jpekker

Cannes dag 4: zaterdag 15 mei

Sommige dingen veranderen gelukkig nooit. Waar Nederlandse festivals ieder jaar een nieuwe trailer laten maken door een hip communicatieadviesbureau begint iedere competitiefilm op het festival van Cannes al zo lang als ik me kan herinneren met hetzelfde filmpje: een rode loper, die vanuit de zee tot de diepzwarte sterren reikt, begeleid door het Carnaval des Animaux van Saint-Saëns. En aan het eind roept bijna altijd wel een of andere grappenmaker ‘Raoul’, een stokoude traditie, maar niemand kan meer vertellen hoe of wat…

Nóg mooier – kippenvelmooi – is de trailer van de Quinzaine des Réalisateurs: een filmpje van Olivier Jahan, bestaand uit stills en hele korte fragmenten van makers uit de roemrijke geschiedenis van de prestigieuze parallelsectie, begeleid door prachtige muziek van Cyril Moisson. Daar roept niemand ooit iets doorheen…

De dag begonnen met Another Year van Mike Leigh, een ontroerende karakterstudie over ouderdom, eenzaamheid en het leven dat niet altijd rechtvaardig is… Een van Leigh’s beste sinds jaren. Op de persconferentie was hij desalniettemin ouderwets chagrijnig: dat hij een journaliste die hem vroeg waarom hij het seizoen zomer had overgeslagen in zijn film die alle seizoenen bestrijkt, een uitbrander gaf was nog wel te begrijpen (‘Ga de film nog een keer kijken. Waar het woord ‘zomer’ in beeld verschijnt, begin het stuk over de zomer’). Waarom hij een vraag van een journalist van The Sunday Times of London weigerde te beantwoorden, was raadselachtiger. Maar hij deed het mooi niet.

Daarna snel door naar You will meet a tall dark stranger van Woody Allen, een film die je al wel eens eerder hebt gezien, maar die wel heel vermakelijk is. (Wat betekende dat ik tot mijn grote spijt Over your cities grass will grow van Sophie Fiennes, geproduceerd door Kees Kasander, moest missen.) Bij de aansluitende persconferentie was het weer een gevecht, hoewel er dit keer een lijntje was gespannen om het voordringen enigszins binnen de perken te houden. Maar de persconferentie van Woody Allen was al het geduw en getrek waard: een spervuur van geweldige quotes over ouder worden: ‘Ik kan het iedereen afraden.’

Vervolgens naar Kaboom van Gregg Araki, een volkomen krankzinnige, uitzinnig vormgegeven horrorfilm over het einde der tijden. Met mooie jongens en meisjes, heel veel drugs en koortsdromen en nóg veel meer seks…

Gedineerd op uitnodiging van de Nederlandse distributeur E1/RCV: een glas wijn over Daphne Bunskoek heen gekieperd, en de hele avond gepraat over de zeer gewaardeerde collega’s Ab Zagt (AD) en Erik Koch (De Telegraaf) die er niet bij waren. Na het toetje – citroentaart – snel door naar Un homme qui cri van Mahamat-Saleh Haroun (die eerder het fraaie Daratt regisseerde), een schitterende, schijnbaar eenvoudige parabel over vaders en zonen en oorlog en vrede.

Bij Le Petit Majestic, hangout sinds jaar en dag, het einde van R U There verraden aan hoofdrolspeler Stijn Koomen, die de film nog niet heeft gezien… Daarna naar mijn hotel: nog vrij lang op allerlei knopjes gedrukt voordat iemand anders de deur voor me opendeed…