jpekker

Muurschildering in de herkansing

“Je verkrijgt een diagram en een certificaat, verder niets. Het museum heeft dus eigenlijk het idee in plaats van het werk zelf in zijn bezit. Wij hebben ervoor gekozen het idee weer zichtbaar te maken.”

Op een zonnige julidag is kunstenaar Wim Starkenburg in een bovenzaal van het Stedelijk Museum bezig met het aanbrengen van een heuse Sol LeWitt. Diens Wall Drawing #1084 om precies te zijn, bestaand uit vier uit intens-veelkleurige, parallelle banen opgebouwde vierkanten. Metersgroot, van muur tot muur.

Op een elektrische lift is de Chinese Hao Jingfang bezig met de zwarte contouren. Met haar vlakke hand streelt ze de zorgvuldig afgeplakte banen; iedere oneffenheid wordt weggeschuurd. De Japanner Tak Arita ziet vanaf de grond dat het goed is. Starkenburg: “Zij gaan echt tot het gaatje. Daar heb ik veel van geleerd. Ik had vroeger een zekere nonchalance. Dan dacht ik: dat ziet toch niemand. Dat zag je ook niet van deze afstand, en toch denk ik dat nu niet meer.”

Starkenburg bracht Wall Drawing #1084 al eens eerder aan in het Stedelijk Museum, in 2003, op dezelfde muur. “Toen zijn we er achttien dagen mee bezig geweest. Nu negentien. We zijn iets preciezer geworden. Dit is ook niet meer precies dezelfde muur als waar hij destijds op is gemaakt. Na de renovatie hebben alle zalen voorzetwanden gekregen en een andere plint aan de onderkant. Het verschil is slechts twee centimeter, maar het luistert heel nauw, want het werk is gebaseerd op vierkanten en het moet wandvullend zijn.”

Het betrof destijds een gezamenlijk schenking aan het Stedelijk van directeur Rudi Fuchs door LeWitt en de Amerikaanse minimal art-kunstenaar en dichter Carl Andre. “Ik herinner me nog dat er destijds drie horizontale banen misten. Hoe dat kan? Sommige tekeningen zijn erg complex en de kleurennotatie is niet altijd even duidelijk. Ik heb Sol LeWitt toen gebeld en hij heeft gezegd hoe we het moesten oplossen. Nu is alles keurig vastgelegd. Je kunt zeggen dat de werken steeds beter in hun vorm worden gegoten. Esthetische overwegingen zijn een rol gaan spelen, terwijl in het verleden het idee belangrijker was dan de uitvoering. Dat is natuurlijk ook het uitgangspunt van conceptuele kunst, maar het heeft zich geëvalueerd…”

#1084 is een van Lewitts latere muurschilderingen. Tussen 1968 en 2007 bedacht LeWitt, de ‘hogepriester van de conceptuele kunst’, er rond de 1260. Allemaal uit zijn hoofd, zonder computer. “Bij Sol is alles terug te voeren op een soort basisgrammatica bestaande uit verticale, horizontale en diagonale lijnen in beide richtingen. Die grammatica klinkt in bijna al zijn ontwerpen door. Ook in zijn potloodtekeningen en inkttekeningen.”

In vroeger jaren heeft LeWitt een aantal van dit soort enorme werken zelf uitgevoerd, weet Starkenburg. “Maar hij kwam al vrij snel tot de conclusie dat het praktischer was om het door anderen uit te laten voeren. Je koopt het concept van Studio LeWitt; de concepten zijn zo geformuleerd dat ze uitvoerbaar zijn door assistenten. Of eigenlijk door iedereen: het werk wordt vooral gedaan door studenten en beginnende kunstenaars, in samenwerking met LeWitts assistenten. Ik leid nu zelf ook weer nieuwe studenten op. Die hebben hem al niet meer in levende lijve meegemaakt…”

Starkenburg studeerde zelf aan de Jan van Eyck Academie toen hij in 1983 werd benaderd om mee te werken aan een grote overzichtstentoonstelling in het Stedelijk Museum onder Edy de Wilde. “Er werd door een team uit Amerika geronseld op allerlei kunstacademies. Ook kunstenaars als Marien Schouten, Fransje Killaars, Roy Villevoy en Willem Wolff hebben destijds werken van LeWitt geschilderd. Ik kende zijn werk; ik had zelf lijntjes getekend op de academie en dacht: nou heb ik toch iets… Ik ben het altijd blijven doen; ik vind het een ideale combinatie met mijn eigen werkzaamheden. Omdat je wat minder afhankelijk wordt van de verkoop van je werk; je verlegt de druk. Het heeft mijn eigen werk ook op een andere manier beïnvloed. De maatvoering, met name; de schaal. Het is brutaler geworden. Ik schrik niet meer van een grote wand.”

De vorige versie van Wall Drawing #1084 is nog geen jaar te zien geweest; 31 december 2003 sloot het Stedelijk Museum om te worden verbouwd. Het zou echter nog tot 2006 duren voordat met de renovatie werd begonnen. “Al die tijd bevond zich dus een eenzame LeWitt in het Stedelijk Museum. Maar niemand kon er meer bij. Het museum is na de sluiting namelijk direct aan de gemeente overgedragen. Pas toen het museum volledig werd ontmanteld en alle wanden tot het baksteen werden gestript, was het werk echt weg.”

Van protesten onder publiek of kunstcritici, zoals eind 1998, toen bij de renovatie van het Haags Gemeentemuseum een werk van LeWitt verloren ging, was geen sprake. “We wisten het ook van tevoren; toen het werk werd gemaakt, stond het al vast dat het binnen afzienbare tijd weer zou verdwijnen.”

