jpekker

Cannes dag 4 – zaterdag 14 mei

Ik was het niet echt van plan, maar werd vroeg wakker en ben toen toch maar Pirates of the Carribean gaan kijken. Johnny Depp, Penelope Cruz, mooie zeemeerminnen, humor, actie, en dat in 3D!

Maar het viel niet mee. Toch werden er op de krankzinnig druk bezochte persconferentie heel veel dikke veren in elkanders bips gestoken, iedereen vond elkaar een fantastisch talent, en het was een hele eer met zoveel getalenteerde mensen te mogen samenwerken. En zo lang het publiek het pruimt, komen er nieuwe delen, meldde Depp.

Van een heel andere orde was mijn interview met Tilda Swinton, de geweldige hoofdrolspeelster uit We need to talk about Kevin. En ook mijn gesprek met de oude meester Michel Piccoli, met afstand het beste part van Habemus Papam, was leuk. Drie kwartier met zijn vieren, maar dan wel weer met een tolk, die overigens vaardig schakelde tussen Frans, Italiaans en Engels.

‘s middags naar de wereldpremière van Michael, het speelfilmdebuut van de Oostenrijkse acteur en castingdirector Markus Schleinzer. Het is een strak gekadreerde, beklemmende variatie op de geruchtmakende Natascha Kampusch-zaak. Direct een interview met de regisseur aangevraagd en snel nog even wat handen geschud op de overvolle Hollandse borrel. Tot slot naar de nieuwste van de Waalse broers Luc en Jean-Pierre Dardenne. In 1996 waren ze voor het eerst in Cannes, met La promese, opgenomen in de Quinzaine. Drie jaar later waren ze terug met Rosetta, die werd bekroond met de Gouden Palm en de prijs voor de beste actrice (Emilie Dequenne). Weer drie jaar later waren ze in Cannes met Le fils, die Olivier Gourmet de prijs voor beste acteur bezorgde. Weer drie jaar later wonnen de Dardennes hun tweede Gouden Palm met L’enfant. weer drie jaar later kregen ze de prijs voor het beste scenario voor La silence de Lorna. En nu, weer drie jaar later, dingen de Dardennes mee naar de Gouden Palm met het hoopvolle sprookje Le gamin au velo (‘de jongen met de fiets’).

Daarin draait het om een rossig joch, met wangen vol sproeten, dat in een opvanghuis woont. Zoon vader kan en wil niet voor hem zorgen; een moeder is niet in beeld. Dan ontfermt een moeder Teresa-achtige kapster met engelengeduld zich over hem, in een prachtige film waarin het net als in We need to talk about Kevin, The Tree of Life en misschien ook Michael wel over nature and nurture gaat; aangeboren of aangeleerd gedrag.

De reacties waren gemengd, maar net als bij de Coens zeggen mensen bij een Dardenne-film vaak dat de vorige beter was. Maakt niet uit.