jpekker

Cannes dag 10: donderdag 23 mei

Kort voor de Europese verkiezingen hebben ruim 500 Europese filmmakers, onder wie grote namen als Pawel Pawlikowski, Luc en Jean-Pierre Dardenne, Céline Sciamma, Jacques Audiard en Wim Wenders, in Cannes een manifest gepresenteerd waarin ze iedereen oproepen om vooral te gaan stemmen bij de Europese verkiezingen. Ze benadrukken het grote belang van deze verkiezingen, zowel voor wat betreft de fundamentele rechten als de vrijheid om te creëren: “Een vrij en democratisch Europa betekent ook de vrijheid van denken en de vrijheid van meningsuiting. Het is onze plicht het te verdedigen tegen de opkomst van extremisme en tegen elke poging om het belang van cultuur, een essentiële hoeksteen van de Unie, te bagatelliseren. Laten we van 23 tot 26 met zijn allen stemmen!” (Heb ik gedaan; ik had een machtiging in Amsterdam achtergelaten.)

Omdat er zoveel journalisten rondlopen, is Cannes de uitgelezen plek om wat dan ook onder de aandacht te brengen. Deze editie werden er spandoeken ontvouwd om de aandacht te vestigen op de moord op de Colombiaanse filmmaker Mauricio Lezama en tegen het Syrische regime. De Vlaams-Nederlandse actrice Sand van Roy, die de Franse filmtycoon Luc Besson van verkrachting beticht, protesteerde op de rode loper met een enorme plaktatoeage tegen de ere-Palm voor de Franse filmlegende Alain Delon; ‘Stop violence against women’ stond er in sierlijke letters op haar blote rug. De fotografen klikten en klikten.

In het Festivalpaleis hing ook even een stenciltje met de beeltenis van Kevin Spacey. #LetsBeFrank stond daarnaast. En, in kapitalen: We all miss Kevin Spacey – Art can’t be erased. Binnen een dag was het alweer verwijderd, de website waarmee de cri de coeur was ondertekend, blijkt nog in de maak.

‘s Middags op pad geweest met de Amsterdamse filmmaker Aboozar Amini, wiens nieuwste filmproject Ways to Run is geselecteerd voor ‘La Residence’ van de Cinéfondation, waarmee het festival van Cannes ‘the up and coming generation’ filmmakers wil steunen. Filmmakers als Lukas Dhont, Nadine Labaki en Lucrecia Martel maakten eerder deel uit van de Cinéfondation, die ook wel de ‘headhunter’ van het festival genoemd.

De Braziliaanse competitiefilm Bacurau ingehaald (interessanter dan goed) en nog een dik uur meegepikt van Ang Hupa van de Filipijnse langfilmer Lav Diaz; het lukte me helaas op geen enkele manier om deze 4,5 uur durende, voor de Quinzaine geselecteerde film in zijn geheel in mijn schema te passen.

De laatste films van de dag (en ook zo’n beetje van mijn festival) duurden ook heel lang. Eerst Il traditore van Marco Bellocchio gezien, een 2,5 uur durende, nogal recht-toe-recht-aan verfilming van de geschiedenis van de ‘eerzame verklikker’ Tommaso Buscetta en de strijd van rechter Giovanni Falcone tegen de Siciliaanse maffia. Daarna volgde Mektoub, My Love: Intermezzo van Abdellatif Kechiche, het vervolg op zijn MektoubMy Love: Canto Uno uit 2017. Ik had er op voorhand wel zin in, vooral vanwege het sensuele (soms voyeuristische) La vie d’Adèle, waarmee de Franse Tunesiër in 2013 de Gouden Palm won.

De persvoorstelling begon om 22.00 uur, de film duurde 3,5 uur (in de catalogus staat 4 uur, maar kort voor aanvang werd bekend dat Kechiche een half uur uit zijn film had geknipt), en dat op de een-na-laatste festivaldag, als iedereen gaar is en je zelfs als je zo spartaans hebt geleefd als ik wel in slaap moet vallen. Wie bedenkt zoiets in hemelsnaam?! 

Intermezzo gaat door waar Canto Uno eindigt. En is meer van hetzelfde. Veel meer van hetzelfde: in de openingsscène fotografeert de verlegen, afwachtende fotograaf Amir een naakt meisje, vervolgens zijn we weer op het strand van het Zuid-Franse Sète en zoomt de Kechiche’s camera in op de borsten, billen en nauwelijks bedekte vulva’s van de Frans-Tunesische vrienden- en vriendinnengroep rond Amirs neef Tony en Ophélie, de bloedmooie dochter van een geitenboer.

Er wordt contact gelegd met een blond meisje uit Parijs (“Je ogen zijn zo blauw als de zee”), dat over de grot van Plato ligt te lezen. Dan verplaatst de handeling zich naar een disco, en wisselen shots van de bloedmooie meisjes, trillende billen en bezwete borsten elkaar af. Eindeloos. Dat klinkt misschien opwindend, het is monotoon en saai. Dat geldt ook voor de expliciete, 15 minuten durende cunnilingus-scène in close-up, in wat het schoonste toilet van de Côte d’Azur moet zijn. 

Mektoub, My Love: Intermezzo begint met een citaat uit Jeremia: “Jullie hebben wel ogen, maar jullie zien niet. En jullie hebben wel oren, maar jullie luisteren niet”. Zou Kechiche daarmee het gras voor de voeten van zijn criticasters willen wegmaaien, die hem eerder al verweten dat hij bevangen was door de male gaze, de vrouwen tot lichaam reducerende mannenblik?

Andere prangende vraag: wat doet dit in hemelsnaam in de Gouden Palm-competitie?