jpekker

Cannes dag 8: dinsdag 21 mei

Ik zwaaide nonchalant met mijn festivalbadge toen ik vanochtend het terrein van Hotel Martinez op liep voor mijn interviews met A Hidden Life-hoofdrolspelers August Diehl en Valerie Pachner. Ik zag Diehl al zitten op het terras, maar liep eerst even naar binnen om me aan te melden. Maar ik zag niemand van het communicatiebureau DDA, dus ik liep door naar het terras, waar Diehl net een sigaret had opgestoken. Aarzelend stapte ik op hem af, hij stak zijn hand uit, ik feliciteerde hem met zijn rol, we raakten aan de praat. Na een vraag of wat zei ik dat ik zo een interview met hem had en liet ik hem rustig zijn sigaret op roken. En ging nog ik nog maar eens op zoek naar de mensen van DDA en mijn collega-journalisten. Maar ik zag niemand. Ik wilde net mijn papieren erbij pakken, toen ik Diehl achter een meisje van DDA aan zag lopen, richting een ander hotel. Ik zat verkeerd!

Een paar minuten later meldde ik me alsof er niets aan de hand was bij DDA, op een heel ander terras dan ik in gedachten had. Het eerste interview was met de Oostenrijkse Valerie Pachner, die onder meer vertelde dat ze een privéscreening had georganiseerd voor de drie hoogbejaarde dochters van Franz en Fani Jägerstätter (de film is gebaseerd op het leven van een Oostenrijkse boer die weigert trouw te zweren aan Hitler), bij hen thuis in Sankt Radegund in het noorden van Oostenrijk. En hoe vreemd dat was, omdat zij hun moeder speelt. Toen daarna Diehl het terras op kwam, en we ons allemaal aan hem voorstelde, zei hij: “Wij hebben elkaar al ontmoet”. Het interview dat volgde, was fijn en verhelderend.

Daarna door naar de persconferentie van de Dardennes en een interview gedaan met Rebecca Zlotowski (Grand central, Belle épine) over haar geslaagde coming of age-film Une fille facile, over twee nichtjes die de zomervakantie in Cannes doorbrengen. De hoofdrol wordt gespeeld door Zahia Dehar, een Frans-Algerijnse actrice/model/lingerieontwerper, die in 2010 – ze was destijds nog minderjarig – in het nieuws kwam nadat ze was ‘ingehuurd’ door de Franse internationals Franck Ribéry en Karim Benzema.

Van tevoren twijfelde ik of ik wel zou gaan, omdat Une fille facile nog geen Nederlandse distributeur heeft én omdat ik op tijd bij zaal Debussy wilde zijn voor Quentin Tarantino’s grotestadssprookje Once Upon a Time… in Hollywood. Maar toch gegaan. En het was de moeite waard; (ook) Zlotowski kan goed over haar werk vertellen.

Daarna rap door naar het paleis, waar het duwen en trekken al vroeg begon. ‘Ne pousse pas’ brulden de mannen met de scanners toen de hekken open gingen. Het mocht niet baten; er werd nog meer geduwd en getrokken.

Kort voor het begin van de film verscheen een medewerker van het festival op het podium met een boodschap van Tarantino en zijn producenten: ‘Ik zou het zeer waarderen als u kunt vermijden ook maar iets te onthullen dat kan voorkomen dat een later publiek de film op eenzelfde manier kan ervaren als u vandaag gaat doen,’ las hij voor. ‘Merci!’

Het is veilig om te zeggen dat Tarantino opnieuw alles op een grote hoop veegt; de B-films van Sergio Corbucci, exploitation en Bruce Lee, televisiewesterns in zwart-wit en het Hollywood van de jaren 60, hippies en de Manson-familie. En feit en fictie.

De soundtrack zit weer boordevol fijne nummers, Brad Pitt speelt de rol van zijn leven, de apotheose is bepaald spectaculair. Zeg maar gerust grotesk. Maar de kans dat Tarantino er 25 jaar nadat hij met Pulp Fiction de Gouden Palm won opnieuw met de hoofdprijs vandoor gaat, lijkt me klein; daarvoor is Once Upon a Time… in Hollywood te lang, te onevenwichtig, te zelfbewust en eigenlijk ook wel wat te voorspelbaar.

Op weg naar mijn appartement nog even langsgegaan bij Ena Sendijarević en Sara Luna Zorić, respectievelijk regisseur en hoofdrolspeler van Take Me Somewhere Nice, de enige Nederlandse film die in Cannes wordt vertoond. De film, die eerder dit jaar in Rotterdam in wereldpremière ging, is geselecteerd door de Association pour le cinéma indépendant et sa diffusion (ACID), die zich inzet voor de distributie van jonge, onafhankelijke cinema in Frankrijk.

“Het is nu al overweldigend” vertelde de 18-jarige Zorić, die net in Cannes was aangekomen. “Maar ook gewoon heel vet. Het worden heel volle dagen: interviews, foto’s, interviews, foto’s… En we hebben twee vertoningen met een Q&A. Gelukkig doe ik die samen met Ena. Ik vind het fijn om naar Ena te luisteren; elke keer leer ik iets nieuws, over de film, en over haar kijk op de film. Zelf probeer ik dan af en toe een grapje tussendoor te maken, zodat het iets luchtiger wordt. We hebben wel een goeie dynamiek op het podium.”

Als het lukt ga ik vanavond even kijken.