rollen spelen. Het evalueert gelukkig; veertig jaar geleden zag een vrouw van vijftig er uit als tachtig, maar je doet ervaringen op, waardoor je personages kunt spelen die je niet kunt spelen als je dertig bent. Oma’s, ja, maar ook rechters.”

De opnamen van La tête haute waren moeilijk, en het viel Deneuve zwaar om zoveel te zitten. “We draaiden gedurende drie weken de ene na de andere scène terwijl ik maar achter dat bureau zat. Ik voelde me soms net een nieuwslezeres. Toen ik tot slot nog een paar scènes mocht doen op het platteland voelde dat als een bevrijding; dat zie je ook. Er was eindelijk een beetje ruimte om te acteren.”

Benoit-Magimel-Catherine-Deneuve-Rod-Paradot-Emmanuelle-Bercot-et-Sara-Forestier-a-Cannes-le-13-mai-2015

De opnamen waren vooral zwaar voor haar jonge, onervaren tegenspeler Benoît Magimel, zegt Deneuve. “Want anders dan je misschien zou denken, is hij in het normale leven heel rustig en bedeesd. Hij heeft bepaalde fysieke eigenschappen die Emmanuelle aanstonden, maar hij moet zijn personage echt spelen, hij heeft helemaal niet zo’n kort lontje.”

De debuterende Magimel had volgens Deneuve totaal geen angst voor haar. “Ik had niet de indruk dat hij het eng vond om met mij te spelen, dat hij geïmponeerd was. En als het al zo was, dan was het snel voorbij toen we eenmaal begonnen met de repetities en de opnames. Natuurlijk gebeurt het wel eens. Als ik zoiets denk te merken, probeer ik het te benoemen en daarmee de spanning weg te nemen – veel meer kan ik niet doen.”

La tête haute draait nu in de Nederlandse bioscopen