jpekker

7 vragen aan HAFF-directeur Gerben Schermer

Het HAFF is van het najaar verhuisd naar het voorjaar. Hoe dat zo?
“Het is een wat rustiger periode. In het najaar zaten we ingeklemd tussen het Nederlands Film Festival en het IDFA. We hebben nu een veel betere afstemming met het NFF. Het scheelt bovendien enorm in de publiciteit. Ook de buitenlandse concurrentie was groot in het najaar; het lijkt erop dat we nu wat gemakkelijker premières kunnen krijgen.”

Op de vorige editie was een retrospectief gewijd aan de Chinees Xun Sun; deze editie richt het HAFF opnieuw de blik op China. Toeval?
“Nee, er gebeurt daar zo ontzettend veel. Er is een nieuwe generatie aan het werk, die commentaar levert op het China van nu, met name op de verloochening van de eigen culturele geschiedenis. Ja, dat wordt oogluikend toegestaan, zo lang het allemaal maar niet té expliciet wordt.”

Veel van de films zijn gemaakt door beeldend kunstenaars en worden (ook) vertoond in galeries.
“Ze zijn wat minder narratief dan wij gewend zijn, het zijn een soort statements, maar het werkt heel goed op het grote doek. Je moet de makers leren kennen en hun films leren kijken en leren begrijpen. Als je dat doet, als je je er voor openstelt, is het een fantastisch mooie beleving.”

Het HAFF zet ook de spotlights op games; zo lijken jullie beide de uitersten van het spectrum, van underground tot commercieel, te beslaan.
“De games die wij vertonen zijn minder commercieel dan je misschien zou denken. Het is waar dat er vandaag de dag in de game-industrie meer wordt omgezet dan in de filmindustrie, maar ook hier geldt dat de grootste winsten worden behaald met een klein percentage games. De meeste games brengen maar weinig op, maar daar zitten wel hele bijzondere werkjes tussen. Er worden geweldige, volstrekt eigen werelden gecreëerd. Alles kan. Dat willen we met name laten zien.”

Ook niet al te commercieel dus. Zijn er ook grote titels te zien op het HAFF?
“Ja hoor. We draaien bijvoorbeeld Rango, een liefdevolle ode aan de western van Gore Verbinski, die eerder dit jaar werd bekroond met de Oscar voor Beste Animatiefilm. En ook Tin Tin van Peter Jackson en Steven Spielberg gaat bij ons in de herkansing. Dat vind ik een ondergewaardeerde film.”

En Hans Walther’s Sprookjesboom De film, de eerste avondvullende Nederlandse animatiefilm sinds de Bommelfilm Als je begrijpt wat ik bedoel in 1983?
“Die draait op dit moment nog met veel succes in de reguliere bioscoop. Met alle respect, maar het is precies wat je van een opdrachtfilm voor De Efteling mag verwachten. Daarbij komt dat wij verder niets voor de doelgroep ‘3+’ programmeren. Als we De Sprookjesboom op het HAFF zouden vertonen, zou de zaal waarschijnlijk leeg zijn, en dat is nu net niet de bedoeling”

Tot slot: het HAFF is uit de landelijke culturele basisinfrastructuur (BIS) geknikkerd. Hoe ziet de toekomst er nu uit?
“Uitermate optimistisch. Ja echt. We hebben net een aanvraag gedaan bij het Filmfonds; daarnaast hebben we subsidie aangevraagd bij de Gemeente Utrecht en de Provincie. Ik heb er een heel goed gevoel over. Dat moet ook wel; wij zijn de enige instelling die de ontwikkeling van de animatie in al zijn facetten laat zien. Alles komt hier samen, lang en kort, experimenteel en mainstream, vertoning en discussies. Het is belangrijk dat die continuïteit wordt gewaarborgd.”

Holland Animation Film Festival. Van 28/3 t/m 1/4 in Utrecht.