jpekker

Beddengoed Uit de Ramen van het Stedelijk Museum

Nee, het is géén statement dat het Stedelijk na het vertrek van directeur Beatrix Ruf met een grote schoonmaak bezig is, benadrukt Marinus Boezem. “Dat is te makkelijk. Ik maak geen cartoons. Dat is te anekdotisch, zo werk ik niet.”

“Een goed kunstwerk, zoals dit, heeft veel lagen,” valt Stedelijk Museum-conservator Leontine Coelewij hem bij. “Je kunt het op meerdere manieren zien. Maar toen ik de schets in onze collectie aantrof en ik erachter kwam dat we het werk opnieuw uit mochten voeren, speelde dit allemaal nog niet. Het heeft er helemaal niks mee te maken.”

Aan de achterzijde van het Stedelijk Museum, waar voor de grote verbouwing de hoofdingang was gevestigd, is de installatie Beddengoed Uit de Ramen van het Stedelijk Museum opnieuw bevestigd: voor alle ramen van het hoofdgebouw hangen wapperende witte lakens, op de kozijnen liggen dikke kussens.

Boezem (84) maakte de installatie in 1969 voor de roemruchte, door Wim Beeren samengestelde tentoonstelling Op Losse Schroeven, situaties en cryptostructuren. Met zijn project wilde Boezem de grens tussen kunst binnen en buiten het museum laten vervagen en verbond hij op humoristische manier de museale en de publieke ruimte met elkaar.

Nu maakt Beddengoed Uit de Ramen van het Stedelijk Museum deel uit van de tentoonstelling Amsterdam Magisch Centrum, Kunst en Tegencultuur 1967-1970. Boezem: “De impact is anders dan vijftig jaar geleden. Maar ik hoop dat voorbijgangers zich zullen afvragen wat dit in godsnaam is. En wat dat museum bezielt om zoiets te entameren.”