jpekker

‘Ik schaam me te moeten zeggen hoe weinig ik er eigenlijk vanaf wist’

Vrijdagavondavond 22.20 uur wordt The Reader uitgezonden op Canvas. Ik was in 2009 op het filmfestival van Berlijn bij een minipersconferentie van hoofdrolspeelster Kate Winslet.

Als na een half uur wachten de persattaché dan eindelijk Kate Winslet aankondigt, draaien álle hoofden naar de deur van de luxe suite in het Berlijnse Hotel Adlon Kempinski. Als bij toverslag, man en vrouw, jong en oud. Een luid applaus klinkt. Met een kopje thee in de hand loopt Winslet – charmant, elegant, zelfbewust – het zaaltje binnen en nestelt zich achter een enorme tafel. ‘Wow! It’s just me by myself!’, zegt ze met al dan niet geveinsde verbazing.

Buiten het hotel, ingeklemd tussen het monumentale Holocaust-monument en de Brandenburger Tor, staan de fans rijen dik, hopend op een handtekening, een mobiele telefoonfoto of zomaar een glimp. Demi Moore, Gael Garcia Bernal en John Goodman, om er maar een paar te noemen, zijn deze editie ook op de het Duitse filmfestival Berlinale, maar Kate Winslet is de grootste ster. Haar klasse wordt niet alleen door het publiek onderkend. In januari won ze twee Golden Globes: voor haar als bijrol beoordeelde aandeel in The Reader en voor de beste hoofdrol, in Revolutionary Road – iets wat geen enkele acteur of actrice voor haar presteerde. Daags voor haar aankomst in Berlijn kreeg Winslet in haar vaderland Engeland een Bafta voor The Reader. Eind februari won ze ook nog de Oscar voor beste vrouwelijke hoofdrol.

Slechts één minipersconferentie geeft Winslet, voor een stuk of veertig journalisten van over de hele wereld. Veertig minuten, en toch kan iedere journalist het idee opvatten dat hij of zij even alleen met haar is, zo goed beheerst Winslet ook dit aspect van haar vak. ‘Als ik eenmaal begin, houd ik nooit meer op’, zegt ze halverwege haar antwoord op de eerste vraag. Als een Australische journaliste naar haar verhouding met de Engelse pers informeert, antwoordt ze zonder blikken of blozen ‘Fuck ’m all!’ Maar in de meeste gevallen formuleert ze zorgvuldig en wikt ze haar woorden. Over de beweegredenen en het schuldbewustzijn van haar personage hult ze zich in nevelen. ‘Ik heb wel een idee’, zegt ze dan, ‘maar dat houd ik voor me’.

Daar valt veel voor te zeggen. In The Reader, Stephen Daldry’s verfilming van Bernhard Schlinks bejubelde bestseller Der Vorleser uit 1995 (bij Cossee verschenen als De voorlezer), speelt Winslet Hanna Schmitz, een voormalige SS-kampbewaakster die in de jaren vijftig een korte, heftige verhouding krijgt met de 15-jarige Michael. Zij leert hem de liefde kennen, in ruil wil zij graag door hem voorgelezen worden uit de wereldliteratuur. Jaren later, hij studeert inmiddels rechten, ziet Michael Hanna weer terug, wanneer zij terechtstaat voor oorlogsmisdaden. Michael ontdekt dan dat Hanna nóg een geheim heeft verzwegen, dat voor haar zwaarder blijkt te wegen: ze kan lezen noch schrijven.

Voordat ze dit jaar de Oscar won voor haar hoofdrol in The Reader was Kate Winslet al vijf keer genomineerd. Drie keer voor beste hoofdrol: in 1997 voor Titanic, in 2004 voor Eternal Sunshine of the Spotless Mind en in 2006 voor Little Children. En twee keer voor beste bijrolactrice: in 1995 voor Sense and Sensibility en in 2001 voor Iris. Het verschil tussen winst en verlies? In de Britse sitcom Extras gaf ze in 2005 zelf het antwoord: de holocaust.

‘Geweldig, dat jij met jouw reputatie aan deze film meedoet om de boodschap van de holocaust levend te houden’, zegt de figurant-voor-het leven Ricky Gervais tegen de door Winslet gespeelde actrice, een non die als de camera niet draait, vloekt als een bootwerker. ‘Het zegt me helemaal niets’, antwoordt zij. ‘Wat mij betreft zijn er meer dan genoeg films over de oorlog. Ik doe het omdat ik al vier keer ben genomineerd voor een Oscar en nog nooit heb gewonnen. Schindler’s Bloody List! The Pianist! Een film over de holocaust is een garantie voor een Oscar.’

