jpekker

Cannes, Jeudi 14 mai 2015

IMG_0424

Als ik minister van Defensie was geweest in plaats van filmjournalist en in Noord-Korea in plaats van in Cannes, dan was ik nu geëxecuteerd. Ik ben namelijk even in slaap gevallen, tijdens Mad Max: Fury Road nog wel. Dat had overigens niks met de film te maken, die is opwindend genoeg, maar met mijn gebrek aan nachtrust. Want hoewel ik woensdagavond vast van plan was om vroeg te gaan slapen, en ik na afloop van het teleurstellende Tale of Tales het aanbod om nog een biertje te drinken met collega’s Kees Driessen, Ronald Rovers, Berend Jan Bockting en Bor Beekman vriendelijk maar beslist afsloeg, liep ik op weg naar huis Roger Koza tegen het lijf, met wie ik in de Fipresci-jury zat op het afgelopen IFFR en natuurlijk moesten we even bijpraten. In mijn hotel moest ik vervolgens mijn administratie nog op orde brengen. En bloggen. En voordat ik het wist was het half 1. En om 6 uur was ik weer klaar wakker. Zo gaat dat in Cannes.

Na George Millers zeer geslaagde Mad Max direct door naar AN van Naomi Kawase – een groter contrast is nauwelijks denkbaar. Slow food in plaats van junkfood, poëzie in plaats van pulp, aandacht in plaats van lopendebandwerk. Ik kreeg er honger van, van dat geroer in grote pannen met adukibonen, maar toen ik was aangekomen bij mijn favoriete lunchtentje Le Swing – waar ik nog heb geluncht naast juryvoorzitter Jane Campion – bleek dat verdwenen. Navraag leerde dat het hotel was overgenomen. Lunch deden ze er niet meer. De chef was naar een ander hotel vertrokken. Kristel, de vriendelijke Belgische mevrouw van de bediening, verzorgde nu het ontbijt voor de hotelgasten. Dan maar sushi gaan eten.

Aan het eind van de middag naar Saul fia van de Hongaarse debutant László Nemes, een onvoorstelbaar knap drama over een Hongaarse Sonderkommando, een joodse gevangene van de nazi’s, die vijanden van het Duitse volk moesten helpen vernietigen in Auschwitz. Na afloop duizelde het me, maar ik had nauwelijks tijd om bij te komen, want ik moest me door de drukte van de Mad Max-première een weg zien te banen naar het Majestic Hotel voor een interview met Catherine Deneuve.

IMG_0422

Aangekomen op de 7e verdieping, die een prachtig uitzicht bood op de rode loper, bleek dat ik in een piepkleine groep zat met mein liebster Feind Ab Zagt – voor alles is een eerste keer. Het viel overigens mee; Deneuve was uitstekend te spreken.

Zagt van het AD, en niet Bor Beekman van de Volkskrant zoals ik gisteren meldde, geeft overigens cijfers in de VPRO Cinema-poll. En ik heb Carol van Todd Haynes niet een 0 gegeven in de todaslascriticas-poll, zoals gisteren een tijdlang stond vermeld. Ik geef trouwens ook nog sterren in de FNE critics-poll, die ook de de Fipreci-site wordt geplaatst (Mijn blog is overigens ook op de site van de Filmkrant te lezen).

’s Avonds nog even langs geweest op de borrel van het IFFR (half Nederland was er), maar de speech van de nieuwe directeur Bero Beyer was toen al geweest. Daarna ingegaan op de uitnodiging van Peter de Haan voor een Dutch FilmWorks-etentje in Le Caveau. Wéér met Ab Zagt, Robbert Blokland, Coen van Zwol, René Mioch, Klaas Kaptijn en Bor Beekman… Het festival probeert het onderwerp Women on Film te agenderen, de enclave Nederlandse filmcritici in Cannes blijkt, lekker anticylisch uit louter mannen te bestaan. ‘What happens in Le Caveau stays in Le Caveau”, zei Van Zwol nog voordat het voorgerecht op tafel stond. Daar laat ik het maar bij…