jpekker

Cannes dag 0: maandag 13 mei

Als je vertelt dat je naar Cannes gaat, wenst bijna iedereen je ‘veel plezier’; de grootste  grappenmakers zeggen ‘fijne vakantie’. Toen ik lang geleden – ik was film-freelancer voor de Volkskrant – daags na het festival alweer in de lift stapte op de Wibautstraat en hoofdredacteur Pieter Broertjes tegen het lijf liep, zei hij: ‘Lekker bruin geworden, was het leuk?’

Natuurlijk is Cannes leuk! Maar het is ook heel hard werken. De eerste film start om 8.30 uur, de laatste om 21.30 of 22.00 uur. Dagelijks zijn er twee of drie persconferenties, en heb je – als je een beetje je best doet – ook een of meerdere interviews. Dan moeten er nog stukken worden geschreven, een artikel voor de krant en een dagboek voor de site. Tussendoor moet je dan nog wat tijd zien te vinden om te eten, koffie te drinken en te slapen. En dat twaalf dagen lang. Complicerende, tijdrovende factor zijn de lange rijen voor de films en persconferenties en de tijd die verloren gaat omdat interviews steevast uitlopen. Gelukkig heb ik deze editie hulp van collega Joost Broeren-Huitenga en heb ik ook dit jaar weer een roze pas met stip. Dat is behoorlijk goed; alleen ‘wit’ is beter. Er is maar één Nederlander die daarmee rondloopt: René Mioch. Die ging veertig jaar (!) geleden voor het eerst naar Cannes; dit is zijn 38ste keer. Hij weet niet meer precies hoe lang hij ‘m al heeft, maar ik vrees dat ik nog niet lang genoeg rondloop. Het is pas mijn 20ste Cannes.