jpekker

Bij dubbeltalent Noël Loozen begint alles met een idee of een beeld en niet met een verhaaltje

Op het Nederlands Film Festival gaan twee fraai gefotografeerde, gestileerde, tragikomische kortfilms van de Amsterdamse Limburger Noël Loozen (34) in première: Limburgia – de openingsfilm van het Forum van de Regisseurs – en Botanica. ‘Ze hebben iets kinderlijks, het zijn een soort kleurplaten’.

In Limburgia, gemaakt in het kader van de televisiereeks One Night Stand, draait het om de 60-jarige, traditiegetrouwe Willie (Michiel Kerbosch), die tijdens het jaarlijkse koningsvogelschieten alles op alles zet om koning van de schutterij te worden. In het kleinood Botanica probeert Twan (Guido Pollemans), een medewerker van een tropisch tuincentrum waar alles groeit en bloeit, wanhopig zijn geliefde (Sytske van der Ster) te bezwangeren. Maar hoe langer ze er noest aan werken, hoe vaker hij vreest onvruchtbaar te zijn.

“Beide films gaan over de dreiging iets te verliezen waarvan je houdt,” vertelt Loozen ten kantore van zijn producent Halal. “Miscommunicatie speelt daarbij een belangrijke rol. In Limburgia begrijpen een Limburger en een Hollander elkaar niet, in Botanica een man en een vrouw. Ik zit nu in de leeftijd dat vrouwen graag kinderen willen. En dat sommige mannen daar geen zin in hebben, en dat hun vrouwen dan weggaan – nadat ze acht jaar een relatie hadden en dan van een andere man, die daar wel zin in heeft, een kind krijgen. Als blijkt dat een stel geen kinderen kan krijgen, wordt meestal gedacht dat de vrouw onvruchtbaar is; mannen twijfelen bijna nooit publiekelijk aan de kwaliteit van hun zaad. Of de film autobiografisch is. Tsja, die vraag kon ik verwachten. Nou, ik heb nog geen kinderen en ben al twaalf jaar met mijn vriendin…”

Limburgia is wel gebaseerd op zijn eigen herinneringen. “Als kind al was ik gefascineerd door de sjutterie. Met mijn oma ging ik vaak kijken als ze voorbij marcheerden. Uniformen, verkleden, geweren… dat vond ik reuze spannend. Langzaam maar zeker verdwijnt de schutterij in Limburg, daarom wilde ik iets van deze eeuwenoude traditie op film vastleggen.”

Loozen is geboren in Geleen, tot zijn twintigste woonde hij in Maastricht. Hij kwam naar Amsterdam om aan de Rietveld Academie te studeren, na zijn studie reisde hij twee jaar als assistent van fotografe Viviane Sassen de wereld rond. “In die tijd zag ik dat steeds meer fotografen gingen filmen. Maar dat konden ze helemaal niet. Ik dacht: waar gaat dit mis? Dat was vooral op het terrein van het verhaal en geluid. Dus ben ik dat gaan studeren op de Filmacademie.”

Sinds zijn afstuderen combineert Loozen (opdracht)fotografie – hij werkt onder meer voor de Volkskrant en Het Parool – met vrij werk en films. Zijn voorbeelden zijn filmmakers als Roy Andersson, Ulrich Seidl en Tati, fotografen als Jeff Wall, Martin Parr en Paul Graham en (performance)kunstenaars als Erwin Wurm en Roman Signer. “De humor en toon van Signer vind ik prachtig. Dat is wat ik ook probeer, maar dan in film. Ik krijg weleens te horen dat ik veel goeie ideeën heb, maar dat al die ideeën samen niet per se een goeie film opleveren. Dat klopt wel. En toch begint alles voor mij met een idee of een beeld en niet met een verhaaltje.”

Dat blijkt; Limburgia en Botanica bestaan beide uit statische, zorgvuldig gekadreerde tableaux vivants. “Ik doe echt mijn best om het iets vaker uit het lood te halen; in Limburgia zitten shots waarin niet alles is gecentreerd. Het was mijn vriendin ook opgevallen; ze heeft me ervoor gecomplimenteerd. We hebben ook een keer een scène uit de losse pols gedraaid. Ik was direct al lichtelijk in paniek, maar ik dacht: doe eens gek. Het werkte voor geen meter, het werd meteen een totaal andere film. Een soort docu-realistische probleemfilm. Die maak ik niet.”