jpekker

Art imitating life

Op 29 Januari 1979 opende de 16-jarige Brenda Ann Spencer vanuit haar huis in San Diego het vuur op de Cleveland Elementary School. Twee volwassenen, onder wie de directeur van de school, werden doodgeschoten. Acht kinderen en een politieagent raakten zwaargewond. Spencer gebruikte een semi-automatisch geweer dat ze van haar vader als kerstcadeau had gekregen. Gevraagd naar het waarom, antwoordde Spencer: ‘Ik houd niet van maandagen. Dit brengt tenminste wat leven in de brouwerij.’

De Boomtown Rats schreven een liedje over de moordenares-uit-verveling dat wereldberoemd werd. Coco Schrijber voert Spencer op in haar met een Gouden Kalf bekroonde documentaire Bloody Mondays & Strawberry Pies. Maar speelfilmregisseurs hebben de grootmoeder van alle schietpartijen vooralsnog links laten liggen.

Dat mag een wonder heten. Want filmmakers putten met graagte uit de gruwelijke werkelijkheid. Van de ondergang van de Titanic tot de aanslagen op de Twin Towers: Hollywood ziet er een film in. Art imitating the cruel life. En de kunst blijkt vervolgens weer al te vaak een inspiratiebron voor het dagelijks leven. Waarbij het elke keer weer de vraag is of de film een uitdrukking is van ruwere omgangsvormen of dat de verharding juist het gevolg is van wat er in de bioscoop is te zien.

Direct nadat de 24-jarige Jams Holmes tijdens de première van Christopher Nolans The Dark Knight Rises in het Amerikaanse stadje Aurora twaalf mensen doodschoot en een veelvoud ernstig verwondde, werd de vraag gesteld of Batman schuld trof. Heeft de duistere superheldenreeks de dader geïnspireerd? En hoe dan; het aflsuitende deel van de trilogie was immers nog niet te zien. De feestelijke Franse première werd in ieder geval afgeblazen door studio Warner Bros., ook een promotietournee naar Mexico werd afgelast.

Holmes, een student neurowetenschappen met een strafblad met alleen een boete voor te hard rijden, droeg een gasmasker toen hij het vuur opende. Bane, Batmans tegenstrever in The Dark Knight Rises, draagt ook een masker. Daarmee houden de vergelijkingen echter wel zo’n beetje op, concludeerden de meeste media. Dan zijn de overeenkomsten met Batmans vorige tegenstrever, de door Heath Ledger gespeelde Joker in The Dark Knight (2008), groter. Die liet immers zien hoe een eenling een enorme chaos kan creëren met zinloze aanslagen op  willekeurige, onschuldige slachtoffers.

The Joker kreeg al eerder de schuld. Nadat een verwarde jongeman een bloedbad had aangericht op een kinderverblijf in het Oost-Vlaamse Sint-Gillis-Bij-Dendermonde meldden de media, zowel de serieuze als de tabloids, zonder een spoor van twijfel dat de ‘babymoordenaar’ zich had laten inspireren Batmans nemesis. Zijn gezicht was immers wit geschminkt, rond zijn ogen had hij een brede zwarte rand gemaakt, en zijn opvallend rode haar was in plukken geknipt. Het enige wat hij deed was lachen, net als The Joker. Daarbij kwam nog dat het één dag voor het bloedbad exact een jaar geleden was dat Heath Ledger overleed aan een overdosis…

De 23-jarige student Cho Seung-Hui, verantwoordelijk voor het bloedbad op Virginia High Tech, zou zijn geïnspireerd door Keanu Reeves, omdat hij in een zelf gemaakt filmpje op eenzelfde manier poseerde als Reeves in The Matrix. En ook Oldboy van Park Chan-Wook (net als de dader een Koreaan) werd gezien als inspiratiebron, omdat een andere foto die Cho naar NBC had gestuurd, waarop hij poseert met een hamer, onmiskenbaar gelijkenis vertoont met een filmstill uit Oldboy.

Soms is maar moeilijk te bepalen wat er eerst was; de film of de copycat, de gruweldaad of de verfilming. Neem Eric Harris en Dylan Klebold. Op 20 april 1999, de verjaardag van Hitler, richtten zij een bloedbad aan op Columbine Highschool in een blanke, dure buurt in Littleton, Colorado. Met automatische wapens die ze op internet hadden besteld, vermoordden de 18-jarige Harris en de 17-jarige Klebold twaalf medeleerlingen en een leraar en verwondden er 23, van wie negen ernstig.

