jpekker

Bosnisch-Nederlandse Ena Sendijarević geselecteerd voor Quinzaine: “Ik heb zelf een verleden als vluchteling”

IMG_9838

Import van de Bosnisch-Nederlandse regisseur Ena Sendijarević gaat in wereldpremière op het prestigieuze festival van Cannes. Het op haar eigen ervaringen gebaseerde, schitterende filmpje over een Bosnisch vluchtelingengezin dat anno 1994 in een klein dorp in Nederland terechtkomt, is geselecteerd voor het nevenprogramma Quinzaine des Réalisateurs, dat eerder fameuze makers als Jim Jarmusch, Michael Haneke, Martin Scorsese en Werner Herzog een podium gaf.

In 1994, ze was net zeven jaar, belandde Ena Sendijarević met haar ouders en oudere zus in Nederland, op de vlucht voor de Joegoslavië-oorlog. Ze ontvingen een verblijfsvergunning en kregen een huis toegewezen in Almen, een dorp in Gelderland met nog geen duizend inwoners. Ze waren de enige Bosniërs. “Er werd thuis niet over gesproken en ik stelde geen vragen. Pas later ben ik er dieper over gaan nadenken. Het schrijven van het script van Import was een soort alibi om het er mijn ouders over te hebben.”

Twee jaar geleden werd Sendijarević’ eerste korte film Reizigers in de nacht als beste Nederlandse film bekroond op het Nijmeegse kortfilmfestival Go Short. Ze zat destijds in het derde jaar van de Filmacademie en had het filmpje gemaakt omdat ze wilde overstappen van de studierichting scenario naar regie. Dat lukte. Het magisch-realistisch, dialoogloos filmpje over een vrouw die op tankstation werkt, werd bovendien vertoond op meer dan zestig festivals in binnen- en buitenland.

Sendijarević ontdekte dat wereld van de korte film klein is; zo ontmoette ze de programmeurs van het festival van Cannes, die haar lieten weten benieuwd te zijn naar haar volgende projecten. “Niet dat ik beste vrienden met ze ben, maar ik heb wel een paar e-mailadressen waar ik mijn films naartoe kan sturen. En ze laten je weten waarom je bent afgewezen.”

Ena_Sendijarevic

Vervolgens maakte ze Fernweh, een even sfeerrijk als minimalistisch filmpje over een dertienjarig meisje dat van een hectisch jongereninternaat naar een pleeggezin op het platteland verhuist. Fernweh, dat door de filmcritici werd bekroond als beste afstudeerfilm van de Filmacademie, was te zien op bijna veertig festivals en haalde de shortlist van de officiële competitie van het festival van Cannes en van het prestigieuze parallelprogramma Quinzaine des Réalisateurs. Sendijarević was niet teleurgesteld dat ze niet was geselecteerd. “Ik dacht juist: het is dus niet onmogelijk; Cannes is niet zo ver weg als ik altijd dacht.”

Binnen een jaar na haar afstuderen kreeg ze van het Filmfonds geld voor een nieuwe kortfilm, gebaseerd op het scenario waarmee ze ooit was aangenomen op de Filmacademie. “Het was toen nog heel anders. Ik dacht destijds op een andere manier na over film en over het leven. Ik had heel erg vastgehouden aan mijn herinneringen, het was zeer autobiografisch. Het is nu een heel andere kant opgegaan; alles had zo kunnen gebeuren, maar niks is zo gebeurd. Mijn ouders hadden wel rotbaantjes, maar niet deze rotbaantjes. We hadden wel zo’n orgel als in de film.”

De wereld is sindsdien ook veranderd. “Ik heb zelf een verleden als vluchteling, nu is er weer een enorm vluchtelingenprobleem; dan ga je dat natuurlijk aan elkaar koppelen. Het is niet alleen meer mijn herinnering, ik voelde ook een bepaalde verantwoordelijkheid. Aanvankelijk was het moeilijk om me te verhouden tot de actualiteit. Bij de verhalen van vluchtelingen denken mensen vaak aan het achterlaten van huis en haard en aan de barre tocht – het is heel erg in de actie. Mijn herinnering zat ‘m juist in de verstilling.”

IMPORT - Still 3

In het jaar dat ze aan Import werkte sloeg de stemming over vluchtelingen om. “Van welkom en humanitaire hulp naar ga weg en gelukzoekers. Dat maakte me steeds kwader. Zo waren wij ook niet, dacht ik. Wij zijn hier niet voor de lol naartoe gekomen, of omdat we gebruik wilden maken van wat er in Nederland is opgebouwd, maar omdat onze levens gevaar liepen. Ook daarom vond ik het belangrijk dat ik de juiste toon zou pakken.”

In het fraai gekadreerde Import werkt een Bosnische moeder als schoonmaakster in een ziekenhuis, probeert een vader een schotelantenne op de doorzonwoning te installeren en stelen de dochters de koektrommel van de buurvrouw. ‘Flikker op naar je eigen land’ krijgen ze door andere kinderen naar hun hoofd geslingerd. Zelf maken ze een joch uit voor zigeuner.

Er worden serieuze zaken aangesneden in Import, maar de toon is licht. De met een Oscar bekroonde zwart-witfilm Ida van de Poolse regisseur Paweł Pawlikowski was een belangrijke inspiratiebron. “Ik vind het tof om te zien hoe ver hij gaat met zijn fotografie; elk kader is een spannende foto.” Als andere voorbeelden noemt ze de Finse regisseur Aki Kaurismäki en de Oostenrijker Ulrich Seidl. “Zijn personages bevinden zich ook vaak aan de onderkant van de samenleving, maar ik vind het geen slachtoffers. In ieder geval niet meer dan andere mensen; eigenlijk is iedereen slachtoffer in zijn wereld.”

