jpekker

Doolhof vol intense beelden

Op het eerste gezicht is het een typische ‘Aernout Mik-situatie’: in een conferentiezaal zijn honderden mensen bijeengekomen voor een soort kerkdienst. Er wordt gebeden en gejoeld, handen met enveloppen gaan de lucht in. De gulle giften worden opgehaald door assistenten in keurige pakken; intense spiritualiteit en zakelijke rituelen gaan naadloos in elkaar over.

De tweekanaals videoprojectie is te zien in een intiem zaaltje, met een verlaagd plafond en een zandkleurige tapijt waarop kriskras witte plastic stoelen staan, waardoor conferentiezaal als het ware doorloopt in het museum. Met dien verstande dat de kerkgangers geëxalteerd meeleven en de museumbezoekers bedaard toekijken. Je vraagt je dan ook af waarom er maar liefst drie suppoosten in het zaaltje rondhangen.

Tongues and Assistants, zoals het werk heet, maakt deel uit van Communitas, een overzicht van de video-installaties die Aernout Mik maakte sinds 1999. Het is de eerste solo-expositie van een Nederlandse kunstenaar in het Stedelijk Museum van directeur Ann Goldstein.

Mik (Groningen 1962), die is opgeleid als beeldhouwer en als filmmaker autodidact is, mocht de gehele ondergrondse zaal in de nieuwbouw onder handen nemen, ruim 1000 m2. Hij creëerde er een doolhof van witte gangen, zalen, doorkijkjes, nissen en splitsingen, die de bezoeker tekens weer tot nieuwe keuzes dwingt en maakt dat hij zich steeds bewuster tot de ruimte én de werken gaat verhouden.

Een centrale plaats is ingeruimd voor de driekanaals video-installatie Communitas uit 2010, waarnaar de expositie is vernoemd. De drie manshoge schermen staan naast elkaar op de grond in een soort houten arena. Als je op de hoogste trede staat, kun je de gehele ruimte overzien. En steekt je hoofd uit boven de witte muur van de ruimte waarin Shifting Sitting (2011) wordt vertoond, waarin een look-a-like van Silvio Berlusconi in de beklaagdenbank staat. In Shifting Sitting veranderen de rollen van rechters en publiek, aangeklaagden en getuigen, machthebbers en ondergeschikten beetje bij beetje. De titel verwijst in deze nieuwe context ook naar de veranderende rol van de museumbezoeker zelf: de beschouwer wordt zelf beschouwd.

Zo grijpt álles in elkaar: de dertien werken, de ruimte en de bezoekers, en steeds weer op een andere manier. Omdat de films geen duidelijk begin en einde hebben en niet staat aangegeven hoe lang ze duren, moet de bezoeker zelf bepalen wanneer hij genoeg gezien heeft. Nog belangrijker: omdat geluid en letterlijke referenties ontbreken, moet de bezoeker zelf bepalen waar hij naar kijkt.

Werken veranderen daardoor voortdurend van betekenis. Communitas, waarin een menigte samenkomt in een sfeer van revolutionaire onrust in een pompeus gebouw, herinnert aan Solidarność, doet dan weer denken aan de gijzeling het Dubrovkatheater in Moskou in 2002, maar zou ook kunnen refereren aan de Arabische lente.

Dat is geen teken van vaagheid of onbeduidendheid, het is de kracht van Miks werk, waarin het niet gaat om de gelegenheid zelf, maar om de situatie waarin mensen terechtkomen. Om algemene motieven en rituelen; om groepsdynamiek en peer pressure.

Dat geldt ook voor Tongues and Assistants. Alleen is die film niet door Mik in scène gezet, maar zijn het pure documentairebeelden die hij schoot bij de Pinkstergemeenschap in Brazilië. De suppoosten zijn dan weer niet echt. Zij fungeren als een soort intermediairs tussen het werk en de museumbezoeker. Ze staren voor zich uit en schuiven wat met stoelen. Dat is het zo een beetje, en toch zorgt het ervoor dat je nog geconcentreerder naar het gedrag van de gefilmde assistenten gaat kijken. En ondertussen word je onderdeel van een totaalkunstwerk.

COMMUNITAS van Aernout Mik. T/m 25/8 in het Stedelijk Museum, Museumplein 10. N.B.: In Het Parool stonden 4 sterren bij deze recensie; dat hadden er 5 moeten zijn.