Direct na de moordpartij begon ‘the blame game’: geconfronteerd met een bloedbad dat niet eenvoudig kan worden verklaard of begrepen, geven commentatoren, columnisten én politici de schuld aan films, muziek, boeken, tijdschriften, stripverhalen, tv-series, internet en computerspelletjes. De cult-rocker Marilyn Manson (die zich heeft vernoemd naar massamoordenaar Charles Manson, die onder meer de dood van de actrice Sharon Tate op zijn geweten heeft) moest het ontgelden, net als de uiterst gewelddadige computergame Doom, en films waarin wordt geschoten, zoals Natural Born Killers, Reservoir Dogs en – vooral – The Basketball Diaries.

In The Basketball Diaries droomt Leonardo DiCaprio dat hij met een lange, zwarte regenjas zijn school binnenloopt en verschillende studenten en docenten neerschiet. De film werd door de Amerikaanse filmstudio MGM uit de videotheek gehaald. Toen Net5 The Basketball Diaries een jaar na Littleton op de Nederlandse televisie wilde uitzenden, kwam de filmkeuring in het geweer tegen de uitzendtijd. ‘Als we niet uitkijken, komt er een generatie die gaat denken dat geweld, verkrachting, mishandeling en vernedering als uitingen van amusement aanvaardbaar zijn’ verklaarde directeur Cor Crans van de Filmkeuring. De moraal van The Basketball Diaries is nochtans anti-geweld en anti-drugs.

Uit video-opnamen die de twee in de weken voor de slachtpartij van zichzelf maakten, wordt duidelijk dat Harris en Klebold uit waren op eeuwige roem. ‘Filmregisseurs zullen om ons verhaal vechten’, zegt Dylan zelfbewust tegen de camera. Om zich vervolgens af te vragen wie het meest geschikt zou zijn: Steven Spielberg of toch Quentin Tarantino?

Zij werden het niet, maar de gruweldaden van Harris en Klebold bleken een bron van inspiratie voor schrijvers en filmmakers. Michael Moore dook de beelden van de bewakingscamera op en gaf ze naast 11 september en heel veel meer een prominente plek in zijn documentaire Bowling for Columbine (2002). Ben Coccio maakte de mockumentary Zero Day (2003), en Uwe Boll regisseerde in 2002 Heart of America. Om de bar en boze film, die in Nederland rechtsreeks op dvd werd uitgebracht, een zweem van relevantie te geven, wordt aan het begin meegedeeld dat een kind dat dertien jaar naar school gaat een kans heeft van 1 op 107 duizend op een gewelddadige dood, in, op of weg naar school. Tot slot wordt een hele trits schietpartijen opgesomd, waaronder die in Littleton.

Nadat een 17-jarige jongen (hobby’s: gewelddadige computerspelletjes, horrorfilms) in maart 2009 met het pistool van zijn vader een bloedbad had aangericht op zijn oude middelbare school in het Zuid-Duitse Winnenden, waren de vergelijkingen wederom niet van de lucht. Met Littleton, natuurlijk, maar ook met de Estse film Klass (uit 2007!!), die de ochtend na de schietpartij in de Nederlandse bioscopen in première ging. In Klass – die niet in de Duitse bioscopen te zien is geweest – nemen twee jongens bloedig wraak voor de vernederingen die hen door hun klasgenoten zijn aangedaan. ‘Gebaseerd op ware gebeurtenissen’ staat er na de begintitels.

Regisseur Ilmar Raag stelt, net als Uwe Boll in Heart of America, dat pesterijen, vernederingen en het daaruit voortvloeiende isolement de oorzaak zijn van het geweld. Regisseurs en films die minder uitgesproken zijn, noemt hij politiekcorrect.

Hij zal daarbij hebben gedacht aan Gus Van Sants meesterwerk Elephant, vernoemd naar een boeddhistische parabel over blinde mannen, die allemaal tot verschillende conclusies komen als ze een olifant proberen te beschrijven. De blinde die aan de slurf heeft gevoeld, omschrijft de olifant als een slang. Degene die aan een poot voelt, denkt dat het een boom is. Een derde die aan zijn staart trekt, zegt dat het een touw is. Geen van allen is in staat het geheel te overzien.

Elephant biedt geen totaalbeeld van de tragische gebeurtenissen. De film geeft wel hints en aanwijzingen, maar die zijn op verschillende manieren te interpreteren. Van Sant wiegt de kijker eerst langzaam in slaap, waardoor het onvermijdelijke geweld des te harder aankomt. De schietpartij is climax en anticlimax tegelijk. Geen spektakel, geen bloedfonteinen. Van Sant laat de paniek zien, het ongeloof en de ontreddering.

Er is geen concrete oorzaak voor het geweld op scholen, wil Van Sant maar zeggen. Dat is niet het geruststellende, comfortabele antwoord dat mensen graag horen. Een film mag de werkelijkheid wel weergeven, die werkelijkheid moet wel te bevatten zijn.