jpekker

Abderrahmane Sissako over Timbuktu: “We mogen niet toegeven aan onze angst”

8_TIMBUKTU_de_Abderrahmane_Sissako-_c__2014_Les_Films_du_Worso__Dune_Vision_01

“Een film begint voor mij altijd met twijfel. Ik heb wel een bepaald idee, een bepaalde opvatting, maar die trek ik vervolgens altijd weer in twijfel. Want wat mij betreft is film bedoeld om onzekerheid te tonen, niet om dé waarheid te verkondigen. Ik heb de waarheid niet in pacht en ik wil ook niet pretenderen dat ik dat wel heb.”

De Frans-Mauritiaanse regisseur Abderrahmane Sissako (Kiffa, Mauritanië, 1961) is geen man van ferme uitspraken. Hij formuleert bedachtzaam, en als hij wordt geconfronteerd met een eerdere uitspraak zegt hij dat hij ook vaak het tegenovergestelde heeft beweerd. Moedig moet je hem ook niet noemen. “Moedig zijn de mensen die dag in dag uit weerstand bieden aan het moslimextremisme. Timboektoe werd begin 2012 veroverd door jihadistische milities. Extremistische moslims voerden er de sharia in; ze verboden muziek, sigaretten en voetbal, verplichtten vrouwen sluiers, sokken en handschoenen te dragen, en dwongen jonge meisjes met hun manschappen te huwen. Overtreders werden gestraft met zweepslagen, amputaties en stenigingen. En toch stonden er mensen op tegen het gezag, veelal in stilte, maar ze stonden op tegen het gezag. Ze bleven luisteren naar de muziek die ze in hun hoofd afspeelden, of speelden voetbal zonder bal. Over díe moed en over díe mensen moeten we praten. Als we niet over hen praten, geven we ons gewonnen. We mogen niet toegeven aan onze angst, want dat zou hun grote overwinning zijn”

Sissako in Cannes

Sissako, die vorig jaar op het festival van Cannes werd bekroond met de Oecumenische Prijs, maakte Timbuktu vanuit een persoonlijke betrokkenheid: hij bracht zijn jeugd door in Mali, het land van zijn vader, tot hij op zijn achttiende moest vluchten na een neergeslagen studentenprotest. Hij kwam terecht in Frankrijk, trok naar Moskou om daar een filmopleiding te volgen, en vestigde zich daarna weer in Parijs. In 2005 keerde hij naar Timboektoe terug om er een deel van zijn film Bamako op te nemen.

“Het is een magische plek; een oeroude stad met smalle straatjes, waar families al generatielang wonen. De islam heeft er altijd een belangrijke rol gespeeld, maar het is een zeer open, tolerante islam. Toen die stad, die altijd symbool stond voor tolerantie, openheid en generositeit, door jihadisten werd ingenomen, voelde ik dat ik dit verhaal moest vertellen, van binnenuit, met een andere blik op de islam dan gebruikelijk. Want het probleem is niet de islam, de mensen die de islam misbruiken zijn het probleem. En de slachtoffers van de jihad zijn niet alleen westerlingen van wie we de beelden op televisie zien. De slachtoffers zijn ook de lokale bevolking; de vrouwen die worden geslagen, de mannen die niet meer durven te voetballen. Het lijden van die mensen wilde ik tonen.”

Timbuktu-VOST_reference

Timbuktu_006

Timbuktu is gebaseerd op een waargebeurde geschiedenis uit 2012, toen Al Qaida-strijders een kleine gemeenschap in het oosten van Mali binnentrokken en de ouders van twee jonge kinderen doodden door steniging – hun ‘misdaad’ was dat ze niet getrouwd waren. De jihadisten filmden de steniging en zetten het filmpje op het internet. De media besteedden er nauwelijks aandacht aan, tot onbegrip van Sissako. “Het was die onverschilligheid die maakte dat ik Timbuktu wilde maken Er zijn bepaalde waarden getoond en beschermd moeten worden. Menselijke waarden. Universele, menselijke waarden.”

Sissako, die zijn acteurs en figuranten vaak uit de lokale bevolking rekruteert, was aanvankelijk van plan zijn film in Timboektoe op te nemen. Een zelfmoordaanslag kort voordat de opnamen zouden beginnen, veranderde echter alles. “Ik kon het risico niet lopen om mijn cast en crew aan zulke gevaren bloot te stellen, dus moesten we op zoek naar een andere plek.”

timbuktu_20000295_st_9_s-low

Dat werd Oualata in Mauritanië, een karavaanstad op twee dagen rijden van de bewoonde wereld, maar waar de dreiging van terreur evenwel groot was. “Het was zwaar. We werden beveiligd door het Mauritiaanse leger, maar die konden onze veiligheid ook niet voor de volle honderd procent garanderen. Een zelfmoordaanslag is nu eenmaal niet uit te sluiten; een figurant had een bom de set op kunnen smokkelen en zichzelf voor de camera kunnen opblazen. Het was angstaanjagend daarover na te denken. Ik was verantwoordelijk, ik had iedereen meegenomen.”

De benarde omstandigheden waaronder hij zijn film moest opnemen, staan in schril contrast met het soort cinema waar hij voor staat, aldus Sissako. “Mijn films zijn een open uitnodiging. Een uitnodiging om samen een reis te maken naar gebieden die je nog niet kent of die anders blijken te zijn dan je altijd hebt gedacht. En om die ervaring vervolgens te delen. De films die ik maak reflecteren mijn opvoeding en mijn opleiding. Ik ben als moslim opgevoed, maar toen ik klein was leerde ik dat je anderen lief moest hebben los van wie ze zijn of hoe ze zich gedragen, dat je andere mensen eerst en vooral als mens moest zien en niet als anders.”

soccer

Hoewel hij vreselijke gebeurtenissen laat zien, is Timbuktu hoopvol, meent Sissako. “Voor mij staat film gelijk aan hoop. Altijd. Dat er zulke vreselijke dingen gebeuren in mijn film, wil niet zeggen dat er geen hoop is. Hoop zit in de mensen. Je kunt verbieden dat mensen muziek maken in het openbaar; je kunt zelfs verbieden dat ze thuis muziek maken, maar je kunt niet verbieden dat ze muziek in hun hoofd horen. Je kunt voetbal verbieden, maar je kunt niet voorkomen dat ze een ander spel zonder bal spelen. Dat is hoop. Daarbij komt zij die muziek verbieden er zelf graag naar luisteren, en degene die voetbal verbieden er zelf graag naar kijken. Ik ben er daarom van overtuigd dat die verboden geen stand zullen houden. De liefde voor de zaken die ze verbieden is gewoonweg te groot.”