De rol van Hanna Schmitz lijkt op het lijf geschreven van Kate Elizabeth Winslet (Reading, 1975), die sinds ze in 1994 debuteerde in Peter Jacksons duistere sprookje Heavenly Creatures de filmwereld stormenderwijs veroverde: ze is sterk en kwetsbaar tegelijk, verbeten en gevoelig. En toch was de rol bijna aan haar voorbij gegaan. Omdat de opnamen waren uitgesteld en haar schema conflicteerde met dat van Revolutionary Road, een huwelijksdrama geregisseerd door haar echtgenoot Sam Mendes, waarin ze na Titanic opnieuw tegenover Leonardo DiCaprio staat. Toen haar vervangster Nicole Kidman zwanger raakte, kwam Winslet weer in beeld. ‘Nadat het duidelijk was dat ik Hanna niet zou gaan spelen, bleef de rol maar door mijn hoofd spoken. Ik had het gevoel dat het niet voorbij was – en dat heb ik nooit eerder gehad.’

‘Kate was onze eerste keus’, vertelde regisseur Stephen Daldry (Dorset, 1961) een dag eerder. ‘Schlinks boek gaat over schuld en schaamte, twee emoties die je niet veel tegenkomt in speelfilms. Die gaan vaak over woede, of over vreugde en geluk. Ik voelde een grote verantwoordelijkheid om trouw te blijven aan het boek, en dat vergt veel van de acteurs. Vooral Hanna is een zware rol, omdat je niets uit je eigen leven kunt halen. Het is een enorme emotionele reis.’

‘Het is cruciaal dat je het personage dat je speelt begrijpt’, stelt Winslet. ‘Dat wil nog niet zeggen dat ik van haar moet houden; dat ik met haar mee moet voelen. Maar er waren momenten dat ik van Hanna hield, er waren momenten dat ik met haar meevoelde. Ik wist dat het verkeerd was Hanna al te menselijk te maken. Maar ze moest wel een mens van vlees en bloed zijn. Hanna is een vrouw die liefde en warmte kan geven. Een vrouw die kwetsbaar is en bang en op bepaalde momenten ook moedig.’

Ter voorbereiding las en sprak Winslet veel over de Tweede Wereldoorlog, over het Duitsland van na de oorlog, de kampen en met name de rol van de SS-bewakers (‘Ik schaam me te moeten zeggen hoe weinig ik er eigenlijk vanaf wist’). Vervolgens verdiepte ze zich in analfabetisme en laaggeletterdheid. ‘Daar ben ik misschien nog wel het langste mee bezig geweest. Ik ontdekte hoe slim je moet zijn om je handicap te verbergen, en begreep de onmogelijkheid om hechte persoonlijke relaties aan te gaan.’

Om de ‘oude’ Hanna te kunnen spelen – in het begin van de film is ze midden dertig, aan het einde tegen de zeventig –, zat Winslet dagen achter elkaar zeven uur in de make-up. ‘We begonnen iedere ochtend om half vier en ik sliep maximaal drie uur per nacht. Dat was geen pretje, maar het resultaat was ernaar. Dankzij de make-up en de pruiken kon ik het complete personage spelen; de jonge én de oude Hanna. Als de make-up niet zo goed was geweest, was er misschien wel voor gekozen een andere actrice de oude Hanna te laten spelen.’

Problemen om een oude vrouw te spelen had ze niet. ‘Het is misschien moeilijk te geloven, maar ik ben niet ijdel. Privé niet, en ook niet als actrice. Hoe vreselijker ik eruit zie, hoe makkelijker het is om in een personage te verdwijnen.’ Ook met de naaktscènes had Winslet geen moeite. ‘Toen ik jonger was, vond ik het dapper om naakt voor de camera te staan. Nu niet meer. Het gaat om eerlijkheid, recht doen aan het verhaal. Het is mijn werk. Je moet doen wat goed is, dus hup, geen geklaag. Het hoort erbij.’

