jpekker

Cannes, Vendredi 15 mai 2015

IMG_0430

De ene dag is de andere niet: gister zag ik een meesterwerk en waren de andere films ook best goed, vandaag zag ik twee redelijke films en een onvervalste draak. Die direct werd afgeserveerd; Cannes kan wreed zijn. Vincent Gallo ondervond dat in 2003. Tijdens de persvoorstelling van The Brown Bunny begon een deel van de 1500 aanwezige critici na tien minuten al te lachen en te joelen. In de dagelijkse journalistenpoll in Screen eindigde Gallo’s film afgetekend onderaan, met een gemiddelde van 0,5 (op een schaal van 0 tot 4) – een score die dezelfde editie overigens nog werd ‘overtroffen’ door Bertrand Blier’s Les Côtelettes.

Vanavond was de persvoorstelling van The Sea of Trees van de Amerikaanse regisseur Gus Van Sant, die mainstream producties afwisselt met high art; die in 2003 de Gouden Palm won met zijn meesterlijke Elephant en in 2011 voor het laatst in Cannes was – in Un Certain Regard om precies te zijn – met het kleine, lieve, maar zeker niet geheel geslaagde Restless.

In The Sea of Trees speelt Matthew McConaughey Arthur, een professor die na de tragische dood van zijn vrouw (Naomi Watts) ‘a perfect place to die’ intikt op google. De zoekterm leidt hem direct naar Aokigahara Forest – The Suicide Woods of Mount Fuji.

IMG_0428

Wat volgt is een van iedere subtiliteit gespeend drama, waarin Arthur met zichzelf in het reine dient te komen. Hij krijgt daarbij hulp van een al dan niet imaginaire Japanner. De geluidsband is dicht gesmeerd met violen, de fotografie is schitterend, dat dan weer wel, maar The Sea of Trees doet alleen op papier denken aan Naomi Kawase’s The Mourning Forest en aan Gerry (2003), zijn eigen compromisloze ode aan de metafysica van de Hongaarse regisseur Béla Tarr waarin twee mannen eindeloos door een woestijn lopen te sloffen.

Na afloop klonk er een lang en venijnig boe-geroep in Grand Théatre Lumière. En werden er direct tweets van 144 tekens (en veel minder: “Sea of boos”) en gifjes met vernietigende recensies met de lengte van één woord de wereld ingeslingerd. Waar vervolgens weer berichten over werden gemaakt, ook in serieuze media als Variety. Cannes kan wreed zijn. Zaterdag heb ik een interview met Gus van Sant gepland staan. Eén op één; ik kan me achter niemand verschuilen als ik het ga doen.

IMG_0426

Ook The Lobster, een Engelstalige coproductie van de getalenteerde Griekse regisseur Yorgos Lanthimos, viel me niet mee. Van Dogtooth en Alps heb ik enorm genoten, maar The Lobster vond ik als sociale satire te geforceerd en het liefdesdrama deed me helemaal niks. De nieuwe Woody Allen Irrational Man is een film die hij al honderd keer heeft gemaakt, over een nihilistische filosofieprofessor, een bloedmooie, jonge studente, de perfecte moord en het (nood)lot. Maar Woody Allen is altijd leuk om te spreken.

Mijn interview viel echter samen met de enige persvertoning van de omstreden documentaire Amy (haar vader heeft zich van de film gedistantieerd: gedoe!). En hoewel me eerder door de distributeur was gemeld dat ik niet was genomineerd, stond ik opeens wel op een lijst. Vraag niet hoe het kan, maar profiteer ervan. Ben dan maar eindeloos gaan schuiven in mijn schema, waarna Arnaud Desplechin het kind van de rekening werd. Cannes kan wreed zijn…

Mijn sterretjes staan op de sites van VPRO Cinema, todaslascriticas en FNE critics. Mijn blog wordt doorgeplaatst in de Cannes-dossiers van Het Parool en de Filmkrant.