jpekker

Disco: niet te veel nadenken!

The Sanchez Brothers, The hurried child, 2005, Inkjet print 152 x 192 cm  Courtesy Flatland Gallery, Amsterdam and Torch Gallery, Amsterdam

De lichtgevende dansvloer en glitterbol zie je niet veel meer, maar disco is springlevend, zo toont de vermakelijke documentaire Disco van popprofessor Leo Blokhuis en regisseur Arjan Vlakveld. Alleen heten Kool & The Gang, Bee Gees, Giorgio Moroder en Donna Summer nu Bruno Mars, Daft Punkt, Robin Thicke, Rihanna en Armin van Buuren.

Dat disco veertig jaar nadat de term door Vince Aletti werd gemunt in een artikel in Rolling Stone ook op andere gebieden nog altijd invloedrijk is, bewijst de gelijknamige expositie in Flatland Gallery. Daarop zijn werken te zien van zeventien kunstenaars, meest foto’s. Slechts een klein deel is afkomstig uit de eigen ‘Flatland-stal’, daarnaast is er werk van ‘concurrerende’ galeries, uit museale collecties en van particuliere verzamelaars.

orange-dog

Uitgangspunt bij de samenstelling vormde een quote van de Amerikaanse beeldend kunstenaar Jeff Koons, wiens werk doorgaans niet wordt getypeerd als ‘disco’, maar als postmodern, camp of über-kitsch: “My work is a support system for people to feel good about themselves”. Wat vrij werd vertaald als: disco geeft je structuur om je goed te voelen (over jezelf).

Dat geldt voor Koons Balloon Dog, gemaakt van oranjerood, oogverblindend glanzend roestvrijstaal, gepresenteerd op een zilveren bling bling-bordje (de originele Balloon Dog werd deze week overigens voor een recordbedrag geveild bij Christie’s: 58,4 miljoen dollar!). Het geldt zeker voor de glanzende, fonkelende, zeg maar gerust kitscherige sculpturen van Hans van Bentem: een jerrycan, een olievat, tientallen bloemetjesschaaltjes, een ‘brainfish’ en een soort ‘King of Pop’-achtig borstbeeld, allemaal van porselein in alle kleuren van de regenboog. Kijk ernaar, en er verschijnt als vanzelf een glimlach op je gezicht.

Maar je kunt je afvragen of het ook geldt voor I am so high I could eat a star II van mode- en portretfotografe Cornelie Tollens, een foto die ook op de uitnodiging is gebruikt. Daarop staat als clown uitgedoste vrouw, met een veelkleurige pruik en een rode neus. En blote borsten en een opengesperde mond, waarboven witte klodders zweven. Disco?

Cornelie Tollens I am so high i could eat a star II, Pigment print, epoxy, 2013, 80 x 106,5 cm Courtesy Flatland Gallery, Amsterdam

Een recente, gelikte foto van een zoenend stel in een limousine, gemaakt door Pieter Henket die wereldwijd doorbrak met zijn portret voor het albumhoesje van Lady Gaga’s The Fame, is hier net zo goed disco als een met de computer gemanipuleerd onderwaterportret van Danielle Kwaaitaal. Die laatste is eind jaren negentig gemaakt, toen Kwaaitaal furore maakte met het VJ-collectief Techno Creations, waarmee zij haar werk presenteerde in clubs als Mazzo en de Chemistry.

Er zijn bewegende, in de computer gegenereerde natuurbeelden van Eelco Brand en schilderijen van knalroze flamingo’s van Jeroen Allarts; een close-upfoto van aidsremmers van Damien Hirst en modefoto’s van Inez van Lamsweerde & Vinoodh Matadin.

Anuschka Blommers - Niels Schumm, LP, 2005

Een ander vermaard fotografenduo, Anuschka Blommers en Niels Schumm, maakte een intrigerende foto van een inktzwarte, mysterieus zwevende elpee. Nadere bestudering leert dat het om Nebraska gaat, Bruce Springsteens album uit 1982 – bepaald geen ‘four-on-the-floor’.

Maar misschien is het niet de bedoeling om heel goed te kijken en al te veel na te denken – zoals je beter ook niet naar de teksten van de meeste discoliedjes kunt luisteren. Disco moet je gewoon over je heen laten komen; het draait om de magische momenten.

Disco, met werk van o.a. Damien Hirst, Inez van Lamsweerde & Vinoodh Matadin, Jeff Koons, Pieter Henket en Danielle Kwaaitaal/ T/m 19/12 in Flatland Gallery, Lijnbaansgracht 312-314. De documentaire Disco is nog te zien op Uitzendinggemist.nl.