jpekker

Ai Weiwei maakt fragiel, maar krachtig statement voor Amsterdam Light Festival

“De organisatie gaf me een plattegrond van het gebied waarbinnen ik een werk mocht maken. Die grens heb ik gekopieerd; dat is nu mijn werk geworden.” De wereldvermaarde Chinese kunstenaar, dissident, activist en provocateur Ai Weiwei (Peking, 1957) was even in Amsterdam. Hij gaf er een handvol interviews vanwege zijn documentaire Human Flow, die vanaf 14 december in de filmhuizen draait, en hij lichtte tijdens een rondvaart zijn voor het Amsterdam Light Festival gecreëerde kunstwerk Thinline toe. Met beide werken agendeert Ai de vluchtelingencrisis, die hem ruim een jaar geleden ook al naar Amsterdam voerde, toen voor de opening van de foto-expositie #SafePassage in Foam. Bij die gelegenheid werd ook het eerste contact tussen het festival en de kunstenaar gelegd.

Ai stelde direct een werk voor waarmee hij de betekenis van grenzen ter discussie wil stellen: “Wie bepaalt de grens en wie er wel en niet overheen mag? En wat erbinnen wel en niet mag? Al mijn werk gaat over grenzen, migratie, vluchtelingen, mensenrechten en vrijheid.”

“Als Chinees ben ik me altijd zeer bewust geweest van grenzen als iets waar je niet aan voorbij mag gaan – zowel fysieke obstakels als psychologische barrières. We hebben altijd te maken gehad met censuur; met dingen die wel en niet gezegd, gemaakt en gedaan mogen worden. Ik probeer me niet te laten beperken; als kunstenaar denk ik altijd in mogelijkheden. Ik probeer de gedachte achter grenzen te begrijpen, zodat ik ze vervolgens kan slechten.”

De kunstenaar creëerde een rode lichtlijn die het historische centrum van Amsterdam begrenst. De 6,5 kilometer lange glasvezeldraad die rood oplicht doordat er lasers doorheen worden geschoten, is geïnspireerd door de eroev. “Ik zag dat bij orthodoxe joden in Brooklyn. Zij trekken met een draadje een symbolische grens in hun wijk; binnen dat ‘gezegende gebied’ mogen ze zich tijdens de sabbat ook zonder keppeltje buitenshuis begeven.”

Hij was zich niet bewust van het klasse- en welvaartsverschil tussen het door hem gemarkeerde gebied en de rest van de stad. “Ik ben hier een paar keer geweest, maar ik ken de stad niet heel goed. Ik ben bekend met het roemruchte verleden; ik wist dat Amsterdam het handelscentrum van de wereld was, waar voortdurend deals met de hele wereld werden gesloten. De mensen hier zijn praktisch, in alle opzichten. Dat zie je al als je op Schiphol landt; de bewegwijzering is zo helder. Maar aan de andere kant heb je hier ook coffeeshops. Ik kocht er gisteravond een stuk cake. Chocoladecake, dacht ik, maar ik ging helemaal knock-out. Daardoor heb ik me vanochtend verslapen, ik verslaap me anders nooit.”

Ai denkt niet dat iedereen het idee achter zijn werk direct zal begrijpen. “Kunst heeft soms uitleg nodig en dit werk wordt daarom ook goed uitgelegd; dat is de reden dat ik hier ben. Maar je hoeft niet alles te weten om te kunnen genieten van de esthetiek of de innovatieve techniek. Ik vind het hypnotiserend. Het is fragiel, soms bijna onzichtbaar; tegelijkertijd is het een heel krachtig statement.

Volgens artistiek directeur en curator Lennart Booij geeft Ai hiermee het thema van deze zesde editie, ‘existential’, naast een culturele ook een politieke lading. “Met het thema willen we bezoekers stimuleren om na te denken over wat mensen verenigt en welke rol licht hierin speelt.”

“Kunst is per definitie politiek,” aldus Ai. “In onze liberale samenleving heeft ieder individu het recht om zijn mening te verkondigen. De vluchtelingencrisis is een spiegel die ons dwingt naar onszelf te kijken; als het systeem niet werkt, moeten we het systeem veranderen. Ik ben ervan overtuigd dat dat kan. Het lijkt misschien onmogelijk, maar het is allemaal bedacht door mensen. Mensen kunnen het dus ook veranderen.”

Het Amsterdam Light Festival bestaat uit twee onderdelen: op het Marineterrein is t/m 7 januari de landexpositie met 15 interactieve kunstwerken. De waterexpositie, met 21 kunstwerken in de historische binnenstad, loopt t/m 21 januari.