jpekker

“Ik heb mijn leven lang alleen maar vragen gesteld”

“Je mag tegenwoordig nog wel kunstenaar zijn, maar dan moet je wel ondernemen. Ondernemen gaat voor alles. Goed dan; als de overheid wil dat kunstenaars ondernemen, doe ik dat. Bij ondernemen horen wat mij betreft aandelen en een beursgang, dat soort dingen. Dus geef ik aandelen uit.”

Pieter Lemmens is kunstenaar, ondernemer én activist. Zijn ‘QP&S-aandelenpakket’ bestaat uit een door Lemmens vervaardigd uniek certificaat, een klein schilderij en een recht op een deel van de vloertekening die hij maakt tijdens zijn solo-expositie Quality, Politics & Society – De meesterwerken van Pieter Lemmens in Nieuw Dakota op de NDSM-werf.

Een aandeel kost 100 gold, 850 euro in de echte wereld. De munteenheid is een verwijzing naar Nathan Goldman, een Amerikaanse econoom, ondernemer en uitvinder. “Hij heeft het winkelwagentje uitgevonden. Een geweldige uitvinding, die mensen in staat stelt nóg meer en sneller te consumeren. Zijn achternaam kan geen toeval zijn.”

Lemmens is sinds de opening afgelopen zondag met zekere regelmaat in Amsterdam Noord te vinden om aan de vloertekening te werken. Hij schildert en schrijft, in een kriebelig, nauwelijks te ontcijferen hiëroglyfenschrift. Met zijn teksten – beschrijvingen van de wereld na een metafysische transformatie – reflecteert Lemmens op de plaats die ideologie, geloof, politiek, kunst en economie innemen in de samenleving. “Ik ben gewoon op het midden van de vloer begonnen en ik zie wel waar ik uitkom. Ik schrijf maar door. En niemand die het leest. Als je het opschrijft met mooie krulletters kijken mensen alleen maar naar die krul. Het gaat er niet om wat je zegt. Het gaat erom hoe je het zegt. Neem nou zo’n Wilders; die zou toch veel meer voor elkaar kunnen krijgen als hij het wat vriendelijker zou zeggen?! Dan zou denk ik iedereen op hem stemmen.”

Lemmens kwam in 1986 vanuit Zuid-Limburg naar Amsterdam. Hij stond een tijdje ingeschreven aan de HEAO, maar heeft de eerste jaren alleen maar gefeest. “Op een dag viel het muntje, toen ik langs een winkel voor schildersbenodigdheden fietste. Bij het volgende stoplicht ben ik omgedraaid. Ik heb een doek gekocht, ben gaan schilderen en nooit meer opgehouden.”

Het fictieve bedrijf QP&S (uit te spreken als kjoepiënes) is al een aantal jaar de verbindende factoren in het werk van Lemmens. “Het is een door mij verzonnen conglomeraat van ideeënrijke bedrijven en mensen die de politiek als zodanig overbodig maken. De mensen zijn doodziek van alle onkunde en politieke intriges; als consument wil je daar niets mee te maken hebben. QP&S biedt de oplossing: een wereld waarin de klant koning is, en dus alleen maar schoonheid is. Een wereld waarin niemand belasting hoeft te betalen, en waarin alles wordt gestaafd met wetenschappelijke waarheden. Een wereld waarin iedereen tevreden is.”

Waar Luther zijn stellingen met veel bombarie op een kerkdeur in Wittenberg timmerde, schilderde Lemmens zijn allesomvattende theorie op een rolluik. Een rolluik dat overdag, als het winkelpubliek passeert, omhoog is getrokken.

“Het is een dialoog voor een soap, tussen een vertegenwoordiger van de olie-industrie en een reclamejongen, hoe de wereld het beste gemanipuleerd kan worden. En over de politie… dat de politie maar beter geprivatiseerd kan worden. Toen ik daarmee bezig was, stond er opeens een agent naast me. ‘Wat zijn we hier aan het doen?’, vroeg hij. ‘Mag dit?’ Hij heeft er gelukkig geen letter van gelezen. Ik denk niet dat hij er de humor van in zou hebben gezien.’

Humor mag een belangrijke rol spelen in Lemmens guerrillakunst, de humor staat niet op zichzelf. Lemmens wil prikkelen; tot denken aanzetten. Eind vorig jaar initieerde hij het Pieter Lemmens museum of Modern Art (kortweg PIMA, “in het Surinaams is dat piemel, en het Grieks een gedichtje. Het piemelmuseum, dat klinkt wel goed.”), een tijdelijk museum in het Hirschgebouw op het Leidseplein. Het was de kunstenaar een doorn in het oog dat zo veel topmusea al zo lang geheel of gedeeltelijk gesloten zijn. Cultuurwethouder Carolien Gehrels opende het museum, er kwamen meer dan 800 mensen opdagen voor de opening.

