jpekker

Cannes dag 7, maandag 20 mei

“Yes, you have to suffer’, zei persagent Charles McDonald met een grijns, toen hij me uiterst langzaam richting de ingang van de Croissette zag schuifelen, de thuisbasis van de Quinzaine des réalisateurs. Dat is, net als de Semaine de la critique en de Association du cinéma indépendant pour sa diffusion, een soort parallelfestival naast de officiële selectie, die weer bestaat uit de Gouden Palm-competitie, Un certain regard en nog wat speciale vertoningen.

Bij de Quinzaine geldt een ander, democratischer deurbeleid dan bij de voorstellingen uit de officiële selectie: ik heb er geen voorrang met mijn pas met stip. Maar ik zou een interview doen met Rebecca Zlotowski en moest haar in Cannes gesitueerde coming of age-film Une fille facile dus wel even zien en ben daarom ergens aan het begin de rij ingestapt (dat doe ik niet heel vaak, maar college Robbert Blokland had me net verteld dat hij gisteren anderhalf uur in de rij had gestaan voor The Lighthouse, maar de zaal niet was ingekomen).Vanochtend om half 9 werd Diego Maradona vertoond in de Salle du soixantième. Ook al zo’n onhandige zaal, dus ik ben nóg vroeger opgestaan dan normaal. Om kwart voor 8 was ik er. En kon zo doorlopen. De film van Asif Kapadia, die eerder fijne docu’s maakte over Ayton Senna en Amy Winehouse, bevat geweldige home movies en dito wedstrijdbeelden, maar biedt geen nieuwe inzichten. De opkomst en ondergang van Diego Armando Maradona in Napels, dat is het en meer niet.

Maradona had beloofd naar Cannes af te reizen, maar was niet bij de galapremière. Geblesseerd aan zijn schouder. Of zoiets. In 2008 was ie er wel, toen Emir Kusturica’s hagiografie Maradona by Kusturica in Cannes te zien was. “Er zijn al heel veel films over me gemaakt en boeken over me verschenen’, zei de opvallend afgetrainde voetbalster destijds op een druk bezochte persconferentie. “Maar op de meeste heb ik geen enkele invloed gehad. Ze vertelden mijn verhaal niet. In Emirs film zitten alle elementen die essentieel voor mij zijn, die nodig zijn om te begrijpen wie Diego Armando Maradona is. Emirs film is mijn film; ik kan me er helemaal in vinden. We hebben ons hart voor elkaar geopend.”

Anders dan Kapadia bracht Kusturica Maradona’s banden met de Napolitaanse maffia niet ter sprake in Maradona by Kusturica. “Er is helemaal geen band met de gomorra,” zei Kusturica destijds. “Maradona was een volksheld in Napels nadat hij de club Italiaans kampioen had gemaakt. Iedereen wil dan wat van je. Dan moet je ook wel eens een kopje koffie drinken of een hapje eten met minder frisse lieden. Hij moest wel met ze omgaan; het was geen keuze. Maar een band? Ach. Er doen zoveel verhalen de ronde.”

Afijn.

Tijdens de persconferentie van A Hidden Life vroeg een Japanse journaliste waar Terrence Malick was;  ze was speciaal voor hem gekomen. “Wij weten het niet”, antwoordden de formidabele hoofdrolspelers August Diehl en Valerie Pachner. Ik dacht dat Malick nooit naar Cannes kwam, maar Jaap van Heusden, die bij galapremière was, bezwoer me dat hij Malick na afloop van de minutenlange ovatie had zien zitten tussen zijn acteurs.

Ook nog even naar het Nederlandse paviljoen geweest voor de borrel van het IFFR; iedereen was er. En het ging vooral over de opvolging van Filmfondsdirecteur Doreen Boonekamp, die dit najaar na tien (!) jaar afscheid neemt. De namen van Ido Abram, Bero Beyer en Dorien van der Pas worden het vaakst genoemd.

Het Nederlandse paviljoen, dat vol hangt met reproducties van Rembrandt (“The Netherlands: Telling Stories through Image and Character for 400 Years…”) en waar twee bordkartonnen poppen staan van Marten en Oopjen met een Gouden Palm in hun hand, waar je je hoofd doorheen kan steken, is overigens net als twee jaar geleden onderscheiden met The Pavilion Design Award 2019, de prijs voor het mooiste paviljoen. Wie zegt dat het niet goed gaat met de Nederlandse film?!