jpekker

Het personeel vertelt enthousiast over It ain’t whatcha write, it’s the way atcha write it

aint1

Als ik met een blik vol vraagtekens de keuken van het monumentale pand aan de Herengracht binnenloop, kijkt iedereen aan de lunchtafel opeens in mijn richting. Of ik iets zoek, vraagt iemand. Ja, antwoord ik, kunst.

Hier hangt niets, krijg ik als antwoord. Er moet toch echt iets hangen, riposteer ik. Om mijn woorden kracht bij te zetten, wijs ik op het plattegrondje dat ik bij de receptie heb meegenomen. “O ja! Daar achter de deur”, weet een jongeman. “Maar misschien moet je even om een rondleiding vragen.”

Achter de keukendeur is het werk dat ik zocht: in de gestucte muur is het prikkelende statement ‘VISION NEEDS NO EYES TO SEE’ gekerfd. Het is gemaakt door Navid Nuur, die graag wil dat je naar een woord kunt kijken als een beeld en naar een beeld als ware het een woord.

aint2

Het plattegrondje met uitleg – gezet in een vierpunts letter, gedrukt in grijze inkt, wat de leesbaarheid in het slecht verlichte grachtenpand zo ongeveer tot nul reduceert – voert mij terug naar de receptie. Terwijl ik het videowerk van de jonge Franse kunstenaar Jean-Baptiste Maitre op me in laat werken, doet de receptioniste – aan wier aandacht ik in eerste instantie was ontsnapt – me de achtergronden van de expositie ‘It ain’t whatcha write, it’s the way atcha write it’ uit de doeken.

Op initiatief van DutchCulture en Manifesta Foundation – sinds september 2013 de huurders van het pand waar eerder het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie was gevestigd – wordt een reeks site specific exposities ingericht door in Amsterdam gevestigde, internationaal opererende galeries. Tegenboschvanvreden was de eerste, nu is het pand voorzien van werken van kunstenaars uit de stal van Martin van Zomeren.

aint3

De werken zijn verspreid over alle verdiepingen; tijdens de rondleiding ontdek je dus ook het rococo-gebouw (het stucwerk is voorzien van siermotieven, boven een deur hangt een vrouwenbuste) en maak je kennis met de gebruikers. Omdat er wordt gewerkt, wordt bij voorkeur op afspraak ontvangen. Maar gewoon aanbellen kan ook, zo blijkt.

Er valt veel te genieten, en het personeel vertelt enthousiast. Over de kunst én over hun werk.

Naast het kopieerapparaat in de Groene Kamer hangt een schilderij van de Schotse Fiona Mackay, op de schouw in de kamer van de boekhouding staan vier beeldjes van Navid Nuur, ‘brokstukken van eerdere exposities en uit de studio van de kunstenaar’. Als er bezoek komt, knipt de boekhouder ze even aan. In de Bloemenkamer is niks. “Dat zou vloeken met het behang,” zegt een man vanachter zijn bureau “Maar kijk eens naar het prachtige plafond.”

aint4

In de kamer van Manifestadirecteur Hedwig Fijen (de afgelopen maanden geregeld in het nieuws vanwege MANIFESTA 10 in St.-Petersburg) moeten zich volgens het plattegrondje drie werken bevinden van Rijksakademie-alumnus Anne de Vries. Maar er wordt vergaderd, de deur blijft dicht. DutchCulture-directeur Cees de Graaff heeft ook bezoek, maar onderbreekt zijn gesprek om de werken van Alexandra Leykauf te tonen. Het fraaie beeldje op de schoorsteenmantel is overigens van hem zelf, legt hij uit. “Het is gemaakt door Fernando Castillo, een jonge Spaanse kunstenaar.”

It ain’t whatcha write, it’s the way atcha write it. T/m 1/10 op de Herengracht 474 (op afspraak tijdens kantooruren)

Jan Pieter Ekker