jpekker

Beeldend kunstenaar Jan van der Ploeg nam de muren van Arti onder handen: “Het draait niet alleen om de schilderijen van Kees Verwey”

IMG_7148

“Toen ik mijn ontwerp aan hem presenteerde zei Wim: het bijna zonde is om er Kees Verwey overheen te hangen…”

Tentoonstellingsmaker Wim van Krimpen vroeg schilder/beeldend kunstenaar Jan van der Ploeg de inrichting van de expositieruimte onder handen te nemen bij het 175 jarig jubileum van Maatschappij Arti et Amicitiae. Destijds was er nog sprake van een Breitner-expositie, maar heel veel maakt dat niet uit, meent Van der Ploeg. “Breitner lag natuurlijk voor de hand, omdat ze in het restaurant een heel mooi schilderij van hem hebben hangen. Maar het kon niet, vanwege de klimaatbeheersing en de beveiliging, geloof ik. Toen werd het Kees Verwey. Een heel mooi alternatief: een klassieke schilder, die wars was van alles dat er om hem heen gebeurde. CoBrA, het minimalisme… daar trok hij zich niets van aan. Hij bleef gewoon stillevens schilderen in zijn Francis Bacon-achtige atelier aan zijn herenhuis aan het Spaarne. Een enorme bos bloemen, een schedeltje, nog een enorme bos bloemen.”

Van der Ploeg (Amsterdam 1959), die onder meer de Rietveld Academie en de Rijksacademie volgde en in 1990 winnaar was van de Koninklijke Prijs voor Vrije schilderkunst, maakte furore met monumentale muurschilderingen in musea en openbare ruimtes. Zijn werken zijn onder meer te zien (geweest) in musea (Boijmans van Beuningen, Gemeentemuseum Den Haag en het Stedelijk Museum Amsterdam, MOTI Breda), het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam, de Nederlandse Ambassade in Londen, en het Ministerie van Financiën in Den Haag. Recent maakte hij een enorme muurschildering in Villa Mondriaan in Winterswijk, een museum over de jonge jaren van Piet Mondriaan, eveneens in opdracht van Wim van Krimpen.

vanderploeg

“‘Jij moet het doen’, zei Wim”, vertelt Van der Ploeg in PS Projectspace, onder zijn Amsterdamse atelier, terwijl anderhalve meter verderop een enorme installatie van de Zwitserse kunstenaar Beat Zoderer staat te loeien. Zijn assistente zit achter de computer en zoekt voortdurend naar afbeeldingen die Van der Ploegs enthousiaste verhalen illustreren.

Er komen ongeveer 200 werken te hangen in de vier zalen van Arti. “Het draait niet alleen om de schilderijen van Kees Verwey, maar in dit geval is het ook niet alleen mijn werk. Het is een werk van ons samen. Het moet straks in harmonie met elkaar zijn.”

Het een is niet ondergeschikt aan het ander, aldus Van der Ploeg. “Het werk van Verwey moet er niet bijhangen als een soort figuratieve vertaling van het abstracte werk van Jan van der Ploeg. Maar het werk van Jan van der Ploeg moet ook zeker geen abstract ondergrondje of decorum zijn voor de schilderijen van Verwey.”

Hij heeft er niet voor gekozen om de ene zaal zacht-roze te maken, een tweede lichtgroen en een derde blauw omdat de werken van Verwey er dan mooi op uitkomen. “Het wordt een behoorlijk bonte bende” zegt Van der Ploeg. “Ik geloof dat ik wel dertig, veertig kleuren heb gebruikt.” “Het zijn 78 kleurbanen”, zegt Van der Ploegs assistente, terwijl ze een schets op haar enorme computerscherm laat verschijnen. “Maar er zitten ook dubbele bij.” Van der Ploeg: “Toen ik ging schetsen had ik Verwey wel heel duidelijk in mijn achterhoofd, er komen heel veel kleuren voor in zijn werk. Maar vervolgens ga je bijna mathematisch te werk met de omgeving. Ik laat me leiden door de omringende architectuur, daar moet ik het nu eenmaal mee doen, maar het overstijgt het ook. Het is niet zo dat ik denk: shit, daar zit een trapleuning of een radiator, wat nu? Die worden als het ware ontkend.”

Jan van der Ploeg Voorstel Arti, 2014-6

Er zijn zwarte en witte banen, maar ook fluoriserende banen: fluoriserend geel, fluoriserend rood en fluoriserend roze. Van der Ploeg: “Het is allesbehalve ingehouden. Ik heb niet dienend willen zijn. Ik heb geen vast palet, ik kies mijn kleuren als een schilder. Er zijn geen wetmatigheden, geen regels of dogma’s van tevoren. Ik heb volledige vrijheid. Alles is mogelijk. Het zal nog een hele uitdaging worden voor Wim. Mijn werk is er eerst, ja, daar moeten de tentoonstellingsmakers op reageren. Zie moeten ermee handelen. Ik sta er niet naast; o, komt dat schilderij daar? Dan maak ik die roze baan toch maar wit… Ik ben ervan overtuigd dat Kees Verwey stand zal houden op mijn muurschildering. Wat scheelt – het klinkt misschien raar – is dat zijn werken zijn ingelijst. Door de lijst creëer je een soort afstand tussen zijn werk en dat van mij. En andersom.”

Op de vraag of er ook Breitners op zijn muur hadden gekund, denkt Van der Ploeg even na. “Ja”, zegt hij dan. “Dat denk ik wel. Oppervlakkig gezien, kun je Breitner en Verwey wel in dezelfde hoek van de kunstgeschiedenis plaatsen. Maar als je me vraagt of hier ook Daniel Buren overheen kan, of Mondriaan, dan zeg ik nee, dat niet. Dan is dit niet zo interessant denk ik, dán had ik iets anders moeten maken.”

In januari zijn er nog 2 andere tentoonstellingen van Jan van der Ploeg in Amsterdam. Van 24/1 t/m 7/3 is er een solotentoonstelling met schilderijen bij zijn vaste galerie Gerhard Hofland, Bilderdijkstraat 165C. Van 11/1 t/m 8/2 zijn er in Nieuw Dakota op de Ms. van Riemsdijkweg 41b grote muurschilderingen te zien in een dubbelexpositie met Studio Stallinga.