jpekker

Wat ontwerp kan doen voor… de grachtenplassers

“Je zou een urban myth kunnen ontwikkelen. Iets als het visje in de amazone, dat tegen de stroom in zwemt en zich in je urinebuis zou nestelen als je in de rivier plast. Een virus dat zich in je teelballen nestelt, of zoiets, breed uitgemeten in de pers en in reisgidsen als de Lonely Planet. Misschien schrikt dat de grachtenplassers wel af.”

Ze hebben het grondig aangepakt, de ontwerpers van Dietwee – merk, ontwerp en communicatie, een Utrechts bureau dat merken ontwikkelt, positioneert en vernieuwt. Ze hebben niet één idee om de Amsterdamse grachtenplassers te behoeden voor gevaar, maar tientallen. En ze hebben hun huiswerk terdege gedaan. “De afgelopen drie jaar kwamen er meer dan vijftig mensen om nadat ze tijdens het plassen in het water vielen”, doceert creative director Jonne Kuyt. “De mogelijkheden voor wildplassers zijn ook legio: er zijn 80 bruggen en ruim 14 kilometer grachten. Keer twee eigenlijk, want je kunt aan beide kanten van de kade plassen.”

Misschien speelt het een rol dat Tirso Francés, die Dietwee samen met Ron Faas in 1988 oprichtte, ervaringsdeskundige is. Toen hij een jaar of achttien was, is hij ladderzat in Utrecht in een gracht gevallen. “Ik had met een corpsbal staan drinken en was gewend aan Engels bier, dat veel minder sterk is. Ik ging plassen en viel zo voorover, gelukkig op een plek waar geen werf was, in het ijskoude water. Je kunt dan niet veel meer. Ik ben eruit geholpen door een man die zijn hond aan het uitlaten was.”

In sneltreinvaart sommen Francés, Kuyt en Faas een aantal ideeën op, waarvan ze de haalbaarheid in veel gevallen zelf ook direct in twijfel trekken. Het gaat dan ook niet om de definitieve oplossing, meent Faas. “Het gaat erom iets in beweging te zetten.”

De gedroomde oplossingen van Dietwee lopen uiteen van het verhogen van de watertemperatuur en het creëren van aanlandige wind aan beide kanten van de gracht tot dispensers met plaszakken (de ‘Wee-to-go’), eventueel voorzien van een nepgoudvis zodat je niet voor aap loopt op straat. Van een awareness-campagne met bierviltjes in de vorm van een waarschuwingsbord (‘Plas op!’) tot het plaatsen van beugels, waarin je veilig kunt hangen als je dan toch ze nodig in de grachten wilt plassen.

“Maar daarmee faciliteer je gedrag dat wettelijk strafbaar is, en dat willen we eigenlijk niet”, aldus Faas. “Het kan veel creatiever.” “Door het om te draaien. Een gedragsverandering te bewerkstellen, die ook nog eens een ander probleem oplost”, vervolgt Kuyt. “Op Lowlands lagen de velden vroeger bezaaid met plastic bierbekers. Om het afvalprobleem te lijf te gaan is toen bedacht dat je een muntje kreeg als je twintig lege bekers inleverde. Op dezelfde manier kun je ook urine waardevol maken.”

“Er dreigt de komende tien, twintig jaar een chronisch fosfaattekort”, vult Francés aan. “Grote concerns als AkzoNobel zijn al bezig met onderzoek hoe fosfaten zijn terug te winnen uit urine. Een complicerende factor is dat we geen gescheiden verwerkingssysteem hebben: poep en plas komen in één pijp terecht.”

“Dat kun je ondervangen door plaszuilen te plaatsen verspreid over de stad. Pedaalemmers met een depot eronder, en een metertje erop. Bij iedere 300 milliliter urine die je afdraagt, krijg je een muntje. Voor drie muntjes krijg je een glas bier bij een van de aangesloten kroegen.”

“Het plan is goed voor de duurzaamheidspropositie van de gemeente”, aldus Faas. “De grachten worden schoner en veiliger, en de gemeente werkt mee aan de winning van fosfaten, dat een belangrijk ingrediënt is voor kunstmest, waardoor de stad een beter imago krijgt.” “Tegelijkertijd is het grappig”, meent Kuyt. “Als je net niet genoeg geplast hebt voor een muntje moet je iemand vragen of hij ook even in de trechter wilt plassen.”

“In hoeverre dit nog design is? Voor veel mensen gaat het om hoe het eruit ziet, om de Senseo-look. Maar het gaat verder dan het apparaatje vormgeven”, aldus Faas. “Het is een vorm van service-design. Design gaat wat ons betreft altijd over het sturen van gedrag. Over hoe je bepaalde processen kunt inrichten zodat ze het minst schadelijk zijn of, zoals in dit geval, zelfs nog iets opleveren.”

What Design Can Do!, 10 en 11 mei in de Stadsschouwburg.