“Maar het was altijd mijn wens om Wall Drawing #1084 weer terug te laten komen”, zegt conservator Leontine Coelewij. “Maar pas het afgelopen jaar, toen we samen met directeur Ann Goldstein intensief zijn gaan werken aan het complete plan voor de collectiepresentatie, werd duidelijk dat het daadwerkelijk zou terugkeren in de oudbouw van het Stedelijk Museum. Coelewij: “Dit was een van de werken waarover we het al snel over eens waren. Het is hier heel goed op zijn plek. Er tegenover komen werken te hangen van Josef Kosuth en Stanley Brouwn, beiden ook echte conceptuele kunstenaars.

Starkenburg voert enkel en alleen Sol LeWitts uit. Niet alleen in het Stedelijk, overigens, maar over de hele wereld. Er is een Sol LeWitt te zien in het Bonnefanten in Maastricht waaraan hij heeft meegewerkt en in Magasin 3 in Stockholm. Ook aan de grote tentoonstellingen in Centre PompidouMetz (nog te zien t/m 29 juli 2013) en Museum Leuven (t/m 14 oktober 2012) werkte hij mee, op verzoek van Sofia LeWitt, die sinds het overlijden van haar vader in 2007 diens erfenis beheert.

“De voldoening zit ’m voor mij ook in de loyaliteit van Sol LeWitt. Ik heb hem regelmatig ontmoet en vaak telefonisch gesproken. Dat heeft heel veel indruk op mij gemaakt. Zijn theoretische kennis is enorm en hij kwam altijd weer met interessante invalshoeken die mij dan weer aan het denken zetten. Hij had veel humor, terwijl hij ook wel een beetje timide was. Hij bleef liever op de achtergrond en had geen sterallures. Dat zijn allemaal karaktereigenschappen die mij wel aanspreken. Zie het maar als een goede baas; dan heb je toch geen reden om weg te gaan?”

Een Sol LeWitt maken, is teamwerk, aldus Starkenburg. “De acrylverf droogt heel snel op en als je geen goede connectie maakt, krijg je strepen of doffe plekken. Dat kun je alles weer afschuren en moet je opnieuw beginnen. Hier liep het als een trein; wij drieën vullen elkaar goed aan. Heel goed zelfs: volgens mij is er onder mijn ogen een romance begonnen.”

Ondanks zijn noeste arbeid ziet Starkenburg Wall Drawing #1084 niet als een werk van hemzelf. “Als je ermee bezig bent, voelt het wel alsof je deel uitmaakt van het werk. Maar als ik dan later terugkom, bij de opening of daarna, voel ik altijd afstand. Dan is het niet meer van mij of van ons. Dan is het een Sol LeWitt. Maar tijdens het maken… Het is als met muziek. Als je muziek maakt, heb je de voldoening van het spelen, maar daarmee wordt het nog niet jouw muziek. Dat is ook geen bedenksel van mij hoor, dat heeft Sol LeWitt vaak als metafoor gebruikt.”

Het is wel eens gebeurd dat een student op eigen houtje een LeWitt heeft aangebracht, weet Starkenburg, “maar die doet het werk nu niet meer”. “Ik heb er thuis ook eentje gemaakt, maar daar heb ik toestemming voor gevraagd. Ik heb een foto van de wand opgestuurd en Sol heeft daar een ontwerp voor gemaakt: een ‘scribble-tekening’ van 70 centimeter breed en drie meter hoog. Ik heb hem samen met mijn vrouw aangebracht; het was heel romantisch. Hij heeft ook een nummer, maar ik heb helaas geen certificaat. Misschien geven ze me dat nog, als pensioen. Sol was altijd heel royaal voor zijn assistenten; die stuurde hij ieder jaar een tekening of iets anders. Dat maakte het ook zo leuk om voor zo iemand te werken.”

Hao Jingfang is van het liftje gestapt en pakt een emmer met zwarte acrylverf. Tak Arita buigt de haren van een platte kwast in de palm van zijn hand. Starkenburg moet weer aan de slag: de laatste laag van het zwarte contour moet worden aangebracht.

Het is nog de vraag hoe lang Wall Drawing #1084 dit keer blijft hangen. Leontine Coelewij: “Dat weten we nog niet exact. Voorlopig voor een paar jaar, denk ik. Ik wil het voorlopig graag hier houden.” Starkenburg: “De kleuren blijven heel lang goed. Ik heb dezelfde verf op een buitenmuur gebruikt en die is na vijf jaar nauwelijks verkleurd. En als-ie om wat voor reden dan ook beschadigd zou raken, kan het makkelijk weer bijgewerkt worden.”

Als het Stedelijk Museum zondag 23 september, klokslag 10 uur, zijn deuren weer opent voor het publiek, worden er op 6.683m2 tentoonstellingsruimte ongeveer 2500 werken getoond, waarvan het leeuwendeel afkomstig is uit de collectie. Naast de Sol LeWitt zijn er nog negen andere werken die speciaal voor het Stedelijk zijn gemaakt: van Dan Flavin, Louise Lawler, Wolfgang Tillmans, Karel Appel (twee), Lawrence Weiner (drie stuks) en bureau Inside Outside van Petra Blaisse: het 200 m2 grote wandkleed, speciaal voor de nieuwbouw. In totaal heeft het 17 weken geduurd om alle werken op hun plek te krijgen.