jpekker

Cannes Dag 6 en 7: maandag 20 en dinsdag 21 mei

Een week Cannes gaat een mens sowieso niet in de koude kleren zitten, Borgman maakte het echter extra zwaar. Omdat ik Alex en Marc van Warmerdam gedurende twee dagen op en af moest volgen voor een reportage in Het Parool bleef er maar weinig tijd over voor de rest.

En de interviews blijven ook maar schuiven. Toen ik 10 uur ‘s ochtends op de afgesproken locatie arriveerde voor mijn junket met de Chinese regisseur Jia Zhangke was er nog geen mens te bekennen in of rond de strandtent. Nummer van de persagent zat niet in mijn telefoon, veel later bleek dat de locatie was veranderd en dat hij de halve groep was vergeten te waarschuwen.

Een andere persagent opperde een college die een interview aan zijn neus voorbij had zien gaan, of hij geen ‘material’ kon delen met een Nederlandse collega; hij kon zo nodig wel een lijstje namen leveren van landgenoten die het interview wel hadden gedaan. Waar gaat dat heen, waar gaat dat heen!?

Toen ik later die dag, na een wandeling van 20 minuten, bij het appartement aankwam waar mijn interview met Mathieu Amalric zou plaatsvinden, stond een jongen van het pr-bureau met een bezweet hoofd voor de deur te wachten. “Sorry, sorry, sorry,” zei hij. “Matthieu heeft zojuist al zijn interviews afgezegd.” Hij had andere verplichtingen. Of zoiets. Zo gaat dat soms in Cannes. Nu vond ik Jimmy P. toch een van de minste films tot zover, maar Amalric had me wel een keertje leuk geleken.

Interviews met T Bone Burnett en hoofdrolspeler Oscar Isaac over de geweldige nieuwe Coen-film Inside Llewyn Davis maakten dan weer veel goed. Ook nog een van de mooiste films van het festival gezien: L’image manquante van de Franse Combadiaan Rithy Panh (S21, The Khmer Rouge Killing Machine), een aangrijpende persoonlijke geschiedenis afgezet tegen de gruweldaden van Pol Pot’s Rode Khmer. De gebeurtenissen waar geen beelden (meer) van zijn, filmde Panh met honderden uit klei vervaardigde poppetjes. Gesprek bewaar ik voor het komende IDFA, waarop Panh zijn top-10 van beste documentaires zal samenstellen.

Ook Omar, de nieuwe film van de Nederlandse Palestijn Hany Abu-Assad, is zeer de moeite waard. Daarin draait het om drie vrienden, die de strijd aan gaan met de Israëlische bezetters. Met geweldige grappen, bloedstollende achtervolgingen, ijzingwekkende martelingen en misschien net wat te veel ingenieuze plot twists. “Wat fijn dat jullie er allemaal zijn”, zei Hany voor aanvang met een schorre stem. “Hadden jullie niet op het strand moeten zitten?”