jpekker

75 kilometer voor 75 jaar vrijheid

Eigenlijk stond de Biesbosch Crossing Trail gepland voor zaterdag 9 mei, een paar dagen voordat ik naar het festival van Cannes zou gaan. Corona zorgde er echter voor dat beide evenementen niet door konden gaan. Cannes ging uiteindelijk helemaal niet door, de Biesboschtrail werd vorige week zaterdag verlopen (10-10-20).

Ik had de hele zomer door getraind, en ben zodoende op prachtige stukken rond Amsterdam beland. Mijn langste afstand was twee keer 42 km: een keer van de Dam naar de Dom met een groepje Hellas-triatleten, drie weken geleden andersom, van de Dom naar de Dam, in gezelschap van mijn Zoev-makker Willem Peddemors.

Nu stond er 75 km op het programma, ‘75 kilometer voor 75 jaar vrijheid’, en hoe dat zich verhoudt tot mijn eerste en enige andere trail – een jaar geleden deed ik de Market Garden Ultratrail: 2 x 50 km – wist ik niet. Wat me ook niet geruster op een goede afloop maakte, was dat het in de dagen voor de start steeds harder was gaan regenen. Mijn laatste proefloopje over het graspaadje langs het Amsterdam-Rijnkanaal en door de drek van de Diemer Vijfhoek was verschrikkelijk; ik glibberde alle kanten op. Daags voor de loop ben ik nog naar een hardloopwinkel gegaan om trailschoenen te passen, maar die heb ik na veel wikken en wegen toch maar niet gekocht.

Afijn, zaterdag 10 oktober was het dan eindelijk zover. Om kwart over 6 werd ik wakker gemaakt door Monica, die me verbijsterd vroeg waarom ik mijn wekker niet had gezet. Die had ik wel gezet, om half 6, maar die was niet afgegaan omdat ik mijn iPhone zo heb ingesteld dat ie alleen van maandag tot en met vrijdag afgaat. Ik ben onder de douche gesprongen, Monica is koffie gaat zetten, ik ben gaan ontbijten en Monica is ook nog ff gaan douchen. Mijn spullen had ik de avond ervoor al ingepakt. Om kwart voor 7 reden we richting Leerdam, om half 8 stond ik voor het Oorlogsmonument.

Maar toen moest ik mijn startnummers nog ophalen en opspelden (1965, mijn geboortejaar en het jaar waarin de Amerikanen Vietnam begonnen te bombarderen met Agent Orange), bepalen of ik met korte of met lange mouwen zou gaan lopen, sleeves lenen, mijn dropbag afgeven, checken of ik echt genoeg gelletjes bij me had en meer van zulks.

En toen was het opeens 8 uur, klonk er trompetgeschal en was de loop begonnen. Het goede nieuws was dat het droog was, en dat ik binnen drie tellen naast mijn hardloopmakker Perry Laukens liep – precies zoals we samen de Market Garden Trail hadden gedaan.

Dat was met bijna alleen maar lopers die hun allereerste trail deden (oor de meesten is het daar ook bij gebleven). Hier hoorden we in de eerste kilometers verhalen van lopers die een weekje eerder nog een 70 km-trail hadden gedaan of een 24 uurs-loop (‘De winnaar liep 268 km’). Iemand vertelde dat ze zes weken geleden pas had gehoord dat ze mee kon doen omdat er iemand anders was afgevallen, en dat ze toen snel een schemaatje in elkaar had gedraaid. Weer iemand anders vroeg ons hoe wij ons hadden voorbereid. Toen we vertelden dat dit de eerste keer was dat we 75 km gingen lopen, en dat de langste afstand die we tijdens de training hadden afgelegd 42 km was, wenste hij ons veel succes en zette hij een lichte versnelling in. We hebben hem niet meer teruggezien.

We bleven samen lopen, door weilanden en uiterwaarden, over spekgladde planken en door modderige paden. Met westenwind tegen. Er waren trekpontjes en dichte hekken – heel veel dichte hekken. Na het eerste checkpoint, op 20 km, barstte de eerste verschrikkelijke bui los, en waren we beiden doorweekt. Bij het tweede checkpoint, op 40 km, hebben we droge kleren aangetrokken, maar niet lang daarna begon het te regenen – eerst zachtjes, allengs steeds harder.

Na een overtocht over de Merwede, in een rubberbootje tussen de enorme vrachtschepen door, belandden we in de Biesbosch – bekend terrein omdat we dat stuk drie weken geleden al hadden verkend. Alleen was het pad na de lange asfaltweg na het derde en laatste checkpoint verdwenen; we hebben een paar minuten staan kijken maar waar toen drie weken geleden een pad was, was nu een metersbrede, kniediepe plas. Heel veel maakte het overigens niet uit, we waren toch al doorweekt, maar je moest wel uitkijken dat je niet uitgleed.

Nog meer leed: ik begon zo langzamerhand misselijk te worden van al die gelletjes en in de Biesbosch was mijn navigatie ermee opgehouden. Na 64 km was mijn Suunto helemaal leeg. Gelukkig had bij het derde checkpoint een van de geweldige vrijwilligers een Garmin navigatiesysteem met voorgeprogrammeerde route, dus ik hoefde niet alleen maar achter Perry aan te blijven hobbelen.

Na 70 kilometerhet regende intussen heel erg hard – passeerden we de finish, maar moesten we nog een rondje. “Als jullie nu stoppen, krijgen jullie een halve medaille,” zei racedirecteur René Bleuanus met een sardonisch lachje. Natuurlijk stopten we niet.

Dat laatste rondje, dat we dus al eens eerder hadden gelopen, ging over modderpaden en door zuigend gras. En was natuurlijk langer dan we hoopten. Maar toen Perry’s horloge 77,5 km aangaf, kwamen we zij aan zij over de finish. En voelde ik me eigenlijk veel minder beroerd dan ik van tevoren had bedacht. “Op naar de honderd,” zei ik in een vlaag van verstandsverbijstering, toen René me mijn medaille overhandigde. Monica en dochter Lies keken me bedenkelijk aan.