IMPORT - Still 2

“Mijn invalshoek is niet van: kijk die zielige vluchtelingen nou. Daar wilde ik zover mogelijk van wegblijven. In de media zijn vluchtelingen vaak een anonieme massa, maar het zijn natuurlijk gewoon mensen. Dat vond ik ook belangrijk: een menselijk gezicht laten zien. Je maakt niet alleen verdrietige dingen mee, je maakt ook grappige en bizarre dingen mee. Ik wilde het slachtofferschap ervan af halen. Natuurlijk heb ik me ook weleens slachtoffer gevoeld – sommige dingen zijn ook heel oneerlijk –, maar ik heb ook ervaren dat dat heel verlammend werkt, uiteindelijk heb je er vooral jezelf mee, je komt daar niet veel verder mee. Mijn ouders waren daar ook allergisch voor. Ze zijn gericht op de toekomst en niet zo bezig met het verleden. Toen mijn vader Import had gezien zei hij: het is meer een film over mensen dan over vluchtelingen. Dat vond ik een mooi compliment.”

De programmeurs van Cannes waren ook direct enthousiast toen Sendijarević haar film had ingestuurd. “Ze vonden dat ik in weinig shots heel sterke personages had neergezet, maar dat zeiden ze bij Fernweh ook. Dat Import was geselecteerd hoorde ik pas een week voor de bekendmaking. Het is geweldig; Cannes is een topfestival.”

Ze is er al een keer geweest, zeven jaar geleden, toen ze bij Kriterion werkte. “We sliepen op de camping. Dan gingen we vanuit de tent in galajurk in de bus naar het festival. Nu hebben we een appartementje gehuurd. De producent en de Bosnische acteurs komen ook, net als mijn ouders en mijn zus.”

Officieel is de Quinzaine een non-competitief programmaonderdeel, maar er zijn wel prijzen te winnen weet Sendijarević. “Ik snap ook niet precies hoe dat zit, maar een vriend van mij heeft er al twee keer een prijs gewonnen. Maar Cannes is gewoon goed voor je toekomst. Mensen zien dat je iets kan. Dat is mooi, maar zonder Cannes was ik ook oprecht tevreden met deze film.”

IMPORT - Still 4

Wat bepaalt de nationaliteit van een film? Op het festival van Cannes is het geld doorslaggevend; een film krijgt de nationaliteit van de producent die het meeste geld in een film inbrengt. Met een beetje geld tel je overigens ook al mee, zo bleek de afgelopen jaren. In 2014 gaf het Nederlands Filmfonds een week voor het festival een bescheiden afwerkingssubsidie aan de Nederlandse producent Atoms & Void van de Oekraïense regisseur Sergei Loznitsa, waardoor diens documentaire Maidan in een keer een Nederlandse coproductie was geworden.

Vorig jaar zaten er twee Nederlandse minoritaire coproducties in de officiële selectie: The Lobster, een Engelstalige film van de Griekse regisseur Yorgos Lanthimos, werd gecoproduceerd door het Amsterdamse Lemming Film met een bijdrage van het Filmfonds van 200.000 euro. La tierra y la sombra van de Colombiaan César Augusto Acevedo werd gecoproduceerd door Topkapi Films, met een Filmfonds-bijdrage van 50.000 euro.

Deze editie is de Nederlandse bijdrage beperkt: de kortfilm Import van de Bosnisch-Nederlandse Ena Sendijarević is opgenomen in de parallelsectie Quinzaine des Réalisateurs; het vijf minuten durende VR-filmpje Amani van Eelko Ferwerda & Joris Weerts wordt vertoond in het marktprogramma Next, dat focust op de nieuwste ontwikkelingen in de cinema. Daoud’s winter van de Irakees Koutaiba Al-Janab, geproduceerd door het Amsterdamse OAK Motion Pictures, is opgenomen in het Atelier, dat filmmakers de kans geeft een project verder te ontwikkelen.

Hoewel de regisseurs Nederlands zijn, gelden Elle van Paul Verhoeven (opgenomen in de Gouden Palm-competitie) en La tortue rouge van Oscar-winnaar Michel Dudok de Wit (geselecteerd voor de tweede competitie Un certain regard) niet als Nederlandse producties. Elle, de eerste Franstalige film van Verhoeven, opgenomen in Frankrijk, met een Franse crew, is een Frans-Duitse coproductie; La tortue rouge (‘de rode schildpad’) is een coproductie tussen de Japanse Ghibli-studio en het Franse productiebedrijf Wild Bunch. 

Filmfonds-directeur Doreen Boonekamp, de belangrijkste financier van Nederlandse films: “Natuurlijk hadden wij beide producties best willen ondersteunen om op die manier de creatieve en technische inbreng vanuit Nederland verder te vergroten, maar ze zijn op een andere manier gefinancierd. Nee, dat voelt niet als een gemiste kans. We kunnen er trots op zijn dat Nederlandse makers internationaal zo hoog staan aangeschreven dat ze door buitenlandse producenten worden gevraagd internationaal films te maken. Dit straalt ook op Nederland af, want de regisseur bepaalt voor een belangrijk deel de ‘kleur’ van een film.”

In de persberichten over haar selectie voor Cannes wordt Eva Sendijarević ‘Bosnisch-Nederlands’ genoemd. “Ik heb een Nederlands paspoort en ik geloof dat ik ook een Bosnische identiteitskaart heb. Ik vind het lastig, dat categoriseren. Als ik er invloed op heb uitgeoefend is dat onbewust gebeurd. ‘Nederlands’ vind ik prima, alleen ‘Bosnisch’ vind ik lastiger; daar voel ik me inmiddels teveel Nederlander voor.”