“Veel mensen blijven maar hameren op het feit dát zo veel musea dicht zijn. Maar dat is niet het punt. De vraag is: waarom zijn die musea dicht. Als het om de ABN/AMRO zou gaan, om maar een dwarsstraat te noemen, was de filiaalhouder allang ontslagen. Kunst is toch een belangrijke bron van inkomsten voor de stad, maar niemand lijkt zich echt druk te maken. Dus vraag ik me af wat dan nog de functie is van een museum. Heeft het museum eigenlijk nog wel bestaansrecht?”

Er was werk te zien van Amsterdamse kunstenaars, onder wie Marieke van Diemen, David Lindberg, Marc Bain en Lemmens zelf. Bij de uitgang lagen vragenlijsten: “Om u nog beter van dienst te kunnen zijn enerzijds, en anderzijds u nog meer ter wille te kunnen zijn, zouden wij graag van u vernemen wat u zou willen zien in een museum. Want uw mening telt en is zeer belangrijk voor ons.” De consument heeft het voor het zeggen in Lemmens’ wonderlijke wereld.

“Ik heb mijn leven lang alleen maar vragen gesteld. Vragen zijn veel interessanter dan antwoorden. De meeste mensen weten zich daar geen raad mee. ‘Goede kunst’ schreef iemand onder het kopje ‘suggesties’. Meesterlijk vind ik dat. Wat is dat dan, goede kunst? Als de consument mag gaan bepalen wat kunst is, krijg je een soort Hart van Nederland. SBS-kunst. Ik pamper de mensen net zo lang tot ze alleen nog maar achteroverleunen in hun luie stoel. Zo creëer ik een wereld waarin iedereen hetzelfde is en dat prima vindt. Eén grote eenheidsworst. Vreselijk, natuurlijk. Ik vind dat de mensen wat langer moeten nadenken. Over politiek, over kunst. Wat zijn de consequenties van je gedrag.”

Lemmens is dol op dit soort ontregelende acties. In 2009 huurde hij een kraampje op de Albert Cuypmarkt. Mensen mochten alleen naar zijn kunstwerken kijken, te koop was er niets. “Dan voelen ze zich enorm belazerd. Door het onverkoopbaar te maken, willen mensen het juist hebben. Het was niet eens een truc, zo werkt het nu eenmaal. Iemand gooide woest een schilderijtje weg omdat hij het niet mocht kopen.” Toen de Tweede Kamer een prijsvraag uitschreef voor een kunstwerk – het moest aan duizenden voorwaarden voldoen – stuurde Lemmens een HEMA-emmer in. In een bos op de Veluwe plaatste hij een enorm bord met de tekst ‘Welcome’ in koeienletters. Eronder stonden in een kleiner font alle groepen die niet welkom zijn.

Zijn bekendste actie is waarschijnlijk het eigenhandig in de Amsterdamse binnenstad verspreide postertje waarmee hij een fake-expositie van zichzelf aankondigde in het Stedelijk Museum Post CS. Er hing natuurlijk geen enkel werk van Lemmens, maar hij was er zelf wel iedere dag. “Dan leidde ik toeristen rond, en vroeg ik wat ze van bepaalde kunstwerken vonden.” Het postertje – min of meer in de huisstijl van het museum – werd nadien opgenomen in de ‘documentairecollectie museale geschiedenis’ van het Stedelijk, waarin wordt bijgehouden hoe er door de jaren heen op het instituut wordt gereageerd.

Door zijn acties, projecten en interventies is zijn naam bekend bij een handjevol mensen, maar vrijwel niemand weet wat hij precies maakt. Hoe hij is beïnvloed door beeldend kunstenaar en kleurdeskundige Peter Struycken. Hoe hij met behulp van epoxy, een soort kunsthars, de vlekkerige patronen creëert op zijn schilderijen vol citaten, verschrijvingen, formules en taalspelletjes; spiegeling van afzonderlijke letters, overdreven schaduwwerking en onregelmatige spatiëring.

Lemmens, de ongrijpbare, kan er niet mee zitten. Miskend voelt hij zich niet, onbegrepen evenmin. “Ik heb een ander denkpatroon. Het projectmatige is voor mij belangrijker dan één enkel doek. Natuurlijk heeft mijn werk kwaliteit. Maar ik vind humor en ironie nu eenmaal erg belangrijk. Als het te zwaar, te moeilijk of te hoogdravend wordt, dan vind ik het niet meer leuk. Het moet lucht blijven houden. Als ik dat zeg, heeft het vaak een averechts effect. Dan word ik helemaal niet meer serieus genomen, en dat is nu ook weer niet de bedoeling.”

Quality, Politics & Society van Pieter Lemmens. T/m 6 maart in Nieuw Dakota, Ms. van Riemsdijkweg 41b Amsterdam Noord.