Dat er her en der ophef is ontstaan omdat een oudere vrouw een seksuele relatie aangaat met een veel jongere man, begrijpt Winslet niet. ‘Als Hanna hem nu onder valse voorwendselen had verleid of als de liefde niet wederzijds was, dan was het misschien anders geweest. Maar in dit geval… Het gaat vooral om háár seksuele ontluiking. Hanna heeft nooit iemand toegelaten in haar leven, uit angst dat haar geheim zou uitlekken. Waarschijnlijk heeft ze heel lang geen seksueel contact meer gehad, misschien wel nooit, zo stelde ik me voor. Zij heeft Michael net zo hard nodig als hij haar. Misschien zelfs wel meer.’

‘Het personage van Hanna Schmitz wordt bezien vanuit dat van Michael Berg’, aldus Daldry, die furore maakte als theaterregisseur voordat hij de films Billy Elliot (2000) en The Hours (2002) regisseerde. ‘Het publiek zou dus eenzelfde gecompliceerde relatie met haar moeten hebben als hij heeft. In eerste instantie begrijpt Michael maar weinig van Hanna. Toch wordt hij verliefd op haar. Dan ontdekt hij waarbij ze betrokken was en dat ze al die jaren nóg een geheim met zich heeft meegedragen en moet hij proberen te begrijpen waarom.’ Aldus wordt de schuld van Hanna verbonden met Michaels eigen schuldgevoel, en breder nog, met de ingewikkelde omgang met de holocaust van een hele generatie Duitsers.

Daldry wilde onder geen beding flashbacks naar Hanna’s kampleven. ‘Het is geen film over de holocaust. Het gaat erom hoe Michael reageert, hoe hij het ervaart. Omdat zijn perspectief wordt gevolgd, zijn flashbacks naar het kamp niet eens mogelijk.’

De scène uit het boek waarin Hanna Michael met een riem slaat, haalde de film niet. Dat is niet om haar personage sympathieker te maken, beweert Winslet. ‘De scène stond wel in het script, maar we hebben hem niet kunnen opnemen omdat we in tijdnood raakten. Voor mij was het een gemiste kans. Als Hanna wakker wordt en Michael niet naast haar ligt, en zij het briefje dat hij voor haar heeft achtergelaten niet kan lezen, benadrukt haar woede-uitval Hanna’s kwetsbaarheid; haar angst en isolement. Ze zou Michael overigens niet met een riem hebben geslagen, maar met haar platte hand in zijn gezicht.’

Volgens Daldry heeft schrijver Bernhard Schlink het bewust onduidelijk gelaten hoe Hanna’s analfabetisme zich precies verhoudt tot haar misdaden. ‘Het enige wat we zeker weten, is dat haar schaamte voor haar ongeletterdheid groter is dan haar schuldbesef. Je kunt je afvragen wat het precieze verband is. Of ze haar daden wel helemaal overziet, en of ze door te leren lezen ook een moreel perspectief heeft ontwikkeld.’

Daldry wenst Hanna niet als slachtoffer te zien. ‘Tijdens het proces zegt Hanna dat ze in het concentratiekamp mensen moest selecteren omdat er ruimte moest worden gemaakt voor nieuwe mensen. Dat is natuurlijk een krankzinnige redenatie. Haar eerlijkheid, die je ook als morele ongeletterdheid kunt zien, is banaal, ridicuul en verschrikkelijk tegelijk.’

Volgens Winslet leert de kijker Hanna tijdens het proces pas echt kennen. ‘Haar onzekerheid, haar angsten en haar onvermogen om iets aan de situatie te veranderen, worden dan pijnlijk duidelijk. Van tevoren dacht ik dat het niet goed was om van het publiek te verlangen sympathie voor Hanna te voelen. Maar als de kijker toch iets voor haar gaat voelen, zich moreel gecompromitteerd voelt, vind ik dat natuurlijk interessant. Ons rechtvaardigheidsgevoel zegt dat we niets moeten hebben van de mensen die ook maar iets met de concentratiekampen te maken hebben gehad. Het zijn monsters. Natuurlijk zijn het monsters. Maar als je meer over ze te weten komt, ontdek je dat er mannen en vrouwen tussen zaten die geen idee hadden waaraan ze begonnen toen ze een baan aannamen in de kampen. Niemand weet wat Hanna precies wist. Ook ik kan die vraag niet beantwoorden. Ik heb wel mijn ideeën, maar die houd ik voor me. Iedere kijker moet zelf een oordeel over Hanna vellen.’